Gezinsvormen

De ouders wonen niet samen maar delen de zorg voor de kinderen. Kinderen wonen vaak afwisselend bij de ene en de andere ouder.
1 / 19
volgende
Slide 1: Open vraag
GASVBuitengewoon secundair onderwijs

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

De ouders wonen niet samen maar delen de zorg voor de kinderen. Kinderen wonen vaak afwisselend bij de ene en de andere ouder.

Slide 1 - Open vraag

Eén of twee volwassenen hebben kinderen waar ze niet de biologische ouders van zijn, maar juridisch wel.

Slide 2 - Open vraag

Vader/moeder – kinderen
Eén volwassene met kinderen waar hij de biologische ouder van is.

Slide 3 - Open vraag

Eén of twee volwassenen zorgen voor de kinderen, zij zijn niet de biologische kinderen van de kinderen. Vaak is dit tijdelijk.

Slide 4 - Open vraag

Vader- moeder- kinderen
Een man en vrouw hebben samen kinderen. Zij zijn de biologische ouders van de kinderen.

Slide 5 - Open vraag

Ouders (of één van de ouders) leven in een groter familieverband met grootouders, ooms, tantes of andere familieleden.

Slide 6 - Open vraag

In een huis wonen en werken begeleiders die kinderen uit verschillende gezinnen opvangen. Vaak is dit tijdelijk.

Slide 7 - Open vraag

De ouder krijgt een nieuwe relatie en vormt samen met de partner (en zijn/haar kinderen) een nieuw gezin. Soms krijgen ze samen ook nog kinderen.
De niet-biologische ouder van de kinderen in het gezin, wordt vaak plusouder genoemd in plaats van stiefouder.

Slide 8 - Open vraag

Vader- vader, moeder- moeder
Twee mannen of twee vrouwen die samen kinderen hebben. Dit kunnen biologische, geadopteerde of pleegkinderen zijn.

Slide 9 - Open vraag

Een minderjarige deelt de opvoeding van zijn of haar kind met een volwassene, meestal met de eigen ouder(s).

Slide 10 - Open vraag


Slide 11 - Open vraag


Slide 12 - Open vraag


Slide 13 - Open vraag


Slide 14 - Open vraag


Slide 15 - Open vraag


Slide 16 - Open vraag


Slide 17 - Open vraag


Slide 18 - Open vraag


Slide 19 - Open vraag