Cursus 7 - Spelling - paragraaf 6 - spellingsalarm

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b, k, g
• Leerjaar 2

Nederlands week 11

• Op tafel

  -  leesboek 

  -  boek Nederlands: niet deze les

  -  pen en schrift   

•  Computer

   - Nederlands opstarten via Magister  

• Aan je eigen tafel zitten  

Lezen in je leesboek

Programma deze les

• Huiswerk nakijken van de vorige les
  
• Doel van deze les
• Voorkennis
  
• Instructie
  
• Aan de slag
  
• Huiswerk volgende week les

Huiswerk nakijken

Huiswerk vorige les: 

Spelling - paragraaf 5 - verkleinwoorden - blz. 230 en 231

Doel

Ik kan woorden die hetzelfde klinken correct spellen.

Voorkennis

Wat zijn de verkleinwoorden van:

ring - kind - vergoeding - raam

Antwoord

ringetje - kindje - vergoedinkje - raampje

Voorkennis

Wat is een werkwoord?

Antwoord

Woorden die je kunt doen

Voorbeelden: lopen - afzeggen - fietsen - poetsen

Voorkennis

Hoe vind je de persoonsvorm in een zin?

Antwoord

Door er een vraagzin van te maken. Het woord dat vooraan komt te staan is de persoonsvorm.

Instructie 

Sommige klanken klinken hetzelfde, maar schrijf je anders.

Voorbeelden:

• g en ch: dag, licht
• au en ou: kauwen, koud
  
• ei en ij: eind, ijs
  
• i, ie en y: juni, actie, baby

Instructie 

Meestal zijn er geen regels om te onthouden welke letters je moet gebruiken. Je kunt de woorden het best uit je hoofd leren. Veel lezen helpt.

Gebruik bij twijfel een (online) woordenboek.

Instructie

Er is vandaag geen instructiefilmpje!

Aan de slag

Ga aan de slag met de opdrachten van paragraaf 6. Je moet ze allemaal maken.

Ben je klaar? Kies uit:

- ontwerp een hulpposter

- ga lezen in je leesboek

Huiswerk

Maandag 17 maart:

- maak de opdrachten van het spellingsalarm (spelling - paragraaf 6) af