NWG of WWG herhaling

Grammatica
Onderwerp: werkwoordelijk of naamwoordelijk gezegde
Doel: Ik kan aangeven of een zin een werkwoordelijk of een naamwoordelijk gezegde heeft.
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Grammatica
Onderwerp: werkwoordelijk of naamwoordelijk gezegde
Doel: Ik kan aangeven of een zin een werkwoordelijk of een naamwoordelijk gezegde heeft.

Slide 1 - Tekstslide

Als het goed is, heb je nu gezien wat het verschil is tussen een werkwoordelijk en een naamwoordelijk gezegde:
• Het werkwoordelijk gezegde geeft aan wat het onderwerp doet
Voorbeeld: Het kleine meisje heeft een lekker ijsje gegeten.
Het onderwerp ‘het kleine meisje’ doet hier iets, namelijk ‘eten’.
• Het naamwoordelijk gezegde geeft aan wat het onderwerp is. Het geeft een kenmerk of eigenschap van het onderwerp aan.
Voorbeeld: Het kleine meisje is lief.  
Het onderwerp ‘het kleine meisje’ doet hier niets, maar ze is iets, ‘lief’.
 ‘Lief’ is hier een eigenschap van het meisje.

Slide 2 - Tekstslide

Let op
Het naamwoordelijk gezegde kan ook aangeven wat het onderwerp in het verleden was of in de toekomst zal zijn of worden.
Voorbeeld: Het kleine meisje was verdrietig.
Het onderwerp ‘het kleine meisje’ doet niets, maar ze is in het verleden wel iets geweest, namelijk ‘verdrietig’.

Slide 3 - Tekstslide

Let op
Soms doet het onderwerp niets, maar wordt er wel iets met het onderwerp gedaan. Dan hebben we te maken met een wwg.
"Hij is door de politie beloond voor zijn heldendaden."

Lastig? Kijk dan naar het belangrijkste werkwoord in de zin.
Is dat één van de koppelwerkwoorden? Nee? Dan hebben we te maken met een zelfstandig werkwoord, dus een wwg.

Slide 4 - Tekstslide

Jij wordt nog eens ernstig ziek.
A
WWG
B
NWG

Slide 5 - Quizvraag

De planten werden twee keer per week besproeid.
A
WWG
B
NWG

Slide 6 - Quizvraag

Karel was altijd aardig voor zijn teamgenoten.
A
WWG
B
NWG

Slide 7 - Quizvraag

Mijn broer is vorig jaar piloot geworden.
A
WWG
B
NWG

Slide 8 - Quizvraag

Dat verhaal over de piramides is erg mooi.
A
WWG
B
NWG

Slide 9 - Quizvraag

Het huis is door de makelaar op een miljoen getaxeerd.
A
WWG
B
NWG

Slide 10 - Quizvraag

Gisteren is het nog erg gezellig geworden.
A
WWG
B
NWG

Slide 11 - Quizvraag

Zij heeft de boodschappen voor de buurman gedaan.
A
WWG
B
NWG

Slide 12 - Quizvraag

Ik ben voor de opening van de feestweek uitgenodigd.
A
WWG
B
NWG

Slide 13 - Quizvraag

Dat verhaal van de ontsnapping is erg mooi verteld.
A
WWG
B
NWG

Slide 14 - Quizvraag

Noteer het WWG of NWG
1. De vrouw van de gevangene heeft men een bezoek aan haar man toegestaan.
2. Na zo’n geweldige leuke vakantie lijkt het leven weer veel zonniger.

3. De slordig opgeruimde slaapkamer van mijn zusje ergert mijn moeder vreselijk.

4. Aan goede kennissen schrijf ik zelfs in deze tijd van e-mail en mobiele telefoons graag nog lange brieven.

5. De strip Jan, Jans en de kinderen blijkt elke week weer de meest gelezen pagina uit de Libelle.


Slide 15 - Tekstslide

Noteer het WWG of NWG
6. Die opmerking van oom Piet bracht zijn kleine neefje op een bijzonder goed idee.
7. Morgen trakteert het jongste kind uit de tweede klas al zijn leraren op toastjes met Franse kaas.
8. Het is die arme jongen kennelijk niet gegund.
9. Vanmorgen is die brandweerman door de burgemeester de medaille voor 25 jaar trouwe dienst uitgereikt.
10. Grammaticatoetsen blijken in de praktijk erg moeilijk te zijn.

Slide 16 - Tekstslide

De vrouw van de gevangene heeft men een bezoek aan haar man toegestaan.

Slide 17 - Open vraag

Na zo’n geweldige leuke vakantie lijkt het leven weer veel zonniger.

Slide 18 - Open vraag

De slordig opgeruimde slaapkamer van mijn zusje ergert mijn moeder vreselijk.

Slide 19 - Open vraag

Aan goede kennissen schrijf ik zelfs in deze tijd van e-mail en mobiele telefoons graag nog lange brieven.

Slide 20 - Open vraag

De strip Jan, Jans en de kinderen blijkt elke week weer de meest gelezen pagina uit de Libelle.

Slide 21 - Open vraag

Die opmerking van oom Piet bracht zijn kleine neefje op een bijzonder goed idee.

Slide 22 - Open vraag

Morgen trakteert het jongste kind uit de tweede klas al zijn leraren op toastjes met Franse kaas.

Slide 23 - Open vraag

Het is die arme jongen kennelijk niet gegund.

Slide 24 - Open vraag

Vanmorgen is die brandweerman door de burgemeester de medaille voor 25 jaar trouwe dienst uitgereikt.

Slide 25 - Open vraag

Grammaticatoetsen blijken in de praktijk erg moeilijk te zijn.

Slide 26 - Open vraag