Licht quiz voor escaperoom

Theorie bij escapebox
Lichtbronnen (kunstmatig en natuurlijk)
Lichtbreking (prisma, spectrum en kleuren filters)
Licht weerkaatsen (diffuus en spiegelend
Spiegelwet
Schaduw
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Theorie bij escapebox
Lichtbronnen (kunstmatig en natuurlijk)
Lichtbreking (prisma, spectrum en kleuren filters)
Licht weerkaatsen (diffuus en spiegelend
Spiegelwet
Schaduw

Slide 1 - Tekstslide

lichtbron
Een lichtbron is een object die uit zichzelf licht geeft.

Slide 2 - Tekstslide

De zon alslichtbron
De zon geeft 3 soorten straling, namelijk:
1.) zichtbaar licht (alle kleuren licht)
2.) ultraviolette straling (wordt je bruin van)
3.) infrarodestraling (warmtestraling)

Slide 3 - Tekstslide

“wit” licht

Je kunt met behulp van een prisma (een doorzichtig object)  een regenboog zichtbaar maken van een bundel “wit” licht. 
Je noemt die regenboog het spectrum van “wit” licht.

voorbeelden van lichtbronnen die bij benadering wit licht geven zijn een gloeilamp, TL-balk en de zon.

Slide 4 - Tekstslide

het spectrum van “wit” licht
“Wit” licht
Prisma
Spectrum

Slide 5 - Tekstslide

werking kleurenfilter
Een kleurenfilter is een stuk doorzichtig, gekleurd glas of plastic. Een kleurenfilter laat slechts 1 kleur licht door, namelijk dezelfde kleur licht als de kleur die het filter heeft.

Slide 6 - Tekstslide

proefje met kleuren filters

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Met behulp van welk object kun je “wit” licht splitsen in alle kleuren van de regenboog?
A
Een spectrum
B
Een spiegel
C
Een laser
D
Een prisma

Slide 10 - Quizvraag

Van welk type straling wordt je bruin?
A
Röntgenstraling
B
Infraroodstraling
C
Ultraviolettestraling
D
”wit” licht

Slide 11 - Quizvraag

Welk type straling geeft de zon NIET?
A
“Wit” licht
B
Ultrasoon
C
Infrarood

Slide 12 - Quizvraag

Welk type straling zenden wij mensen uit?
A
“Wit” licht
B
Ultraviolettestraling
C
Infrarood
D
Geen straling

Slide 13 - Quizvraag

kunstmatig of natuurlijk
We maken onderscheid tussen natuurlijke lichtbronnen en kunstmatige lichtbronnen.
kunstmatige lichtbron: Een lichtbron gemaakt door de mens, bijv. gloeilamp, TL-buis, LED lampje, kaars, etc
Natuurlijke lichtbron: licht geleverd door de natuur zonder tussenkomst van de mens. bijv. de zon en sterren.

Slide 14 - Tekstslide

geen lichtbronnen
Er bestaan ook voorwerpen die licht weerkaatsen, maar zelf geen licht geven. voorbeelden zijn bijv. de maan, deze weerkaatst licht van de zon. andere voorbeelden zijn: een reflector op een fiets, reflecterende strips op kleding of kattenogen (reflecterende dopjes langs de weg).

Slide 15 - Tekstslide

Het object uit de afbeelding is een .......
A
Natuurlijke lichtbron
B
Kunstmatige lichtbron
C
Geen lichtbron

Slide 16 - Quizvraag

Het object uit de afbeelding is een .......
A
Natuurlijke lichtbron
B
Kunstmatige lichtbron
C
Geen lichtbron

Slide 17 - Quizvraag

Het object uit de afbeelding is een .......
A
Natuurlijke lichtbron
B
Kunstmatige lichtbron
C
Geen lichtbron

Slide 18 - Quizvraag

Het object uit de afbeelding is een .......
A
Natuurlijke lichtbron
B
Kunstmatige lichtbron
C
Geen lichtbron

Slide 19 - Quizvraag

Het object uit de afbeelding is een .......
A
Natuurlijke lichtbron
B
Kunstmatige lichtbron
C
Geen lichtbron

Slide 20 - Quizvraag

Het object uit de afbeelding is een .......
A
Natuurlijke lichtbron
B
Kunstmatige lichtbron
C
Geen lichtbron

Slide 21 - Quizvraag

diffuse en spiegelende terugkaatsing
Wanneer licht wordt teruggekaatst dan kan dit op twee manieren plaats vinden, namelijk spiegelend of diffuus. 

glanzende en gladde voorwerpen zoals ramen, spiegels en stilstaand water kaatsen licht spiegelend terug.
doffe en onregelmatige voorwerpen kaatsen diffuus terug.

Slide 22 - Tekstslide

diffuse terugkaatsing
doffe en onregelmatig gevormde voorwerpen kaatsen licht diffuus (in alle richtingen) terug. Bijv. kleding, een bal, de tafel, etc.

Slide 23 - Tekstslide

spiegelende terugkaatsing
gladde en glanzende voorwerpen kaatsen spiegelend terug
(ramen, spiegels, stilstaand water, metalen, etc)

bij spiegelende terugkaatsing
geldt altijd de spiegelwet.
spiegelwet:
hoek i = hoek t

Slide 24 - Tekstslide

spiegelwet
hoek i = hoek t
De hoek van inval is precies even groot als de hoek van terugkaatsing.


Slide 25 - Tekstslide

normaal
De normaal is een hulplijn (dus stippelen) die een hoek van 90 graden maakt met de spiegel.

De hoek van inval is de hoek tussen de normaal en de invallende lichtstraal.

De hoek van terugkaatsing is de hoek tussen de normaal en de teruggekaatste lichtstraal.

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

De normaal maakt een hoek van ....... graden met de spiegel
A
0 graden
B
45 graden
C
90 graden
D
180 graden

Slide 28 - Quizvraag

juist/onjuist
Nummer 1 geeft de hoek van inval weer?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 29 - Quizvraag

Welk nummer geeft de hoek van terugkaatsing weer?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 30 - Quizvraag

De hoek van inval is 65 graden, dan is de hoek van terugkaatsing ..... graden
A
25 graden
B
65 graden
C
130 graden
D
Dat kun je niet zeggen je hebt de normaal niet

Slide 31 - Quizvraag

De normaal en hoek t tekenen

Slide 32 - Tekstslide

De normaal en hoek t tekenen

Slide 33 - Tekstslide

schaduw
Achter/onder een niet doorzichtig object kan geen licht komen. Achter/onder een niet doorzichtig voorwerp ontstaat een schaduw.

Je kunt de schaduw tekenen door de randstralen te tekenen. randstralen zijn de lichtstralen die langs de randen van het voorwerp lopen die het licht tegen houdt.

Slide 34 - Tekstslide

schaduw tekenen (puntlichtbron)
Teken 2 lichtstralen vanuit de puntlichtbron langs de randen van het voorwerp, de randstralen. Het gebied tussen de twee randstralen is schaduw gebied.

Een puntlichtbron is een lichtbron die klein is in verhouding tot het voorwerp dat de schaduw veroorzaakt. Wanneer je te maken hebt met een puntlichtbron, dan ontstaat er maar 1 schaduw.

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide