Getallen


21 en hoger
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les


21 en hoger

Slide 1 - Tekstslide

Spelling: getallen
Wanneer een getal uitschrijven in woorden? 

Slide 2 - Tekstslide

Welke getallen moet je uitschrijven?
Piet werd 1e op de 100 meter sprint.

Slide 3 - Open vraag

Welke getallen mag je in cijfers uitschrijven?
A
alle getallen
B
alleen tijden
C
alleen telefoonnummers
D
verwijzingen naar maten, gewichten en bedragen

Slide 4 - Quizvraag

Welke getallen moet je uitschrijven?
Op 2e paasdag kwamen 75 mensen naar het festival.

Slide 5 - Open vraag

Welke getallen moet je uitschrijven? 'De wortel van 49 is 7', zei de leraar voor de 3e keer.

Slide 6 - Open vraag

Letters
  • Getallen tot twintig: twaalf, derde
  • Tientallen tot honderd: dertig
  • Honderd- en duizendtallen: tweehonderd, zesduizend
  • Miljoen, miljard, biljoen: twee miljoen (los!), vijf miljard (los!)
  • Rangtelwoorden: twaalfde, zeventigste, vier miljoenste


Slide 7 - Tekstslide

- voor getallen boven de twintig die dus niet rond zijn: 88 miljoen, de 34e (34ste) editie, 42 aanwezigen

- voor maten, gewichten, data, exacte tijdstippen e.d.: 7 meter, 19 kilo, 30 januari 1965, om 19.00 uur (zeven uur geeft de duur van een periode aan), 44 procent, 31°C.

Getallen

Slide 8 - Tekstslide

Let op!

Schrijf breuken los 
een vierde: 1/4, drie zeven achtste: 3⅞; maar: vijfenhalf, 

Behalve in een samenstelling
tweekwartsmaat, eenderdeminderheid.






Slide 9 - Tekstslide

Let op!

Cijfers hebben de voorkeur als er anders een rare mix van woorden en cijfers zou ontstaan bij getallen die hetzelfde geval betreffen:

Van de 150 Kamerleden stemden er 11 voor, 137 tegen en 2 blanco. (De getallen 150, 11, 137 en 2 betreffen alle ‘Kamerleden’.)
Maar:
- Op 1 juli 2016 werden twee voorstellen in stemming gebracht: 11 Kamerleden stemden voor het eerste voorstel, 139 waren tegen. (Het woord ‘twee’ betreft ‘voorstellen’.)






Slide 10 - Tekstslide

Let op!

Voor grote ronde getallen in een lopende tekst combineer je cijfers en letters: 

22 duizend inwoners, 215 miljoen euro, 44 duizend kilometer











Slide 11 - Tekstslide

Let op!

Bij klinkerbotsing krijgen getallen in letters een trema, hoewel het samenstellingen zijn: 

drieënhalf
















Slide 12 - Tekstslide

Aan de slag!
H3 Spelling getallen: opdracht 1, 2 en 11
H3 Spelling werkwoorden: eigen leerroute

Slide 13 - Tekstslide