Radioactiviteit 6 - Halfwaardetijd 3

Pak a.j.b. je spullen:
Puck
Anna
Nisrine
Melanie
Lotte
Luuk
timer
3:00
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Pak a.j.b. je spullen:
Puck
Anna
Nisrine
Melanie
Lotte
Luuk
timer
3:00

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
Radioactiviteit - Halfwaardetijd
  • Halfwaardetijd: De 4 variabelen
  • Opg. 19 & 23 bespreken


Slide 2 - Tekstslide

Doel van deze les
  • Je kunt uitleggen wat de halfwaardetijd van een atoom is.

  • Je kunt rekenen met de halfwaardetijd van een atoom.

Slide 3 - Tekstslide

Bereken zonder formule:

Stap 1: Hoeveel halveringstijden zijn er verstreken?

Ik heb  2050 atomen radioactief strontium ,               .
De halveringstijd (=halfwaardetijd)
van deze isotoop is 28 jaar.

Hoeveel atomen zijn er over na 280 jaar?



3890Sr

Slide 4 - Tekstslide

Bereken zonder formule:

Stap 2: Dus hoevaak moet je door 2 delen?

Ik heb  2050 atomen radioactief strontium ,               .
De halveringstijd (=halfwaardetijd)
van deze isotoop is 28 jaar.

Hoeveel atomen zijn er over na 280 jaar?



3890Sr

Slide 5 - Tekstslide

Nu algemeen: Met formule

Stap 1: Schrijf variabelen met waarde en eenheid op
Stap 2: Vul de formule in en kijk of het gelijk is aan ongeveer 2

Ik heb  2050 atomen radioactief strontium ,               .
De halveringstijd (=halfwaardetijd)
van deze isotoop is 28 jaar.

Hoeveel atomen zijn er over na 280 jaar?

3890Sr
Nt=N0(21)thalfwaardet

Slide 6 - Tekstslide

Aantal atomen dat over is:
Nt=N0(21)thalfwaardet
Nklasgenotenoptijdt=Nklasgenotenopt=0(21)1min.tijd
Activiteit in Bequerel (Bq) = vervallende atomen per seconde
is evenredig met aantal radioactieve atomen, dus:


At=A0(21)thalfwaardet

Slide 7 - Tekstslide

Maak opgaven 24
onduidelijker: boek --> buur --> bureau


Klaar?
Werk aan opgaven t/m 28
timer
7:00
zacht overleg met directe buur
α=24He
β=10e
β+=+10e
Nt=N0(21)thalfwaardet

Slide 8 - Tekstslide

Antwoord 
Antwoord

Slide 9 - Tekstslide

Vier mogelijke vragen:                                   
grafiek       
  • Ik begin met 2*10⁹ atomen en m'n halfwaardetijd is 4 uur.
    Hoeveel atomen zijn er nog na een dag?

  • Ik heb nu 24 atomen en m'n halfwaardetijd is 4,3 uur.
    Hoeveel atomen had ik een dag geleden?

  • Ik had gisteren 1024 atomen en na een dag heb ik er nog maar 2.
    Wat is m'n halfwaardetijd?

  • Ik had 1024 atomen en nu heb ik er nog maar 2.  t_1/2  is 1 jaar.
Hoeveel tijd is er verstreken?
Nt=N0(21)thalfwaardet
Nt
t
thalfwaarde
N0
gevraagd:
opgave:

24




20 b



22



26 b

Slide 10 - Tekstslide

Maak opgave 20 b
onduidelijker: boek --> buur --> bureau


Klaar?
Werk aan opgaven t/m 28
timer
5:00
zacht overleg met directe buur
α=24He
β=10e
β+=+10e
Nt=N0(21)thalfwaardet

Slide 11 - Tekstslide

Antwoord 
Antwoord    20 b

Slide 12 - Tekstslide

Vier mogelijke vragen:                                   
  • Ik begin met 2*10⁹ atomen en m'n halfwaardetijd is 4 uur.
    Hoeveel atomen zijn er nog na een dag?

  • Ik heb nu 24 atomen en m'n halfwaardetijd is 4,3 uur.
    Hoeveel atomen had ik een dag geleden?

  • Ik had gisteren 1024 atomen en na een dag heb ik er nog maar 2.
    Wat is m'n halfwaardetijd?

  • Ik had 1024 atomen en nu heb ik er nog maar 2.   t_1/2 is 1 jaar.
Hoeveel tijd is er verstreken?
Nt=N0(21)thalfwaardet
Nt
t
thalfwaarde
N0
gevraagd:
opgave:

24




20 b



22



26 b

Slide 13 - Tekstslide

Maak opgave 22
onduidelijker: boek --> buur --> bureau


Klaar?
Werk aan opgaven t/m 28
timer
5:00
zacht overleg met directe buur
α=24He
β=10e
β+=+10e
Nt=N0(21)thalfwaardet

Slide 14 - Tekstslide

Antwoord 
Antwoord    22

Slide 15 - Tekstslide

Vier mogelijke vragen:                                   
  • Ik begin met 2*10⁹ atomen en m'n halfwaardetijd is 4 uur.
    Hoeveel atomen zijn er nog na een dag?

  • Ik heb nu 24 atomen en m'n halfwaardetijd is 4,3 uur.
    Hoeveel atomen had ik een dag geleden?

  • Ik had gisteren 1024 atomen en na een dag heb ik er nog maar 2.
    Wat is m'n halfwaardetijd?

  • Ik had 1024 atomen en nu heb ik er nog maar 2.   t_1/2 is 1 jaar.
Hoeveel tijd is er verstreken?
Nt=N0(21)thalfwaardet
Nt
t
thalfwaarde
N0
gevraagd:
opgave:

24




20 b



22



26 b

Slide 16 - Tekstslide

Maak opgave 26
onduidelijker: boek --> buur --> bureau


Klaar?
Werk aan opgaven t/m 28
timer
5:00
zacht overleg met directe buur
α=24He
β=10e
β+=+10e
Nt=N0(21)thalfwaardet

Slide 17 - Tekstslide

Antwoord 
Antwoord    26


b.

a.

Slide 18 - Tekstslide

Uitwisselen:
De volgende persoon mag het uitleggen







V5
V3

Slide 19 - Tekstslide

Lees blz. 51 t/m 54 = huiswerk
onduidelijker: boek --> buur --> bureau

Klaar?
maak opgave 21, 22, 23, 25
timer
5:00
zacht overleg met directe buur
α=24He
β=10e
β+=+10e
Nt=N0(21)thalfwaardet

Slide 20 - Tekstslide