7 Spelling §4 Koppelteken en weglatingsstreepje

De opdracht aan het begin van de les: 
Dictee

1. Schrijf je naam boven aan het blaadje; 
2. Schrijf de zinnen die de docent dicteert op op het blaadje; 
3. Zin 1 en zin 2 zijn een herhaling van de vorige les. 

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

De opdracht aan het begin van de les: 
Dictee

1. Schrijf je naam boven aan het blaadje; 
2. Schrijf de zinnen die de docent dicteert op op het blaadje; 
3. Zin 1 en zin 2 zijn een herhaling van de vorige les. 

Slide 1 - Tekstslide

7 Spelling §4 Koppelteken en weglatingsstreepje
Aan het einde van de les weet je hoe het koppelteken en het weglatingsstreepje op de juiste manier moet gebruiken. 

Slide 2 - Tekstslide

Koppelteken:  (-)
- In samenkoppelingen, die anders onoverzichtelijk worden. (vb. kop-en-schotel, doe-het-zelfzaak. 
- In samenstellingen tussen klinkers die je ook samen kunt uitspreken. Je noemt dit de botsende klinkers. (aa, ae, ai, au, ee, ei, eu, ie, ii, oe, oi, oo, ou, ui, uu en i+j, i+ij en e+ui.) Vb. mee-eter. 
- Bij letters, cijfers, andere tekens, afkortingen en na. St, Sint of sint. (Vb. vwo-diploma, A3-formaat, sint bernardshond)

Slide 3 - Tekstslide

- Bij aardrijkskundige namen, of woorden die daarvan afgeleid zijn. (Vb. Noord-Italië, Zuid-Amerikaan etc.) 
- In woorden met de voorvoegsels: 





- Als het tweede deel van de samenstelling een hoofdletter heeft. 
- Samenstelling van gelijkwaardige woorden. (Vb. trainer-coach)
- In leenwoorden uit het Engels als het tweede deel een voorzetsel is. (Vb. burn-out) 
adjunct-
kandidaat- 
aspirant- 
leerling- 
bijna-
niet- 
ex- 
non- 
interim- 
oud- 

Slide 4 - Tekstslide

Noteer met of zonder koppelteken:
on+Nederlands

Slide 5 - Open vraag

Noteer met of zonder koppelteken:
minister+president

Slide 6 - Open vraag

Noteer met of zonder koppelteken:
anti+roker

Slide 7 - Open vraag

Noteer met of zonder koppelteken:
vwo+leerling

Slide 8 - Open vraag

Noteer met of zonder koppelteken:
cosmetica+industrie

Slide 9 - Open vraag

Noteer met of zonder koppelteken:
stage+uren

Slide 10 - Open vraag

Leg uit waarom je ‘anti-Amerika’ met een koppelteken, maar ‘antirookbeleid’ zonder koppelteken schrijft.

Slide 11 - Open vraag

Noteer de woorden met op de juiste plaats het weglatingsstreepje. Let op: soms hoef je geen weglatingsstreepje te gebruiken.

autorijlessen en autohandelaren

Slide 12 - Open vraag

Noteer de woorden met op de juiste plaats het weglatingsstreepje. Let op: soms hoef je geen weglatingsstreepje te gebruiken.

dinsdagavond en woensdagavond

Slide 13 - Open vraag

Noteer de woorden met op de juiste plaats het weglatingsstreepje. Let op: soms hoef je geen weglatingsstreepje te gebruiken.

makkelijke proefwerken en moeilijke proefwerken

Slide 14 - Open vraag

Weglatingsstreepje: 
- Als je een deel van een woord weglaat: op- en aanmerkingen (opmerkingen en aanmerkingen) 


Let op: gebruik geen weglatingsstreepje als je een heel woord weglaat: hoge en lage cijfers. 

Slide 15 - Tekstslide

Dictee
1. Na de snoeiharde smash in de tiebreak van de tenniswedstrijd vroeg de geblesseerde speler om een medische time-out.

2. De hooligans vernielden de trein.

Slide 16 - Tekstslide

Maken 
§4 Koppelteken en weglatingsstreepje - alle opdrachten in je online boek. 

Slide 17 - Tekstslide