H8.3
1 / 22
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Voor de trilling op de afbeelding geldt: 0,005 ms/div
Hoe groot is de frequentie van de trilling?
A
20 Hz
B
50 Hz
C
0,000020 Hz
D
50000 Hz
Slide 3 - Quizvraag
De frequentie van een trilling is
A
het aantal golven in 1 minuut.
B
de tijd van 1 golf.
C
het aantal golven in 1 seconde.
D
de tijd van 10 golven.
Slide 4 - Quizvraag
Voor de trilling op de afbeelding geldt: T= 0.02 seconde
Hoe groot is de frequentie van de trilling?
A
20 Hz
B
50 Hz
C
0,000020 Hz
D
50000 Hz
Slide 5 - Quizvraag
Voor de trilling in de afbeelding geldt: 5 ms/div
Hoe groot is de frequentie van de trilling?
A
20 Hz
B
50 Hz
C
0,000020 Hz
D
50000 Hz
Slide 6 - Quizvraag
Wat is de trillingstijd van deze trilling?
A
4 ms
B
6 ms
C
8 ms
D
10 ms
Slide 7 - Quizvraag
Hoeveel trillingen?
A
6
B
3
Slide 8 - Quizvraag
Wat is een trilling?
A
Een beweging in één richting.
B
Een beweging zonder evenwichtsstand.
C
Een eenmalige beweging.
D
Een herhaalde beweging rondom een evenwichtsstand.
Slide 9 - Quizvraag
Welke trilling heeft de hoogste frequentie? Trilling 1 of trilling 2?
Trilling 1
Trilling 2
A
Trilling 1
B
Trilling 2
C
Frequentie trilling 1 is gelijk aan trilling 2
D
Is niet af te lezen
Slide 10 - Quizvraag
Welke trilling geeft de laagste toon? Trilling 1 of trilling 2?
Trilling 1
Trilling 2
A
Trilling 1
B
Trilling 2
C
Frequentie trilling 1 is gelijk aan trilling 2
D
Is niet af te lezen
Slide 11 - Quizvraag
Een voorwerp doet 25 trillingen in 2,0 minuten. Hoe groot is de frequentie van deze trilling?
A
f = 120 / 25 = 4,8 Hz
B
f = 25 / 120 = 0,21 Hz
C
f = 2,0 / 25 = 0,08 Hz
D
f = 25 / 2,0 = 13 Hz
Slide 12 - Quizvraag
Which graph has the largest amplitude?
Graph 1
Graph 2
A
Graph 1
B
Graph 2
C
The aplitudes are equal.
D
You can't determine this with the given information.
Slide 13 - Quizvraag
The timebase of this graph is 0,005 s/div. Calculate the frequentcy.
A
20 Hz
B
50 Hz
C
0,000020 Hz
D
50000 Hz
Slide 14 - Quizvraag
The timebase of this graph is 0,005 s/div. Calculate the frequentcy.
A
20 Hz
B
50 Hz
C
0,000020 Hz
D
50000 Hz
Slide 15 - Quizvraag
Which letter indicates the aplitude?
A
a
B
b
C
c
D
d
Slide 16 - Quizvraag
If one cycle(wavelength) is 1 millisecond, what is the frequency?
timer
2:00
Slide 17 - Open vraag
If one cycle(wavelength) is 500 milliseconds?
timer
2:00
Slide 18 - Open vraag
Calculate the frequentcy of this tuningfork.
timer
2:00
Slide 19 - Open vraag
Calculate the frequentcy.
timer
2:00
Slide 20 - Open vraag
Calculate the value of vibration period (T)?
timer
2:00
