Radioactiviteit 5 - MOET LANGZAMER! REKENMACHINE EN 0,5^t - Halfwaardetijd 2

Pak a.j.b. je spullen:
Puck
Anna
Nisrine
Melanie
Lotte
Luuk
timer
3:00
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Pak a.j.b. je spullen:
Puck
Anna
Nisrine
Melanie
Lotte
Luuk
timer
3:00

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
Radioactiviteit - Halfwaardetijd
  • Oefening reactievergelijking
  • Klaverjassen
  • Opgaven: Opg. 1 t/m 9 & 21
  • Opg. 19 & 23 bespreken


Slide 2 - Tekstslide

Doel van deze les
  • Je kunt uitleggen wat de halfwaardetijd van een atoom is.

  • Je kunt rekenen met de halfwaardetijd van een atoom.

Slide 3 - Tekstslide

Herhaling 



Behouden is:
  • massa
  • lading
  • (energie)
36Li=ladingmassaSymbool

Slide 4 - Tekstslide

Maak de reactievergelijking kloppend:



Hint: Bedenk wat je al weet op basis van de symbolen...
timer
1:00

Slide 5 - Tekstslide

Antwoord:

Slide 6 - Tekstslide

Aantal atomen over?
Ik heb  10¹⁰ atomen radioactief koolstof ,            .
De halveringstijd (=halfwaardetijd)
van deze isotoop is 5730 jaar.

Hoeveel atomen zijn er over na 1 jaar?

(hint: Reken eerst uit hoeveel halveringstijden er verstreken zijn)


146C
Nt=N0(21)thalfwaardet

Slide 7 - Tekstslide

Aantal atomen dat over is:
Nt=N0(21)thalfwaardet
Nklasgenotenoptijdt=Nklasgenotenopt=0(21)1min.tijd
Activiteit in Bequerel (Bq) = vervallende atomen per seconde
is evenredig met aantal radioactieve atomen, dus:


At=A0(21)thalfwaardet

Slide 8 - Tekstslide

Maak opgaven 24
onduidelijker: boek --> buur --> bureau


Klaar?
Werk aan opgaven t/m 28
timer
7:00
zacht overleg met directe buur
α=24He
β=10e
β+=+10e
Nt=N0(21)thalfwaardet

Slide 9 - Tekstslide

Antwoord 
Antwoord

Slide 10 - Tekstslide

Vier mogelijke vragen:                                   
  • Ik begin met 2*10⁹ atomen en m'n halfwaardetijd is 4 uur.
    Hoeveel atomen zijn er nog na een dag?

  • Ik heb nu 24 atomen en m'n halfwaardetijd is 4,3 uur.
    Hoeveel atomen had ik een dag geleden?

  • Ik had gisteren 1024 atomen en na een dag heb ik er nog maar 2.
    Wat is m'n halfwaardetijd?

  • Ik had 1024 atomen en nu heb ik er nog maar 2.   t_1/2 is 1 jaar.
Hoeveel tijd is er verstreken?
Nt=N0(21)thalfwaardet
Nt
t
thalfwaarde
N0
gevraagd:
opgave:

24




20 b



22



26 b

Slide 11 - Tekstslide

Maak opgave 20 b
onduidelijker: boek --> buur --> bureau


Klaar?
Werk aan opgaven t/m 28
timer
5:00
zacht overleg met directe buur
α=24He
β=10e
β+=+10e
Nt=N0(21)thalfwaardet

Slide 12 - Tekstslide

Antwoord 
Antwoord    20 b

Slide 13 - Tekstslide

Vier mogelijke vragen:                                   
  • Ik begin met 2*10⁹ atomen en m'n halfwaardetijd is 4 uur.
    Hoeveel atomen zijn er nog na een dag?

  • Ik heb nu 24 atomen en m'n halfwaardetijd is 4,3 uur.
    Hoeveel atomen had ik een dag geleden?

  • Ik had gisteren 1024 atomen en na een dag heb ik er nog maar 2.
    Wat is m'n halfwaardetijd?

  • Ik had 1024 atomen en nu heb ik er nog maar 2.   t_1/2 is 1 jaar.
Hoeveel tijd is er verstreken?
Nt=N0(21)thalfwaardet
Nt
t
thalfwaarde
N0
gevraagd:
opgave:

24




20 b



22



26 b

Slide 14 - Tekstslide

Maak opgave 22
onduidelijker: boek --> buur --> bureau


Klaar?
Werk aan opgaven t/m 28
timer
5:00
zacht overleg met directe buur
α=24He
β=10e
β+=+10e
Nt=N0(21)thalfwaardet

Slide 15 - Tekstslide

Antwoord 
Antwoord    22

Slide 16 - Tekstslide

Vier mogelijke vragen:                                   
  • Ik begin met 2*10⁹ atomen en m'n halfwaardetijd is 4 uur.
    Hoeveel atomen zijn er nog na een dag?

  • Ik heb nu 24 atomen en m'n halfwaardetijd is 4,3 uur.
    Hoeveel atomen had ik een dag geleden?

  • Ik had gisteren 1024 atomen en na een dag heb ik er nog maar 2.
    Wat is m'n halfwaardetijd?

  • Ik had 1024 atomen en nu heb ik er nog maar 2.   t_1/2 is 1 jaar.
Hoeveel tijd is er verstreken?
Nt=N0(21)thalfwaardet
Nt
t
thalfwaarde
N0
gevraagd:
opgave:

24




20 b



22



26 b

Slide 17 - Tekstslide

Maak opgave 26
onduidelijker: boek --> buur --> bureau


Klaar?
Werk aan opgaven t/m 28
timer
5:00
zacht overleg met directe buur
α=24He
β=10e
β+=+10e
Nt=N0(21)thalfwaardet

Slide 18 - Tekstslide

Antwoord 
Antwoord    26

Slide 19 - Tekstslide

Uitwisselen:
De volgende persoon mag het uitleggen







V5
V3

Slide 20 - Tekstslide

Lees blz. 51 t/m 54 = huiswerk
onduidelijker: boek --> buur --> bureau

Klaar?
maak opgave 21, 22, 23, 25
timer
5:00
zacht overleg met directe buur
α=24He
β=10e
β+=+10e
Nt=N0(21)thalfwaardet

Slide 21 - Tekstslide