Behoeften

Wat heb je nodig?
1 / 48
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieVoortgezet speciaal onderwijsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerroute VKLeerroute VGLeerroute VTLeerjaar 1,2

In deze les zitten 48 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Wat heb je nodig?

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen:
  • Uitleggen wat een behoefte is.
  • Het verschil uitleggen tussen primaire en secundaire behoeften.
  • Het onderscheid maken tussen economische en niet-economische behoeften.
  • Uitleggen wat het verschil is tussen materiële en immateriële behoeften.
  • Voorbeelden van behoeften herkennen en correct indelen volgens de drie indelingen.
  • Zelf voorbeelden geven van hun eigen behoeften en ze correct benoemen.
  • Kritisch nadenken over de rol van geld, middelen en keuzes in hun dagelijks leven.
  • Simpele schema’s, tabellen en visuele voorstellingen interpreteren.
  • Begrippen correct toepassen in situaties of oefenvragen.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat was het eerste wat je vandaag echt wilde?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

BEHOEFTEN

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een behoefte volgens jou?

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een behoefte volgens jou?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Behoeften
"Iets wat je nodig hebt of graag wilt hebben."

- Basisbehoeften (primaire behoeften)
- Overige behoeften (secundaire behoeften)

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Primaire behoeften
"Noodzakelijk"

  • Eten
  • Drinken
  • Kleding
  • Dak boven je hoofd
  • Medische zorg
Secundaire behoeften
"Leven aangenamer maken"

  • Uit eten
  • Wijn, Bier en Champagne
  • Dure merkkleding
  • Vakantiehuisje
  • Plastische chirurgie

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Noem een ander voorbeeld dan genoemd in de video van primaire behoeften en secundaire behoeften.

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat vind jij belangrijk, waar geef jij het meeste geld aan uit? Geef ook aan of het een primaire of secundaire behoefte is.

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Eten is een ....
A
Primaire behoefte
B
Secundaire behoefte

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kleding is een ...
A
Primaire behoefte
B
Secundaire behoefte

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een playstation is een ...
A
Primaire behoefte
B
Secundaire behoefte

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Primaire behoeften zijn ...
A
de noodzakelijke behoeften.
B
de luxe behoeften.

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een voorbeeld van een primaire behoefte is:
A
Smartphone
B
TV
C
Sieraden
D
Kleding

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het hebben van een fiets is een ...
A
primaire behoefte.
B
secundaire behoefte

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Primaire behoeften
Secundaire behoeften

Slide 18 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Primaire behoeften
Secundaire behoeften
Behoeften die je leven prettiger maken.
Behoeften die je leven beter maken.
Behoeften om in leven te kunnen blijven
Noodzakelijke behoeften.

Slide 19 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Basisbehoeften
Primaire behoeften 
Secundaire behoeften 
Overige behoeften
Vakantie
Smartphone
Woonruimte
Schoenen

Slide 20 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Primaire behoeften
Secundaire behoeften

Slide 21 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Primaire behoeften
Luxe behoeften

Slide 22 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Secundaire behoefte

Primaire (basis) behoeften

Slide 23 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij het vak economie gaat het vaak over behoeften die mensen hebben. Je noodzakelijke behoeften zoals voeding, kleding en woonruimte noem je ............................. behoeften. Daarnaast heb je behoeften om je leven aangenamer te maken. Dit zijn je .................................. behoeften. Als je in je behoeften voorziet door iet ste kopen, dan ben je aan het ..........................
Primaire
Consumeren
Secundaire

Slide 24 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

 Economisch of niet?
Economische behoefte = er is geld of goederen nodig

Niet-economische behoefte = puur gevoel of sociaal contact

Beide zijn echt en belangrijk

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Is medische zorg een economische behoefte?
A
Ja, het is een economische behoefte.
B
Nee, het is geen economische behoefte.

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is een vakantie een economische behoefte?
A
Nee, het is geen economische behoefte.
B
Ja, het is een economische behoefte.

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Geeft het lezen van boeken een economische behoefte aan?
A
Ja, het is een economische behoefte.
B
Nee, het is geen economische behoefte.

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is het kopen van een huis een economische behoefte?
A
Ja, het is een economische behoefte.
B
Nee, het is geen economische behoefte.

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Economische behoefte
Niet-economische behoefte
= kun je bevredigen door goederen of diensten te kopen.
= kun je niet bevredigen door iets te kopen.

Slide 30 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Materiële behoeften
Hand opsteken!

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 Immateriële behoeften
Hand opsteken!

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat typeert immateriële behoeften?
A
Ze kunnen worden aangeraakt
B
Ze zijn fysiek noodzakelijk
C
Ze zijn altijd kostbaar
D
Ze zijn vaak emotioneel van aard

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke behoefte valt onder immateriële behoeften?
A
Boeken en tijdschriften
B
Zelfvertrouwen en zelfrespect
C
Auto en motor
D
Voedsel en drank

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een kenmerk van materiële behoeften?
A
Ze zijn tastbaar en meetbaar
B
Ze zijn niet essentieel voor leven
C
Ze vereisen geen financiële middelen
D
Ze zijn subjectief en variabel

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld van immateriële behoeften?
A
Eten en drinken
B
Kleding en accessoires
C
Huisvesting en meubels
D
Liefde en erkenning

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn materiële behoeften?
A
Persoonlijke ontwikkeling
B
Emotionele steun en vriendschap
C
Fysieke goederen zoals voedsel en kleding
D
Creatieve uitdrukkingen

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Welke behoeften had Paul vandaag? Geef minstens 3 voorbeelden.

Slide 39 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Zijn deze behoeften primair of secundair? Economisch of niet-economisch? Materieel of immaterieel?

Slide 40 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Was er beïnvloeding van zijn behoeften / koopgedrag?

Slide 42 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verschillen in behoefte afhankelijk van:


  • hoeveel geld je kunt uitgeven,
  • je leeftijd,
  • je gender: meisje, jongen of non-binair,
  • waar je woont,
  • je smaak.

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Wat vond je van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 45 - Poll

De poll (Emoji)
Voor het uitvragen van emoties bij bepaalde onderwerpen, komt het emoji type goed van pas.

Met de poll kun je leerlingen bevragen met stellingen tijdens de (klassikale of gedeelde) les. Deze stellingen hebben geen goede of foute antwoorden, maar kunnen juist gebruikt worden om discussies te starten en meningen uit te vragen.
Noteer 2 dingen die je deze les hebt geleerd.

Slide 46 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Noteer 2 dingen waarover je meer wilt weten.

Slide 47 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Noteer wat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 48 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.