3.4 atoommassa en molaire massa (les 2)

• Wiskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

3.4 atoommassa en molaire massa (les 2)

1. je kunt uitleggen wat de relatieve atoommassa inhoudt

2. je kunt de molaire massa van een stof berekenen

3. je kunt uitleggen wat de chemische hoeveelheid (de mol) voorstelt

4. Je kunt berekenen hoeveel deeltjes er in een aantal mol zitten en omgekeerd

5. je kunt berekenen hoeveel deeltjes er in een aantal gram zitten en omgekeerd

6. je kunt de relatieve atoommassa berekenen

deze les

opstart    5 min
terugblik 5 min
doel 1        3 min

doel 2       3 min

doel 3       3 min

doel 4       3 min

doel 5       3 min

doel 6       3 min

Keuzewerktijd + afsluiting 15 min)

Terugblik

wat weet je nog van:
- relatieve atoommassa

- mol en aantal deeltjes
- getal van avogadro
- molaire massa

Voor het berekenen van de molecuulmassa wordt gebruikgemaakt van de relatieve atoommassa.
Geef aan welke informatie van een atoomsoort niet nodig is om de relatieve atoommassa te bepalen.

1. De massa van de isotopen
2. Het massagetal
3. Het voorkomen van isotopen in de natuur

de mol...

1. ...is een constante
2. ...is een vast aantal (deeltjes)
3. ...zegt iets over de massa
4. ...zegt iets over de dichtheid

Van gram naar mol, dus ...... de molaire massa.

1. delen door
2. vermenigvuldigen met

1. Je kunt uitleggen wat de relatieve atoommassa inhoudt

Met de volgende slide ga je kijken of je dit doel beheerst. Omschrijf zo goed mogelijk!

Beschrijf wat bedoeld wordt met de relatieve atoommassa

Je kunt uitleggen wat de relatieve atoommassa inhoudt

1. Ik heb (nog) geen idee
2. ik weet dat het met het atoomnummer te maken heeft
3. Ik weet dat het met atoomnummer en isotopen te maken heeft
4. Ik kan het goed uitleggen

doel 1

Wat moet je nog doen om dit doel te behalen?

2. je kunt de molaire massa van een stof berekenen

Met de volgende slide ga je kijken of je dit doel beheerst. Omschrijf zo goed mogelijk!

Beschrijf hoe je molaire massa berekent

Je kunt de molaire massa van een stof berekenen

1. Ik heb (nog) geen idee
2. ik weet dat het met de atomen in het molecuul te maken heeft
3. Ik weet dat ik de relatieve atoommassa's nodig heb van de atomen in het molecuul
4. Ik kan het goed uitleggen

doel 2

Wat moet je nog doen om dit doel te behalen?

3. Je kunt uitleggen wat de chemische hoeveelheid (de mol) voorstelt

Met de volgende slide ga je kijken of je dit doel beheerst. Omschrijf zo goed mogelijk!

Beschrijf wat de chemische hoeveelheid (de mol) is

Je kunt uitleggen wat de chemische hoeveelheid (de mol) voorstelt

1. Ik heb (nog) geen idee
2. ik weet dat het met het aantal moleculen te maken heeft
3. Ik weet dat het getal van avogadro hierbij hoort (6,02x10 23)
4. Ik kan het goed uitleggen

doel 3

Wat moet je nog doen om dit doel te behalen?

4. Je kunt berekenen hoeveel deeltjes er in een mol zitten en omgekeerd

Met de volgende slide ga je kijken of je dit doel beheerst. Omschrijf zo goed mogelijk!

Bereken hoeveel mol moleculen aanwezig is in 1,25x10 (macht)28 moleculen

Je kunt berekenen hoeveel deeltjes er in een aantal mol zitten en omgekeerd

1. Ik heb (nog) geen idee, de vorige opdracht kon ik echt niet
2. ik wist dat ik de formule en het getal van avogadro moest gebruiken
3. Ik had een berekening gemaakt, maar niet de juist
4. Ik kan het goed uitrekenen

doel 4

Wat moet je nog doen om dit doel te behalen?

5. Je kunt berekenen hoeveel deeltjes er in een gram zitten en omgekeerd

Met de volgende slide ga je kijken of je dit doel beheerst. Omschrijf zo goed mogelijk!

In een fles wijn is 72,0 g alcohol (C2H6O) aanwezig. Bereken hoeveel mol alcohol er aanwezig is in deze fles wijn

Je kunt berekenen hoeveel mol deeltjes er in een aantal gram zitten en omgekeerd

1. Ik heb (nog) geen idee, de vorige opdracht kon ik echt niet
2. ik wist welke formule ik moest gebruiken
3. Ik had de molecuulmassa uitgerekend
4. Ik kan het goed uitrekenen

doel 5

Wat moet je nog doen om dit doel te behalen?

6. je kunt de relatieve atoommassa berekenen

Met de volgende slide ga je kijken of je dit doel beheerst. Omschrijf zo goed mogelijk!

Van het atoom Boor zijn er 2 isotopen:
B 10 met een atoommassa van 10,013, deze komt in 19,9% van de gevallen voor.
B11 met een atoommassa van 11,009, deze komt in 80,1% van de gevallen voor.
bereken de relatieve atoommassa

Je kunt de relatieve atoommassa berekenen

1. Ik heb (nog) geen idee, de vorige opdracht kon ik echt niet
2. ik wist dat ik iets met een gemiddelde moest uitrekenen
3. Ik had wel iets uitgerekend maar had niet het goede antwoord
4. Ik kan het goed uitrekenen

doel 6

Wat moet je nog doen om dit doel te behalen?

keuzewerktijd

De volgende les heb je een vaardighedentoets over de rekenvaardigheden tot nu toe. Dus de rekenvaardigheden van het begin van het schooljaar en nu 3.4

Je kunt nu tijd besteden aan het opfrissen van deze doelen of het behalen van de doelen. 

Loop je vast? vraag een klasgenoot, vraag mij of chatgpt (wees kritisch op de antwoorden van chat)

Ben je klaar? maak de opdrachten van 3.4 en kijk deze na

afsluiting

Volgende les vaardigheden
hierna: afsluiten 3.4 en herhalen 6.2 en 6.3 bespreken

26 mei: SO over hoofdstuk 3 en 6.3 en 6.3

Symbool

atoommassa

atoomnummer

Welke leerdoelen beheers je nu?

Deze leerdoelen beheers ik nu al

Deze leerdoelen beheers ik nog niet. Dus ga ik hier nog mee verder oefenen/lezen. Anders vraag ik hulp aan de docent.

Je kunt uitleggen wat de relatieve atoommassa inhoudt.

Je kunt uitleggen wat de chemische hoeveelheid voorstelt.

Je kunt de molaire massa van een stof berekenen.

Je kunt berekenen hoeveel mol deeltjes er in een aantal gram zit en omgekeerd.

Je kunt berekenen hoeveel deeltjes er in een aantal mol zitten en omgekeerd.