Argo startles thema 8

ARGO Thema 8 Peloponessos
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

ARGO Thema 8 Peloponessos

Slide 1 - Tekstslide

De Peloponnesos 

Slide 2 - Tekstslide

Thema 8
De verhalen in dit thema gaan over schepen en handel, over zeeslagen en veldslagen, en over de twee steden op het enorme schiereiland (de Peloponnesos) die daarbij een grote rol speelden: Sparta en Korinthe.

De Peloponnesos is vernoemd 
naar de mythische koning Pelops.

Slide 3 - Tekstslide

Wie was Pelops? Van welk verhaal kennen wij hem?

Slide 4 - Open vraag

Pelops
Pelops, de zoon van Tantalos (inderdaad de zoon die in stukjes was gehakt en gekookt ja!) stichtte de Olympische Spelen. 
De goden hadden na hun maaltijd bij Tantalos Pelops weer in elkaar gezet. Het stukje van zijn schouder dat ontbrak werd vervangen door ivoor. 
Pelops was net als zijn vader een beetje een boef.

Slide 5 - Tekstslide

Korinthe
- Gevestigd op een strategische plek: de Isthmos (zie p. 127 TB)
- Handelsstad
- Akrokorinth (hooggelegen burcht)
- Twee havens: Lechaion aan de westkant en Kenchreai aan de oostzijde
- in 146 v. Chr. verwoest door de Romeinen



Slide 6 - Tekstslide

Sparta
- Beroemd vanwege militaire prestaties van haar inwoners
- Geen muur of hooggelegen burcht
- Verzameling dorpen bestaande uit simpele hutten zonder luxe
- Zeer goed getrainde soldaten
- Lakedaimon/Lakedaimoniërs
- Slaven deden het 'gewone' werk

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Kanaal van Korinthe
Op de smalste punt (6,5 km) van de Isthmos tussen de twee zeeën was in de Oudheid de Diolkos ontstaan, waar schepen/lading over een verhard pad van de ene naar de andere kant werden geholpen.
De gevaarlijke omweg om de Peloponnesos werd zo vermeden
Al in Oudheid plannen voor een gegraven kanaal. Keizer Nero begon in 67 n.Chr. maar het kanaal werd niet voltooid

Slide 9 - Tekstslide

Les 36 - Diolkos
Schepen moesten vanaf Korinthe een grote gevaarlijke omweg maken om de Peloponnesos heen. 
Men maakte een 'diolkos' wat 'erdoorheen trekken' betekent.
Een geplaveide baan met groeven, een soort spoorweg.
Een schip werd op een rijdend gevaarte geplaatst.
112 tot 142 mensen en drie uur tijd nodig voor één schip.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Welk probleem zullen de slepers gehad hebben op het eerste deel van hun route en welk op het tweede deel?

Slide 14 - Open vraag

Opdracht 5a
Op het eerste deel moesten ze bergop, op het tweede bergaf. Op het eerste deel zal het dus heel veel spierkracht hebben gekost om in beweging te komen en niet terug te
zakken, terwijl op het tweede deel juist erg moest worden geremd om een schip heelhuids terug naar zee te brengen.

Slide 15 - Tekstslide

Het transporteren van de schepen over de diolkos was een hele klus. Waarom was het toch de moeite waard? Noem twee redenen.

Slide 16 - Open vraag

Opdracht 5b
Het duurde veel minder lang dan om de Peleponnesos heen varen. 
En de vele stormen maakte de vaartocht via zee erg gevaarlijk. 

Slide 17 - Tekstslide

Grammatica thema 8
• Uitzonderingen zelfst. nw groep 3
• ACI-constructie
• Groep ἀληθής
• Bijwoordelijke bepaling
• Vragend & onbepaald voornaamwoord
• Betrekkelijk voornaamwoord

Slide 18 - Tekstslide

Nominativus
Genitivus
Dativus
Accusativus
Naamwoordelijk deel v/h gezegde
Bijvoeglijke bepaling
Lijdend voorwerp
Meewerkend voorwerp
onderwerp
Bijwoordelijke bepaling
aan, voor, tegen
van
met, door, uit

Slide 19 - Sleepvraag

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Bijwoordelijke bepaling
A
Geeft meer informatie over een znw
B
Geeft meer informatie over het onderwerp
C
geeft meer informatie over de handeling in de zin
D
is noodzakelijk voor de zin.

Slide 23 - Quizvraag

Bijwoordelijke bepaling in de genitivus geeft aan:
A
Tijd
B
Handelend persoon
C
Plaats
D
Onderwerp

Slide 24 - Quizvraag

Bijwoordelijke bepaling in de accusativus geeft aan:
A
Tijd
B
Afstand / richting
C
Meewerkend voorwerp
D
middel

Slide 25 - Quizvraag

Een bijwoordelijke bepaling in de dativus geeft niet aan:
A
handelende persoon
B
bezit
C
plaats
D
reden

Slide 26 - Quizvraag

Ergon 8
Maak nu Ergon 8 op pagina 153 van je hulpboek.

A. Vertaal de zin
B. Geef aan wat voor soort BWB er onderstreept is.

Succes!

Slide 27 - Tekstslide