les 6 advies en motivatie

les 6 advies en motivatie
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
Sociale vaardighedenMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

les 6 advies en motivatie

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen vandaag
Terugblik vorige les
Theorie Adviesgesprekken
Oefenen met participatiemodel
Uitleg motivatie + Test
Motiverende gespreksvoering theorie
Oefening herkennen gesprekstechnieken
Groepen maken eind opdracht. begin maken met eindopdracht

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Juiste bejegening van de cliënt
  1. Respectvolle houding
  2. onbevooroordeeld
  3. gelijkwaardigheid
  4. Vertrouwen en privacy zijn belangrijk bij het omgaan met cliënten.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een adviesgesprek?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Advies gesprek
Het gaat bij advisering meer dan om alleen informatie geven. Adviseren is meer sturend dan het geven van voorlichting. Maar het is  ook vrijblijvend, de cliënt hoeft niks te doen met je advies. Advies geef je niet zomaar. Er is altijd een aanleiding voor een adviesgesprek. Je werkt dus vanuit de vraag en behoefte van de cliënt of naastbetrokkenen en gaat uit van hun welzijn en gezondheid bij het verstrekken van advies. Ook bij het geven van advies verplaats je je dus in de situatie van de cliënt en naastbetrokkenen, zodat het advies dat je geeft daarbij aansluit. Ook zorg je voor de juiste omstandigheden ( Voorbereiding)

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar zou jij wel advies bij willen hebben?

Slide 6 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Passend advies
Ook bij het geven van advies verplaats je je dus in de situatie van de cliënt en naastbetrokkenen, zodat het advies dat je geeft daarbij aansluit. 
Ook zorg je voor de juiste omstandigheden en geef je de ruimte aan emoties wanneer je een adviesgesprek houdt.
Ten slotte ga je ook na of het advies dat je gaf helder 
en/of helpend was. Je kunt op 2 manieren advies geven:
 het diagnose-recept model en via het participatiemodel.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Participatiemodel
Bij het participatiemodel help je de cliënt zelf na te denken over welke stappen hij het best kan zetten op een bepaald moment in zijn leven. Omdat het meestal om een vraag gaat waarbij emoties een rol spelen – zoals verdriet, acceptatie of angst – is de cliënt altijd zelf de deskundige.
Jij als deskundige helpt de cliënt na te denken door verdiepende vragen te stellen en suggesties te doen.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zorgt ervoor dat jij het advies van een ander accepteert of niet?

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Stelling 1 : Advies geven is het geven van suggesties, raad en tips.
Juist
Onjuist

Slide 10 - Poll

je geeft juist deskundig advies in de vorm van suggesties, raad en tips, in de hoop dat de cliënt en diens naastbetrokkenen deze opvolgen
Stelling 2: Bij het participatiemodel betrek je de cliënt of naastbetrokkenen bij het adviesgesprek.
Juist
Onjuist

Slide 11 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Stelling 3: Advies geven is maatwerk
Juist
Onjuist

Slide 12 - Poll

 Juist want het gaat altijd om de specifieke situatie van de cliënt.
kritische beroepssituatie
lees de casus en beantwoord daarbij de volgende vragen:
1.  Wat was jouw eerste reactie op het dilemma?
2. Wat zijn de behoeftes en wensen van de cliënt?
3. Welke voordelen en nadelen heeft interventie 1 en 2?
4. Kijkend naar het participatiemodel, welke interventie sluit hier het meeste bij aan? leg uit waarom.
5. Als jij een passend advies mocht geven aan de familie, wat zou dat dan zijn?

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Evaluatie: Ik ken twee modellen voor het voeren van een adviesgesprek
010

Slide 14 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

handtricks
Waarom kan ik dit wel en jij nog niet?

Wat neem je hiervan mee?
Veel oefenplezier!




Slide 15 - Tekstslide

oe je:
Ik start vaak met iets dat mensen makkelijk kunnen
bijv begin met 2 vingers omhoog. Dit doe ik zodat we ‘rapport’ opbouwen en deelnemers starten met een succeservaring.
Daarna 1 vinger omhoog en 1 vinger opzij. Dat is al moeilijker.
Zo kan je allerlei levels inbouwen.
Wissel ook de handtricks af.
Mochten deelnemers weinig handtricks kunnen, geef ze dan nog een succeservaring mee door iedereen zijn armen in de lucht te laten steken en te juichen.
Soorten motivatie

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is intrinsieke motivatie? en geef een voorbeeld daarvan

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is extrinsieke motivatie? en geef een voorbeeld daarvan

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Iedereen doet de motivatietest

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht:
In het volgende filmpje komen er tips om jezelf te motiveren voorbij 

Welke spreken je aan? 
Kies er 3 en noteer deze in de slide erna.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

motivatie
Motivatie is afhankelijk van drie zaken, namelijk:

Willen: je ziet de noodzaak of de voordelen van de verandering in.
Kunnen: je vertrouwt erop dat je je gedrag kunt veranderen.
Aanpassingsvermogen, Er klaar voor zijn: je wilt je gedrag echt veranderen en bent bereid ervoor te gaan. Ook als dit betekent dat je bepaalde zaken niet meer kunt doen. 

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fases
Fases motivatie

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Motiverende gespreksvoering
FASE 1: 
Ambivalentie (twijfel) ''wil wel maar weet het niet''
Vergroten Intrinsieke motivatie

FASE 2:
Betrokkenheid vergroten gedragsverandering + bijbehorend plan,
Je geeft aan dat je wilt stoppen met roken. Hoe zorg je ervoor dat dit lukt?

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je wilt wel veranderen, maar eigenlijk ook weer niet.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Belangrijke gesprekstechnieken
Open vragen
Reflectief luisteren
Bevestigen
Samenvatten
Verandertaal uitlokken


Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefenen opdracht; motiverende gespreksvoering
Uitnodigen tot verandertaal In tweetallen: 

Welke verandering ben je aan het overwegen (en waar ben je ambivalent over?) Ga met elkaar in gesprek, geef geen advies en stel de volgende vragen: 
1. Wat zou je willen veranderen 
2. Hoe zou je dit kunnen veranderen 
3. Welke drie redenen heb je om te veranderen 
4. Hoe belangrijk is dit voor jou? (op een schaal van 1-10, wat maakt dat je x zegt en niet y (lager getal) 
5. Geef een korte samenvatting en vraag: ‘wat denk je dat je gaat doen?

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sylvie (19) komt in het buurthuis tijdens de tieneravond. Haar zusje van 14 is voor de eerste keer meegekomen. Sylvie vertelt hoe het gaat met hen: “Sinds een week is pa weer weg en het is nu lekker rustig thuis. We slapen elke dag uit en regelen veel zelf. Op school doen ze niet moeilijk, omdat ze wel weten hoe het zit. Maar hoe het verder moet met mijn opleiding, dat weet ik niet. Ik zak vast weer. En waar mijn zusje terecht komt, dat is nog de vraag. Maar daar staat pa nooit bij stil.”


a. Als Sylvie dit verhaal aan jou zou vertellen, waarop reageer jij dan met een reflectie? Noteer wat je letterlijk zou zeggen.
b. Leg uit waarom je ervoor kiest hierop te reflecteren.
c. Bedenk wat het effect van jouw reflectie kan zijn. Beschrijf hoe het gesprek verder zou kunnen verlopen als je jouw reflectie hebt gegeven.
d. Beschrijf een ándere soort reflectie die je zou kunnen geven.
e. Hoe zou bij jouw andere soort reflectie het gesprek verder kunnen verlopen?

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reflectief luisteren
 Het is vaak lastig voor mensen om precies te zeggen wat ze bedoelen. 
Door reflectief luisteren geef jij woorden aan wat de ander probeert te zeggen. Bijvoorbeeld:

Cliënt: 'Ik zie het gewoon allemaal niet meer zitten, al die veranderingen, ik houd het niet meer vol...'
Jij: 'De veranderingen gaan u te snel, u kunt het niet meer bijhouden...'. Of: 'U wilt graag dat alles bij het oude blijft.'

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Motivatie
Soms kom je tijdens je werk een cliënt tegen die meer kan dan dat hij zelf doet of wil doen. Jij kunt dan proberen ervoor te zorgen dat de cliënt gemotiveerd raakt om zichzelf wat meer uit te dagen. 
Dit gebeurt natuurlijk niet zomaar. 
De cliënt moet eerst zelf gaan inzien dat die
zijn gedrag kan veranderen. 
Hij moet dit ook echt zelf willen. 
Jij kunt hem hierbij helpen.

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gesprekstechnieken herkennen
Deze opdracht doe je met een medestudent.

Tijdens deze opdracht geef je aan of een uitspraak wel of niet van toepassing is op motiverende gespreksvoering. 
1. Je legt ook uit waarom dat wel of niet zo is.
2. Leg uit of de reactie van de begeleider wel of niet past bij motiverende gespreksvoering. 3. Bespreek je antwoorden met een medestudent na afloop.

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Situatie 1 Wel of geen motiverende gespreksvoering
Bert: "Ik ga dat stomme registratieboekje niet bijhouden. Hoe kan het opschrijven van wat ik drink mij nu helpen? Zo ga ik er nog meer aan denken."
Begeleider: "Oké Bert, misschien heb je gelijk. Dit werkt voor veel mensen, maar niet voor iedereen. Misschien moeten we iets anders proberen. Wat lijkt jou een zinvolle manier om dit aan te pakken?"

Slide 34 - Tekstslide

Past bij motiverende gespreksvoering. De begeleider accepteert Bert en laat hem zelf bepalen wat hij doet. Hij laat Bert dus de eigen regie nemen.
Situatie 2
Dorien: "Ze vertelden me dat ik snel geopereerd moet worden, maar ik vertrouw ze niet, dus ik heb nog geen afspraak gemaakt."
Begeleider:" Wat maakt dat je dit risico neemt? Zij zijn tenslotte experts op dat gebied. Laten we nu bellen, dan kun je misschien deze week nog terecht."

Slide 35 - Tekstslide

Dit past niet bij motiverende gespreksvoering. De begeleider probeert Dorien te overtuigen vanuit zijn eigen standpunt.

Situatie 3
Laura: Ik moet een plan bedenken om mezelf weer enigszins op de rails te krijgen. Mijn gezondheid wordt steeds slechter. Dat is het enige wat me bezighoudt. Wat denk jij dat ik zou moeten doen?
Begeleider: "Ik heb misschien wel wat ideeën die je mogelijk kunnen helpen, maar laat me eerst eens horen wat jij al overwogen hebt."

Slide 36 - Tekstslide

Dit past bij motiverende gespreksvoering. De begeleider probeert informatie te krijgen van Laura om te kijken wat zij wil. De begeleider benadrukt hier de autonomie van Laura.
Eindopdracht groepen maken
In de groepjes. je maakt groepjes van 3 personen
Lees samen de eindopdracht door. onderstreep onduidelijkheden voor de groepsonderdelen en bespreek deze.
Deadline eindopdracht: Week 8 & week 9 ( 30 okt)


Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Boom opdracht huiswerk
OPdracht 3
odracht 4
OPdracht 7

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat hebben we gedaan?
Terugblik vorige les
Theorie Adviesgesprekken
Oefenen met participatiemodel
Uitleg motivatie + Test
Motiverende gespreksvoering theorie
Oefening herkennen gesprekstechnieken
Groepen maken eind opdracht. begin maken met eindopdracht

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volgende keer
Verandertaal
Omgaan met weerstand
werken aan eind opdracht

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies