Insecten

Insecten
Insecten
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
DierVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute HLeerroute VLeerroute VLLeerroute 2

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Insecten
Insecten

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we dit blokuur doen?
  • Theorie over het onderwerp insecten
  • Ontdek opdracht
  • Evaluatie, hoe ging het? wat heb je ontdekt?
  • Probleemvraag, kunnen jullie helpen?
  • Doe-opdracht 

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Aan het eind van de les benoem je drie uiterlijke kenmerken van een insect.  
  • Je benoemt één manier hoe jij insecten kunt helpen te overleven.
Waarom leren wij dit? 

Slide 3 - Tekstslide

Wat weet jij al over insecten?

Slide 4 - Woordweb

Dierenrijk

Insecten horen in het dierenrijk onder de groep geleedpotigen.




Insecten - spinachtigen - kreeftachtigen - meerpotigen

Slide 5 - Tekstslide

Insecten
Ongeveer twee derde van alle dieren zijn insecten. Insecten waren de allereerste levende wezens die konden vliegen.
Dit was zo'n 370 miljoen jaar geleden. 
Insecten leven op het land, in het water, in ijs en in de woestijn. 

Slide 6 - Tekstslide

  • Insecten leggen eieren 

     

  • Insectenvolken



  • Schaatsenrijder 



  • Menukaart insect


     
  •  Heilige kever



  • Plofmier
In het oude Egypte werd deze kever gezien als een heilig dier. De mensen meenden namelijk dat de kever zicht kon voortplanten door zelfbevruchting. Ze zagen daarom dit als symbool van het eeuwige leven. 
Dieren in het volk delen hun werk. De koningin legt eieren, de mannetjes zorgen voor het paren en de werksters zorgen voor voedsel of verdedingen het nest. 
Menukaart is groot. Sommige insecten eten planten, vlees, wol (kleermot) hout (termieten), kadavers en mest (kevers/vliegen). 
Maar ook eten sommige insecten hun eigen soortgenoten op. Dit is dus eigelijk een vorm van kanibalisme.
Meestal zien de larven er niet hetzelfde uit als hun ouders. Larven groeien, vervellen en verpoppen na een tijdje. In de pop voltrekt zich een totale metamorfose. Daaruit komt hjet uiteindelijke dier.

Ook zijn er insecten die een onvolledige metarmorfose doormaken. De dieren uit de eitjes lijken al wel op hun ouders, maar moeten nog veel groeien d.m.v. vervelling.
Op de pootjes zitten ontelbaar veel piepkleine haartjes. Daar blijft lucht tussen zitten. Die lucht vorm een soort van luchtkussentjes onder de poten. Hier kan de schaatsenrijder op staan en zo blijft hij drijven. Of eigenlijk 'schaatsen'. Vandaar ook zijn naam schaatsenrijder
Deze mier leeft in ZuidOost Azie. De mieren verdedigen de kolonie door te ontploffen! Ze offeren zichzelf dus op voor het beschermen van hun kolonie. Doordat ze ontploffen komt er geel slijm vrij dat de indringer kan doden, of in iedergeval de aanval kan voorkomen. 

Slide 7 - Tekstslide

Uiterlijke kenmerken
Bekijk het zelf maar is!
Kloppen de uiterlijke kenmerken? Noteer dit en wissel met klasgenoten voor andere insecten. 
Weet je misschien ook welk insect het is?

Je mag in tweetallen werken.
  • Uitwendig skelet
  • 6 poten
  • Lijf bestaat uit drie delen
  • Voelsprieten
 

Slide 8 - Tekstslide

Wat heb jij gezien?

Slide 9 - Woordweb

Help ?!
Sommige insecten komen steeds minder voor, terwijl ze héél goed zijn voor de natuur en voor ons als mens.
 
Hoe zouden wij insecten kunnen helpen te overleven denk jij? En waarom zouden wij dit moeten doen? 
Doe opdracht! 

Slide 10 - Tekstslide

Wat heb je nodig:
- Leeg blik
- Papieren rietjes
- Riet
- Schaar
- Klei
- Spuitverf


Doe opdracht! 

Slide 11 - Tekstslide