unit 4 catch up

Unit 4 Catch up
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Unit 4 Catch up

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Link

Present Simple
Wat weet je nog over de Present Simple?

Slide 3 - Tekstslide

Present simple
He ....... (to walk) in the park.
A
walk
B
walks

Slide 4 - Quizvraag

Present simple
I never ....... (to wear) this dress to school.
A
wear
B
wears

Slide 5 - Quizvraag

Present simple
They ...... (to visit) us every summer.
A
visit
B
visits

Slide 6 - Quizvraag

Present simple
He ..... (to call)
A
call
B
calls

Slide 7 - Quizvraag

Present simple
We often ........... (to talk) about or holiday.
A
talk
B
talks

Slide 8 - Quizvraag

Present simple
It ....... (to start) in 10 minutes.
A
start
B
starts

Slide 9 - Quizvraag

Kate and I ..... (to leave)in an hour.

Slide 10 - Open vraag

Sue ..... (to wash)her hands.

Slide 11 - Open vraag

Pete ..... (to hurry) to the supermarket.

Slide 12 - Open vraag

Josh ..... (to go)home now.

Slide 13 - Open vraag

My parents ... (to stay) at home.

Slide 14 - Open vraag

You ..... (to think) that this is easy.

Slide 15 - Open vraag

Slide 16 - Tekstslide

When do you use some?
  • In zinnen die geen vraag zijn en          waar geen nee of niet in staat
  • als je iets aanbiedt



Slide 17 - Tekstslide

When do you use any?
  • bij vragen
  • bij zinnen waar nee of niet in staat 


Slide 18 - Tekstslide

I have some salt
but I don't have any pepper

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

SOME / ANY
Some en any hebben dus dezelfde betekenis, 
maar worden in verschillende soorten zinnen gebruikt. 

Some gebruik je in bevestigende zinnen, deze eindigen altijd met een punt of een uitroepteken en er staat geen 'not' in.

Any gebruik je in zinnen met een vraagteken 
en zinnen met het woord 'not' er in.

Slide 21 - Tekstslide


SOME en ANY betekenen beide: enkele/ wat /een paar /geen (in combinatie met NOT)

                                                                          
 Ik koop elke dag wat snoep in de kantine.
 Every day I buy some sweets in the canteen.

                                                           
Mijn broer mag geen noten eten, hij is allergisch.
 My brother can't eat any nuts, he's allergic.

Slide 22 - Tekstslide

We need some tomatoes.
Do we need any tomatoes?

Slide 23 - Tekstslide

Daffy has some money.
Patrick doesn't have any money.

Slide 24 - Tekstslide

I have some eggs
but I don't have any milk

Slide 25 - Tekstslide

I have some apples
but I don't have any pears

Slide 26 - Tekstslide

They went to town, but they didn't have ... money.
A
some
B
any
C
somebody
D
anybody

Slide 27 - Quizvraag

We don't like ... apples.
A
some
B
any
C
something
D
anything

Slide 28 - Quizvraag

There aren't ... glass milk bottles at this supermarket.
A
some
B
any
C
something
D
anything

Slide 29 - Quizvraag

... people like to read books all the time.
A
some
B
any
C
somebody
D
anybody

Slide 30 - Quizvraag

I need ... apples, but I don't need ... pears.
A
any... any
B
some... some
C
any... some
D
some... any

Slide 31 - Quizvraag

Do you like ............ coffee?
A
some
B
any

Slide 32 - Quizvraag

... people really hate school.
A
some
B
any
C
somebody
D
anybody

Slide 33 - Quizvraag

There isn't _______ paper left.
A
some
B
any

Slide 34 - Quizvraag

We don't have ......... cheese.
A
some
B
any

Slide 35 - Quizvraag

We saw ... dolphins in the sea.
A
some
B
any
C
something
D
anything

Slide 36 - Quizvraag

Unit 4 Catch up: maandag af

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Link