Weer & klimaat les 1 - start project

Project 2 Weer & Klimaat
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 8 videos.

Onderdelen in deze les

Project 2 Weer & Klimaat

Slide 1 - Tekstslide

Wat je vandaag gaat leren:
* Het verschil tussen weer en klimaat
* Wat een weerstation is
* Hoe je een regenmeter zelf kunt maken
* Wat luchtdruk is.

Slide 2 - Tekstslide

Waar denk jij aan bij
het onderwerp
weer & klimaat?

Slide 3 - Woordweb

Slide 4 - Video

Wat is volgens jou het verschil tussen de begrippen 'weer' en 'klimaat'?

Slide 5 - Open vraag

Slide 6 - Video


Het Nederlandse klimaat.


Milde winters, milde zomers en neerslag gedurende het hele jaar.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Ben jij blij met het klimaat in Nederland?
Ja
Nee

Slide 9 - Poll

Wat weet je nog niet over dit onderwerp?
Welke vragen heb jij over weer en klimaat?
Maak een document aan met al jouw vragen.

Slide 10 - Tekstslide

Werkstuk
* Bij dit project gaan we een werkstuk maken.
* Je hebt nu een lijst met vragen over 'weer en klimaat'. 
* Kies 3 vragen uit jouw lijst. 
Deze vragen moeten interessant en leerzaam zijn en er moet voldoende informatie over te vinden zijn.

Slide 11 - Tekstslide

Weerstation
* Thermometer 
* Regenmeter
* Windwijzer
* Barometer

Slide 12 - Tekstslide

Hoe werkt luchtdruk?
Je weet vast wel waar een thermometer, een regenmeter en een  windwijzer voor gebruikt worden.
Maar wat doet een barometer?
Een barometer meet de luchtdruk.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

0

Slide 15 - Video

Slide 16 - Video

Slide 17 - Video

Slide 18 - Video

Vrijdag maken we de regenmeter, neem deze week de spullen mee die jullie nodig hebben.

Slide 19 - Tekstslide

Het klimaat van Nederland
milde winters
milde zomers
hele jaar neerslag mogelijk
koude winters
alleen in de herfst veel neerslag
weinig neerslag
Hete zomers

Slide 20 - Sleepvraag

Weer en klimaat is hetzelfde
A
Juist
B
Onjuist

Slide 21 - Quizvraag

Weer of klimaat?
‘Het regent en er komt later mist.’
A
Weer
B
Klimaat

Slide 22 - Quizvraag

Gaat deze uitspraak over weer of klimaat?
'In Nederland is de gemiddelde temperatuur in januari 3° C.'
A
Weer
B
Klimaat

Slide 23 - Quizvraag

Gaat deze uitspraak over weer of klimaat?
'Juli is in Nederland de warmste maand van het jaar.'
A
Weer
B
Klimaat

Slide 24 - Quizvraag

Gaat de volgende zin over weer of klimaat?
'De winters in Portugal zijn warmer dan in Noorwegen.'
A
Weer
B
Klimaat

Slide 25 - Quizvraag

Weer of klimaat?
'Morgen wordt het mooi weer, 25 graden en af en toe een klein buitje'.
A
Weer
B
Klimaat

Slide 26 - Quizvraag

Het regende zondag. Gaat het hier over weer of klimaat?
A
Weer
B
Klimaat

Slide 27 - Quizvraag

Gaat deze zin over weer of klimaat?
'In Nederland is een witte Kerst zeer zeldzaam.'
A
Weer
B
Klimaat

Slide 28 - Quizvraag

Lees de tekst 'De vijf weerelementen'
Maak over de tekst:
* een mindmap
* een samenvatting 
* een schema
* een opsomming

Maak een keuze.

Slide 29 - Tekstslide