afsluiting mask klas 3
1 / 20
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Wat is geen stereotype?
A
Dikkerds zijn gezellig
B
Fransen dragen altijd een alpinopet
C
Een kat zoekt graag de warmte op
D
Alle vrouwen houden van shoppen
Slide 5 - Quizvraag
Wat zijn waarden?
A
Aangeboren eigenschappen van mensen
B
Wat mensen belangrijk vinden
C
Geschreven wetten.
Slide 6 - Quizvraag
Dominante cultuur =
A
Een cultuur die bij een provincie hoort
B
Een cultuur van een kleine groep mensen
C
Een cultuur die bij een heel land hoort
Slide 7 - Quizvraag
Wat is geen voorbeeld van massamedia?
A
TV
B
Krant
C
Radio
D
Verjaardagskaart
Slide 8 - Quizvraag
Een referentiekader is
A
een persoon die jou aanbeveelt voor een baan
B
een bril waardoor je de werkelijkheid bekijkt
C
een ander woord voor dominante cultuur
D
een ander woord voor je geloof
Slide 9 - Quizvraag
Wat betekent 'hoor -en wederhoor'?
A
Dat je luistert naar alle partijen
B
Dat je alles van één kant belicht
C
Dat je alle directeuren interviewt
D
Dat je luistert en je mening geeft
Slide 10 - Quizvraag
Wat is geen kernmerk van een maatschappelijk vraagstuk?
A
Situatie die veel mensen onwenselijk vinden
B
Er zijn verschillende meningen over
C
De problemen die spelen bij jonge mensen
D
Actie van de overheid is nodig
Slide 11 - Quizvraag
Wel of geen maatschappelijk vraagstuk?
Een Wifi storing in een winkelcentrum
Een Wifi storing in een winkelcentrum
A
Wel
B
Geen
Slide 12 - Quizvraag
Wat is een belang?
A
Dat wat jij belangrijk vindt
B
De invloed die je uitoefent
C
Iets dat altijd botst
D
Het voordeel dat je ergens van hebt
Slide 13 - Quizvraag
Wie hebben een belangentegenstelling bij het onderwerp 'stikstofuitstoot'?
A
Overheid en burgers
B
Landbouwbedrijven en de de politie
C
Landbouwbedrijven onderling
D
Landbouwbedrijven en de overheid
Slide 14 - Quizvraag
De persoon op de afbeelding heeft een .........maatschappelijke positie
A
lage
B
hoge
Slide 15 - Quizvraag
Wat is juist?
A
Hoe hoger de opleiding, hoe betere positie op de arbeidsmarkt
B
Hoe hoger de opleiding, hoe meer werkgelegenheid
C
Hoe hogerde opleiding, hoe lagere de levensverwachting
D
Hoe hoger de opleiding, hoe lagere het inkomen
Slide 16 - Quizvraag
vakbond
De vakbond komt op voor de belangen van werkgevers.
De vakbond komt op voor de belangen van werkgevers.
A
waar
B
niet waar
Slide 17 - Quizvraag
De ongeschreven regel.
A
iets dat zo hoort, zonder dat het is vastgelegd.
B
vervelend gevoel omdat je zou willen dat je het anders had gedaan
C
iets negeren
D
de manier waarop iemand denkt en doet
Slide 18 - Quizvraag
In welk wetboek verwacht jij dat 'doorrijden na een ongeval' staat?
A
Wetboek van strafrecht
B
Wegenverkeerswet
C
Opiumwet
D
Wet Wapens en munitie
Slide 19 - Quizvraag
Wat is een misdrijf?
A
Wildplassen.
B
Op de fiets zonder licht in het donker fietsen.
C
20 km te hard rijden op de snelweg.
D
Een krat bier uit de supermarkt stelen.
