past tense simple

hoe maak je de verleden tijd?
bij regelmatige werkwoorden: ed achter de stam
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

hoe maak je de verleden tijd?
bij regelmatige werkwoorden: ed achter de stam

Slide 1 - Tekstslide

wanneer gebruik je de past simple?
Als iets bijvoorbeeld gisteren of vorige week gebeurd is, en dus echt afgerond is, niet meer doorgaat.

Slide 2 - Tekstslide

en hoe doe je dat dan bij onregelmatige werkwoorden?
De onregelmatige werkwoorden moet je uit je hoofd leren en er veel mee oefenen. Voor de past simple gebruik je de tweede uit de beruchte rijtjes....
zie "irregulars" op internet.

Slide 3 - Tekstslide

voorbeeld?
I worked hard yesterday.
(to work --> + ed)

Slide 4 - Tekstslide

to be
I was
you were
he she or it was
we were
they were

Slide 5 - Tekstslide

zelf oefenen
De zin "ik keek gisteren TV"wordt:

Slide 6 - Tekstslide

"I watched TV last night"

Slide 7 - Tekstslide

Hij was vorige week ziek

Slide 8 - Open vraag

Wij zagen de auto niet.

Slide 9 - Open vraag

Zij sliepen 9 uur.

Slide 10 - Open vraag

Wij gingen niet naar school vorig jaar.

Slide 11 - Open vraag

Hij kocht een nieuwe auto vorige maand.

Slide 12 - Open vraag

noem de verleden tijd van:
1. have 2. see 3. call

Slide 13 - Open vraag

Vul de ontbrekende vorm in
(go) 1. Yesterday I
 to the movies.
(make) 2. My sister
 a birthday cake for me last week.
(ride) 3. Steve
 his bicycle to school yesterday.
(drive) 4. My friends
 to Los Angeles two weeks ago.
(take) 5. Elizabeth
 some flowers to her mother last Saturday.
(break) 6. Kevin
 his leg while he was playing football.
(have) 7. Last week my aunt
 a baby.
(do) 8. When we cleaned the yard, we
 a lot of work.
(drink) 9. The child
 some milk last night.
(buy) 10. My teacher
 some new books last month. 

Slide 14 - Tekstslide