5.2 en 5.3 Weerstand

Elektrische weerstand
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Elektrische weerstand

Slide 1 - Tekstslide

lesdoelen 
  • Je kunt uitleggen hoe je de weerstand van een draad of andere component bepaalt. 
  • Je kunt berekeningen maken met weerstand, spanning en stroom.
  • Je kunt het verschil uitleggen tussen Ohmse en niet-Ohmse weerstand.
  • Je kunt uitleggen wat NTC en LDR is. 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Weerstand
De SI eenheid voor elektrische weerstand is Ohm. 

Het symbool hiervoor is: Ω

We zeggen dus bijvoorbeeld: 
Een weerstandje kan een weerstand hebben van 20 ohm. 

Slide 4 - Tekstslide

Weerstand berekenen

Weerstand kun je berekenen. 

R= Weerstand in ohm
U = spanning in volt
I = stroomsterkte in ampere

Slide 5 - Tekstslide

Wet van Ohm

Slide 6 - Tekstslide

Ohmse weerstand
De spanning (over de draad) en de stroomsterkte (door de draad) zijn recht evenredig.

Hieruit volgt dat het aantal Ohm
van de draad constant is.

Slide 7 - Tekstslide

RECHT EVENREDIG VERBAND
  • Als de spanning 2x zo groot wordt, wordt de stroomsterkte ook 2x zo groot.

  • Deze stof heeft een Ohmse weerstand.
  • Op elk punt is U/I zelfde waarde

Slide 8 - Tekstslide

Ohmse en niet-Ohmse weerstand

Er zijn ook stoffen die als ze warm worden meer weerstand hebben.

En stoffen die als er licht opvalt een andere weerstand hebben.

Dit heet "niet-Ohmse weerstand".  

Slide 9 - Tekstslide

Ohmse weerstand
  • Een Ohmse weerstand volgt de wet van Ohm(U=I*R)
  • Een niet-Ohmse weerstand niet
opgave 7 !!

Slide 10 - Tekstslide

SENSOR

Slide 11 - Tekstslide

Light 
Dependent
Resistor

Slide 12 - Tekstslide

LDR
LICHTSENSOR
(lichtgevoelige sensor)
weinig/geen licht -> hoge weerstand (R) -> weinig stroom (I)

(veel) licht -> kleine weerstand (R) -> veel stroom (I)

Slide 13 - Tekstslide

Automatische
schakelingen met een LDR?

Slide 14 - Tekstslide

NTC
TEMPERATUURSENSOR 
(Negative Temperature Coëfficiënt)
temperatuurgevoelige weerstand

Hoge temperatuur -> lage weerstand -> veel stroom

Lage temperatuur -> hoge weerstand -> weinig stroom

Slide 15 - Tekstslide

Maken:  5.2 opg 2,3,6,7
5.3 opg 2 t/m 10
Maak vraag 28 t/m 42

Slide 16 - Tekstslide