Last day at school

End of year quiz
How good is your general knowledge of the English Speaking World and grammar?


1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

End of year quiz
How good is your general knowledge of the English Speaking World and grammar?


Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

What is the name of this flag?
A
Union Jack
B
Union Strips
C
Stars and Stripes
D
King's Cross

Slide 3 - Quizvraag

Which country is not a part of the United Kingdom?
A
England
B
Ireland
C
Northern Ireland
D
Wales

Slide 4 - Quizvraag

The Welsh flag isn't part of the Union Jack,......?
A
isn't it?
B
is it?
C
does it?
D
doen't it?

Slide 5 - Quizvraag

Scotland (be) part of the UK for hundreds of years.
A
has being
B
was
C
has been
D
is

Slide 6 - Quizvraag

Which of these names is not a town in the UK?
A
Llanfairpwllgwyngyllgogerychwyrndrobwllllantysiliogogogoch
B
Marlow
C
Walmington on sea
D
Cambridge

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Video

Find the correct answer.
A
to go - gone - went
B
to catch - caught - caught
C
to think - tought - tought
D
to come - come - came

Slide 9 - Quizvraag

Which artist do you hear?
A
Sam Smith
B
Beyonce
C
Ed Sheeran
D
Kanye West

Slide 10 - Quizvraag

Ed Sheeran sings about love al lot, ....?
A
isn't he?
B
hasn't he?
C
didn't he?
D
doesn't he?

Slide 11 - Quizvraag

What do the British like with their chips?
A
vinegar (azijn)
B
ketchup
C
mayonnaise
D
joppiesaus

Slide 12 - Quizvraag

Boris Johnson's hair looks like he has just been hit by an .... (lawine).

Slide 13 - Open vraag

What is the name of the British "jeugdjournaal"?
A
newsround
B
news for kids
C
Youth journal
D
rondneus

Slide 14 - Quizvraag


A
Northern Ireland
B
Ireland
C
England
D
Australia

Slide 15 - Quizvraag


A
Canada
B
Ireland
C
the USA
D
South Africa

Slide 16 - Quizvraag

Ireland
England
Scotland
Wales
The United States

Slide 17 - Sleepvraag

Slide 18 - Tekstslide

Wanneer gebruik je de present simple?
A
Als iets altijd, nooit en regelmatig gebeurt.
B
Als iets nu op het moment van spreken aan het gebeuren is.
C
Als iets in het verleden gebeurde, en belangrijk wanneer.
D
Als iets in het verleden gebeurde, en niet belangrijk wanneer.

Slide 19 - Quizvraag

Wanneer gebruik je de present continuous?
A
Als iets altijd, nooit en regelmatig gebeurt.
B
Als iets nu op het moment van spreken gebeurt.
C
Als iets in het verleden gebeurde, en belangrijk wanneer.
D
Als iets in het verleden gebeurde, en niet belangrijk wanneer.

Slide 20 - Quizvraag

Fill in the missing form:
to see -.... - seen

Slide 21 - Open vraag

Wanneer gebruik je de present perfect?
A
Als iets altijd, nooit en regelmatig gebeurt.
B
Als iets gebeurd is en voorbij is.
C
Als iets in het verleden begon en nu nog doorgaat.
D
Als iets nog moet gebeuren.

Slide 22 - Quizvraag

Wanneer gebruik je de past simple?
A
Als iets altijd, nooit en regelmatig gebeurt.
B
Als iets nu gebeurt.
C
Als iets in het verleden gebeurde, en belangrijk wanneer.
D
Als iets in het verleden gebeurde, en niet belangrijk wanneer.

Slide 23 - Quizvraag

She ________________ (walk) to school right now.

Slide 24 - Open vraag

I ________________ (walk) to school every day.

Slide 25 - Open vraag

I ________________ (walk) to school since I was 11.

Slide 26 - Open vraag

She ________________ (play) football since she was 11 years.

Slide 27 - Open vraag

I ________________ (walk) to school yesterday.

Slide 28 - Open vraag

Passive: She ________________ (bring) to school by her father yesterday.

Slide 29 - Open vraag

We (A) watch (B) Newsround in class (C).
In which place should you put the word "often"?
A
A
B
B
C
C
D
you can't use often in this sentence.

Slide 30 - Quizvraag

Round 3: Who owns the moustache?

Slide 31 - Tekstslide

Reading practice
www.lingua.com
www.readtheory.org 

time: till ____________

Slide 32 - Tekstslide