Diabetes mellitus Basisfase

Diabetes mellitus
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Diabetes mellitus

Slide 1 - Tekstslide

Diabetes

  • Wat is diabetes
  • Anatomie van het lichaam
  • Welke types diabetes zijn er
  • Te hoge bloedsuiker en te lage bloedsuiker


Slide 2 - Tekstslide

Anatomie
Alvleesklier:

  • Ligt links achter en onder de maag.


Slide 3 - Tekstslide

Anatomie
Lever: 
  • Rechtsboven de buikholte
  • Maakt giftige stoffen onschadelijk
  • Kan glucose (suiker) opslaan. Komt vrij bij inspanning
  • Opslag van vet
  • (Glucose is brandstof, uit koolhydraten of voeding)

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Hoofdfuncties
Exocriene functies en endocriene functies
  1. Exocriene functie:
  • De exocriene functie (uitwendige uitscheiding) speelt een belangrijke rol bij de vertering van het voedsel. 
  • De alvleesklier produceert pancreassap (spijsverteringsenzymen) dat via kleine afvoerbuisjes die samenkomen tot één grote afvoerbuis (pancreasbuis) wordt afgevoerd naar de twaalfvingerige darm. 
  • De pancreasbuis mondt uit in de twaalfvingerige darm, ongeveer 10 cm voorbij de sluitspier van de maag. 
  • Vlak voordat de pancreasbuis in de twaalfvingerige darm uitmondt, verenigt deze zich met de galafvoergang.




Slide 6 - Tekstslide

  1. Endocriene functie
  • De endocriene (inwendige afscheiding) functie speelt een belangrijke rol bij het regelen van de bloedsuikerspiegel.

  1. Eilandjes van Langerhans
  • In de alvleesklier zit ook klierweefsel zonder afvoerbuisjes. 
  • Dit zijn de ‘Eilandjes van Langerhans’ die o.a. het hormoon insuline en glucagon produceren. 
  • Deze kliertjes geven hun hormonen direct aan het bloed af. 

Slide 7 - Tekstslide

Insuline en Glucagon
Insuline: 
  • Hormoon dat een belangrijke rol speelt bij de glucose waarde.
  • Een tekort of geen aanmaak leidt tot diabetes.
  • Wordt aangemaakt in de alvleesklier.

Glucagon:
  • Hormoon dat wordt gemaakt in de alvleesklier, verhoogt glucose in het bloed.
  • Verhoogt de bloedsuikerspiegel als deze daalt. 
  • Word aangemaakt in de alvleesklier

 


Slide 8 - Tekstslide

Wat is diabetes ?
  • Diabetes, suikerziekte, is een ziekte waarbij het lichaam de bloedsuiker niet meer in evenwicht kan houden.
  • Dat komt doordat het lichaam te weinig van het hormoon insuline heeft.
  • Ook reageert het lichaam vaak niet meer goed op insuline.
  • Of het maakt helemaal geen insuline meer. 
  • (Insuline regelt de bloedsuikerspiegel)

Slide 9 - Tekstslide

Types
  1. Type 1
  • 1 op de 10 mensen heeft type 1
  • Lichaam (alvleesklier) maakt helemaal zelf geen insuline meer aan.
  • Afweersysteem vernielt cellen die insuline aanmaken.

  1. Type 2
  • Ouderdomsdiabetes in de volksmond 
  • 9 op de 10 mensen
  • Lichaam (alvleesklier) maakt gedeeltelijk geen insuline meer aan.
  • Teveel suiker in het bloed.
  • Meestal is alleen medicatie voldoende, soms insuline spuiten noodzakelijk.

Slide 10 - Tekstslide

Hoe krijg je diabetes?
  • Ruim 800.000 mensen hebben diabetes!

  • 9 op de 10 heeft type 2.

  • Ongezonde leefstijl
  • Verminderde lichaamsbeweging
  • Overgewicht
  • Erfelijkheid/ aanleg


Slide 11 - Tekstslide

Hoge /lage bloedsuiker
Meten is weten!

Hyper = te hoog
Hypo = te laag

Slide 12 - Tekstslide

Hypo (laag)
  • zweten
  • trillen
  • duizelig zijn
  • plotseling wisselend humeur (opeens boos worden bijvoorbeeld) ongeconcentreerd zijn
  • hoofdpijn
  • moe zijn
  • hongerig zijn

Slide 13 - Tekstslide

Hyper (hoog)
  • veel urineren
  • veel dorst hebben en houden
  • vermoeid zijn 
  • plotselinge humeurigheid, snel boos worden
  • misselijk zijn of overgeven
  • alles voelt vervelend

Slide 14 - Tekstslide

Behandeling
  • Genezing nog (niet) mogelijk!

  • Gezond eten
  • Behandeling met medicijnen
  • Behandeling met insuline
  • kunst alvleesklier

Slide 15 - Tekstslide

Wat is de officiële benaming van suikerziekte
A
Diabetes Type
B
Diabetes Expectus
C
Diabetes Naxon
D
Diabetes Mellitus

Slide 16 - Quizvraag

Voeding geeft ons
A
Energie
B
Overgewicht
C
Diabetes
D
Een verzadigd gevoel

Slide 17 - Quizvraag

Van veel snoepen krijg je diabetes
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quizvraag

Welke vorm van diabetes krijg je op oudere leeftijd
A
Diabetes Type 1
B
Diabetes Type 2

Slide 19 - Quizvraag

Welk type diabetes is insuline afhankelijk
A
Diabetes Type 1
B
Diabetes Type 2

Slide 20 - Quizvraag

Waar wordt glucose opgeslagen als je lichaam het niet direct nodig heeft?
A
Alvleesklier
B
Lever

Slide 21 - Quizvraag

Welk orgaan maakt insuline aan?
A
Lever
B
Galblaas
C
Nieren
D
Alvleesklier

Slide 22 - Quizvraag

Bij welk type diabetes maakt de alvleesklier geen insuline meer aan
A
Diabetes Type 1
B
Diabetes Type 2

Slide 23 - Quizvraag

Is diabetes te genezen
A
Ja
B
Nee

Slide 24 - Quizvraag

Insuline
Insuline is een hormoon. Het zorgt ervoor dat koolhydraten (zoals suiker) uit uw voeding uw cellen in kunnen en niet achterblijven in uw bloed.

Slide 25 - Tekstslide

Kort en langwerkende insuline 
Een kortwerkende insuline verlaagt de hoeveelheid bloedsuiker al na 10 tot 30 minuten; de werking houdt 2 tot 8 uur aan.

Langwerkend insuline heeft bij gebruik volgens voorschrift een continue werking over de hele dag. 


Slide 26 - Tekstslide