In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 40 min
Onderdelen in deze les
Chemisch evenwicht en zuur-base
Slide 1 - Tekstslide
Deze les
Herhalen chemische evenwichten
Sommen in Lessonup
Slide 2 - Tekstslide
Doelen
Na deze les heb je weer helder voor ogen wat een chemisch evenwicht is.
Na deze les kun je uitleggen wat een verdelingsevenwicht is.
Na deze les kun je uitleggen hoe evenwichten kunnen verschuiven.
Slide 3 - Tekstslide
Een chemisch evenwicht is hetzelfde als een omkeerbare reactie
A
goed
B
fout
Slide 4 - Quizvraag
Onomkeerbare reactie
Reactie kan niet weer terug verlopen.
Het verbranden van een stuk hout kun je niet ongedaan maken.
Slide 5 - Tekstslide
Omkeerbare reactie
Reactie die wel ongedaan gemaakt kan worden.
BV oplossen van zout:
NaCl (s) --> Na+ (aq) + Cl- (aq)
Indampen van zout is dan het omgekeerde
Na+ (aq) + Cl- (aq) --> NaCl (s)
Deze reactie kan niet op hetzelfde moment! Beide zijn aflopend.
Slide 6 - Tekstslide
Een chemisch evenwicht is een omkeerbare reactie die tegelijkertijd verloopt met dezelfde concentraties
A
goed
B
fout
Slide 7 - Quizvraag
Chemisch evenwicht
Omkeerbare reacties die op hetzelfde moment kunnen plaatsvinden.
Bijvoorbeeld synthese en ontleding van ammoniak:
De pijl geeft aan dat het een evenwicht is.
Slide 8 - Tekstslide
In een vat bevindt zich het volgende mengsel: NO(g), O2(g) en NO2 (g). Er heerst een evenwicht tussen deze stoffen. Geef de vergelijking.
Slide 9 - Open vraag
Evenwicht = zelfde reactiesnelheid
Slide 10 - Tekstslide
In een evenwicht zijn de concentraties links en rechts van de pijl niet altijd even groot.
A
goed
B
fout
Slide 11 - Quizvraag
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Leg uit of de reactie van NO met zuurstof een verdelingsevenwicht is.
Slide 14 - Open vraag
Verdelingsevenwicht
Zelfde stof, maar in een andere fase of ander oplosmiddel.
Vb: Denk aan het openen van een fles cola.
Prik in cola:
Slide 15 - Tekstslide
Verdelingsevenwicht
Slide 16 - Tekstslide
Herhalen rekenen aan evenwichten
Stikstofmonooxide en chloor kunnen met elkaar reageren onder vorming van nitrosylchloride, NOCl. Het volgende evenwicht stelt zich in:
2 NO + Cl2 ⇄ 2 NOCl
Men heeft 0,200 mol NO en 0,100 mol Cl2 samengevoegd in een afgesloten ruimte van 1,0 dm3. Toen het evenwicht zich had ingesteld, bleek 85% van het Cl2 te zijn omgezet.
Bereken de concentraties van alle stoffen in de evenwichtssituatie.
Slide 17 - Tekstslide
Bereken de evenwichtsconcentratie
Bij een zekere temperatuur bevindt zich in een vat van 20 dm3 het volgende mengsel: 0,30 mol NO(g), 0,10 mol O2(g) en 0,40 mol NO2(g). Er heerst een evenwicht tussen deze stoffen.