Masterclass voeding - Les 2 - Eetgewoonten en smaken





De vorige les vond ik:
A
leuk
B
niet leuk
1 / 13
volgende
Slide 1: Quizvraag
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les





De vorige les vond ik:
A
leuk
B
niet leuk

Slide 1 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welkom! 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



  • lesdoelen
  • lezen van etiketten
  • aan de slag met praktische
     opdracht
  • checken lesdoelen
Wat gaan we doen?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
  • Aan het einde van deze les weet je hoe je etiketten moet lezen en 
     waar je op moet letten bij het goed kunnen lezen van een etiket.
  • Aan het einde van deze les heb je samen nagedacht over een recept
     voor een maaltijd die aan verschillende eisen moet voldoen.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Etiketten lezen
Wat staat er op een etiket?
- ingrediënten
- allergie-informatie
- voedingswaarden

Ingrediënten
cacaomassa, cacaoboter, magere cacao.
Kan NOTEN, MELK en SOJA bevatten.

Allergie-informatie
Kan bevatten:Noten, Melk, Soja

Slide 5 - Tekstslide

Zou je iets aan je eetgewoontes willen aanpassen?
Etiketten lezen 
Ingrediënten
Ingrediënten: cacaomassa°, suiker, lactose, emulgator (sojalecithine [E322]), Bourbonvanille-extract.
Waarvan toegevoegde suikers 47g per 100 gram en waarvan toegevoegd
zout 0.00g per 100 gram 
cacaobestanddelen ten minste 50%.
°Rainforest Alliance gecertificeerd. Zie voor meer informatie ra.org

Allergie-informatie
Bevat:Soja, Lactose
Kan bevatten:Eieren, Melk, Noten, Pinda'S, Glutenbevattende Granen, Gerst, Khorasantarwe, Haver, Spelt, Rogge, Amandel, Cashewnoot, Hazelnoot, Macadamianoot, Pecannoot, Paranoot, Pistache-Noot, Walnoot, Tarwe

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Belangrijk bij het lezen van etiketten
  • De voedingsstof die als eerste wordt genoemd, zit er het meest in.
  • Allergenen staan dikgedrukt en/of in hoofdletters aangegeven, dit
     is verplicht. 
  • Ook E-nummers staan genoemd onder de ‘Ingrediënten’, dit is
     verplicht.
  • Varkensgelatine wordt niet genuttigd door moslims.
  • Mensen met coeliakie hebben een intolerantie voor glutenbevattende
     granen, een spoortje kan al schade aanbrengen.
  • Veganisten eten geen dierlijke producten, dus ook geen eieren.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom etiketten lezen?
Een etiket lezen is handig als je:
  • 2 producten wilt vergelijken om een
     gezondere keuze te maken
  • wilt weten wat er in een product zit
  • wilt weten hoe een product is gemaakt
  • wilt weten waar het product vandaan
     komt
  • wilt weten of het product duurzaam is
  • wilt weten waar je het product moet
     bewaren
  • een voedselallergie hebt

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Praktische opdracht
We hebben in totaal vier lessen. 

Les 1: verdelen van de taken, bepalen recept deel 1
Les 2: bepalen recept deel 2, berekenen hoeveelheden
           en maken boodschappenlijstje
Les 3: maken boodschappenlijstje en bepalen
           planning 
Les 4: klaarmaken recept

Werk samen in Google Docs.


Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Even terug naar de lesdoelen
Wat heb je onthouden wat betreft het lezen van etiketten?

Wat is de status bij het uitvoeren van de praktische opdracht?

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies





Deze les vond ik:
A
leuk
B
niet leuk

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Samen onderzoeken we onze eetgewoonten, maar ook die van onze omgeving. We hebben het over veranderingen in de smaakperceptie en gaan vervolgens aan de hand van een budget een maaltijd samenstellen door de juiste hoeveelheden te berekenen en een bijpassende boodschappenlijst te maken.

...kun je een eenvoudige maaltijd voor jezelf bereiden en daarbij hygiënisch werken. 
...kun je uitleggen hoe je rekening houdt met anderen die een speciaal dieet (moeten) volgen.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Praktische opdracht
In deze les heb je onder andere geleerd welke informatie je terug kunt vinden op etiketten. Als je weet waar je op moet letten, kennen voedingsmiddelen geen geheimen meer voor je. Dat gaan we in deze opdracht even testen.

Kies thuis twee producten uit die verpakt zijn en een etiket hebben, bijvoorbeeld een product uit de koelkast (zoals melk of halvarine) en een product uit de voorraadkast (zoals rijst of pindakaas).

Beantwoord over elk product de volgende vragen. Geef het ook aan als je de vraag niet kunt beantwoorden omdat het niet op het etiket staat:

1. Wat is de naam van het product?

2. Welke ingrediënten zitten erin? Staan er heel veel ingrediënten genoemd, noteer dan de eerste drie.

3. Hoeveel kcal zit er in 100 gram van het product?

4. Wat is de houdbaarheidsdatum van het product? Kun je het na die datum nog opeten?

5. Waar moet je het product bewaren?

6. Hoeveel gram zit er in de verpakking?

7. Hoe groot is een portie?

8. Staat er een keurmerk op het product? Zo ja, wat betekent dit keurmerk?

9. Staat er een claim op het product? Zo ja, welke?

10. Wat valt je nog meer op aan dit product?

Noteer alle antwoorden in een Word-document. Upload die onderaan deze pagina.
                     

Slide 13 - Tekstslide

Opdracht 2a en b.