Communicatieproblemen 2.2

Communicatieproblemen 




Terugblik
Paragraaf 2.2 
Zelfstandig werken
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Communicatieproblemen 




Terugblik
Paragraaf 2.2 
Zelfstandig werken

Slide 1 - Tekstslide

Welke 2 zones worden in de coronatijd vaak vermeden?
timer
0:30
A
Sociale en persoonlijke zone
B
Publieke en intieme zone
C
Intieme en persoonlijke zone
D
Intieme en sociale zone

Slide 2 - Quizvraag

Britt: 'Hé, hoe was de training gisteren?'
Karin: 'Goed, we hebben hard ons best gedaan en goed getraind.'

Waarin komt het relatieaspect van dit gesprek tot uiting? Er zijn twee goed antwoorden.
timer
1:00
A
In de duur van het gesprek.
B
In de manier waarop Britt en Karin met elkaar praten.
C
In de vriendelijk manier waarop Britt en Karin met elkaar omgaan.
D
In de inhoud van het gesprek tussen Britt en Karin.

Slide 3 - Quizvraag

timer
1:00
Waar denk je aan bij communicatieproblemen?

Slide 4 - Woordweb

Communiceren
  • Effectieve communicatie = boodschap komt over zoals bedoeld
  • Empathische communicatie = communiceren op begripvolle manier


  • Troebele communicatie = onduidelijk in wat je echt vindt / voelt
  • Tegenstrijdige communicatie = verbaal & non-verbaal niet in overeenstemming

Slide 5 - Tekstslide

Communicatieprobleem
= het lukt de zender niet om de boodschap goed over te dragen en/of de ontvanger lukt het niet de boodschap te begrijpen zoals de zender hem bedoeld heeft. 

Kan komen door:
  • Verschil in achtergrond
  • Het verkeerd vertalen van de boodschap
  • Communicatiestoornis
  • Ruis

Slide 6 - Tekstslide

Problemen door verschil in achtergrond en gewoonten 
Hoe iemand communiceert wordt sterk beïnvloedt door zijn referentiekader (het geheel van denkbeelden, overtuigingen, gewoonten, waarden en normen die iemand heeft opgebouwd in zijn leven en van waaruit hij de wereld om zich heen interpreteert en beoordeelt). 

Bij een (groot) verschil in referentiekader heb je beiden een andere voorstelling van wat er gezegd wordt. 

Slide 7 - Tekstslide

Problemen bij het vertalen van de boodschap 
Het omzetten van de boodschap --> coderen  (juist gebruik van taal om met woorden een boodschap duidelijk te laten overkomen)

Bij coderen kun je als zender verschillende fouten maken waardoor de boodschap niet goed overkomt. Bijvoorbeeld:
  • Woorden gebruiken waarvan de betekenis bij de ontvanger niet bekend is.
  • Persoonlijke woorden gebruiken.
  • De intonatie van je stem zorgt voor onduidelijkheid. 

Slide 8 - Tekstslide

Wat gaat hier mis?

Slide 9 - Tekstslide

Problemen bij het begrijpen van de boodschap
Decoderen= omzetten van de ontvangen boodschap in een eigen betekenis.
Fout? --> de boodschap niet goed over. 

Voorbeelden van fouten die de ontvanger kan maken:
  • Een andere betekenis geven aan de woorden van de zender (verschil referentiekader).
  • Eigen invulling geven aan de woorden van de zender (verkeerd interpreteren).

Slide 10 - Tekstslide

Problemen door communicatiestoornissen
--> Onvermogen om adequaat informatie te geven en/of te begrijpen als gevolg van een orgaan- of lichaamsfunctie die ontbreekt, afwijkingen vertoont of beschadigd is. 

  • Zintuigelijke beperkingen
  • Lichamelijke beperkingen en hersenletsel
  • Verstandelijke beperkingen
Communicatiestoornissen kun je niet verhelpen, maar communicatieproblemen vaak wel!

Slide 11 - Tekstslide

Problemen door ruis
Ruis= alle factoren in zender, ontvanger en omgeving die de communicatie bemoeilijken of verstoren. 
  • Externe ruis 
  • Interne ruis

Slide 12 - Tekstslide

Externe ruis
Externe ruis
Interne ruis
Interne ruis
Het voorbijrijden van een sportwagen 
Het hebben van een vooroordeel
Je bent verkouden
Een slechte adem van de gesprekspartner

Slide 13 - Sleepvraag

Huiswerk
Opdrachten digitale leeromgeving 1.2 niveau 3 + 4 
Opdracht 1a t/m 4


Slide 14 - Tekstslide

De opdracht
Je gaat voorbeelden geven bij problemen die de effectieve communicatie in de weg kunnen staan. 
Dit kun je doen door op het plusje 
te klikken, je krijgt dan als het ware een 
notitieblokje. 
Geef je voorbeeld onder het 
weergegeven probleem. 

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Link