§6 Verandering of stabiliteit?

Verandering of stabiliteit?
§4.6
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Verandering of stabiliteit?
§4.6

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

leerdoelen
Je kunt een beredeneerde afweging maken of nationale identiteit meer verbindend of onderscheidend is.

Je kunt uitleggen waarom het lastig is om verandering van cultuur tegen te houden.

Je kunt sociaal-culturele conflicten analyseren aan de hand van de drie manieren van identificatie.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

wat vind jij?
A
ik ben voor het koningshuis
B
geef mij maar een Republiek
C
maakt mij niet uit

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

maatschappelijke conflicten

Slide 4 - Tekstslide

volgende slide dia over tegenstanders coronamaatregelen

Slide 5 - Link

filmje met willem engel die demonstreert tegen mondkapjesplicht om conflict in de samenleving duidelijk te maken.
voor- en tegenstanders van zwarte Piet
zorgen voor conflicten in de samenleving

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

wat vind jij?
A
Zwarte Piet zal altijd blijven en dat is goed
B
Zwarte Piet gaat verdwijnen en dat is goed
C
Zwarte Piet zal altijd blijven en dat is jammer
D
Zwarte Piet gaat verdwijnen en dat is jammer

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is de Nederlandse cultuur veranderbaar?
inclusief denken
Het belangrijk vinden dat culturele minderheden zich ook onderdeel voelen van de Nederlandse samenleving
cultuur onveranderbaar
mensen vinden dat de nationale Nederlandse identiteit bewaakt moet worden en vinden dat we moeten “vasthouden aan wat we hebben”.
conflicten

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

     De escalatieladder:
fase 1: een conflict is een probleem dat rationeel kan worden opgelost door samen te discussiëren. Beide partijen komen er dan positief uit.

  fase 2: , ligt de nadruk op emoties in plaats van op rationaliteit. In deze fase is het conflict een strijd geworden waarin beide partijen ‘van elkaar willen winnen’. Het is dus niet meer zo dat ze er allebei goed uit kunnen komen. De ene partij zal het conflict winnen en de andere zal verliezen. Partijen zullen proberen mensen voor zich te winnen en steeds meer valse dingen doen. In de laatste stap in deze fase wordt er gedreigd met negatieve sancties.


    fase 3:  is het conflict helemaal geëscaleerd. Beide partijen beseffen dat niemand meer kan winnen, maar blijven elkaar zien als vijand. Ze gaan samen ten onder en gebruiken daarbij geweld om de ander te beschadigen. Het gaat alleen nog maar om het vernietigen van de ander. Een bemiddelaar kan dan al niks meer beginnen: het conflict zal door een rechter beëindigd moeten worden.


In welke fase van de escalatieladder zit de zwarte pieten discussie volgens jou?

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

de samenleving
polariseert

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ook het  politieke debat is verhard
nationalistische partijen
Nationalistische partijen voelen zich vooral verbonden met Nederland en zien de verschillende etnische subculturen in de samenleving als een gevaar.
De nationale cultuur moet verdedigt worden

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

pluriformiteit in de samenleving
kosmopolitische partijen
kosmopolitische partijen. Zij voelen zich meer verbonden met de mensheid in het algemeen dan met de nationale identiteit. Zij accepteren maatschappelijke pluriformiteit en hebben geen moeite met een nationale identiteit die gekenmerkt wordt door verscheidenheid. Cultuur verandert, en dat is niet erg. GroenLinks en D66 zijn typisch kosmopolitische partijen.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

voetbalfan
christelijk
homoseksueel
Nederlander
Limburger

Slide 14 - Tekstslide

mensen hebben meerdere identiteiten.

verbinding maken in de samenleving
functionele identificatie
Iemand wordt niet meer als lid van een (etnische) groep wordt gezien, maar als iemand die een bepaalde rol heeft, bijvoorbeeld student geneeskunde, docent of politieagent.
normatieve identificatie
verbinding komt tot stand door aanpassing aan de norm en aanpassing van de norm. Van mensen wordt verwacht dat zij zich aanpassen aan de heersende normen, de geschreven en ongeschreven gedragsregels in het land
Emotionele identificatie
het gevoel dat je verbonden bent met andere mensen, dat je erbij hoort. Dat kan voortkomen uit functionele en normatieve identificatie. Als je mag meepraten en normen ter discussie mag stellen, zul je eerder het gevoel hebben dat je erbij hoort
mensen met een migratieachtergrond

Slide 15 - Tekstslide

Voor mensen met een migratieachtergrond is het lastig om verbinding te vinden als wij de Nederlandse cultuur niet allemaal hetzelfde interpreteren en omschrijven.
Hoe pluriform vind jij de Nederlandse samenleving?

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies