Goederenrecht les 1: Inleiding

Goederenrecht les 1
Inleiding 
Vermogensrecht
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
GoederenrechtMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Goederenrecht les 1
Inleiding 
Vermogensrecht

Slide 1 - Tekstslide

Hoe gaat deze onderwijsperiode eruit zien?
  • Goederenrecht (2x per week, eerste weken)
  • Verbintenissenrecht (2x per week, laatste weken)
  • Arbeidsrecht (1x per week) 

Iedere les duurt 1,5 uur

Goederenrecht en verbintenissenrecht zijn examenvakken!!
Einde van dit schooljaar wordt het examen 'Basiskennis recht' afgenomen!

Slide 2 - Tekstslide

Wat moet je meenemen?
  • Basisboek Juridisch
  • Wettenbundel deel I (privaatrecht)
  • Pen en papier
  • Laptop 

Slide 3 - Tekstslide

Studiewijzer
Week 1, les 1: Inleiding en vermogensrecht (hoofdstuk 10.1 en 10.2)
Week 1, les 2: Goederen (hoofdstuk 10.3)
Week 2, les 3: Goederen - de absolute rechten (hoofdstuk 10.3)
Week 2, les 4: Verkrijging van goederen (hoofdstuk 10.4)
Week 3, les 5: Verkrijging van goederen - overdracht  (hoofdstuk 10.4)
Week 3, les 6: Kort geding (hoofdstuk 7.6)
Week 4, les 7: Een uitspraak in de praktijk 
Week 4, les 8: Herhaling/oefentoets

Slide 4 - Tekstslide

Vermogensrecht... waar denk je aan bij vermogen?

Slide 5 - Open vraag

Vermogen
Juridisch begrip vermogen: iemands bezittingen en schulden of eigenlijk op geld waardeerbare rechten en plichten.

Een voorbeeld: voordat je nieuwe kleding koopt, heb je geld op jouw rekening staan. Na de aankoop heb je minder geld op jouw rekening staan maar heb je er wel een nieuw kledingstuk bij. 

Slide 6 - Tekstslide

Vermogen vervolg
Een vermogen kan een positief of een negatief saldo hebben.

Positief: meer bezittingen dan schulden
Negatief: meer schulden dan bezittingen 

Slide 7 - Tekstslide

Vermogensrecht
Het vermogensrecht regelt alles rondom het vermogen. 

Het vermogensrecht bestaat uit:
1. Goederenrecht (= beschrijving van het absolute vermogensrecht)
2. Verbintenissenrecht (= beschrijving van de relatieve rechten; prestaties die personen van elkaar tegoed hebben (altijd een recht en een plicht)

Met allebei de rechtsgebieden gaan jullie deze OP dus aan de slag!

Slide 8 - Tekstslide

Kenmerken vermogensrechten:
Vermogensrechten zijn de rechten waaruit iemands vermogen is opgebouwd. 

Twee kenmerken:
1. op geld waardeerbaar (waarde in geld uitdrukken)
2. je kunt ze overdragen aan een ander

Slide 9 - Tekstslide

Soorten vermogensrechten
De kenmerken hebben we net gezien. 
Nu gaan we kijken naar welke soorten vermogensrechten er zijn:

Twee soorten:
1. Absolute rechten 
2. Relatieve rechten 

Om te weten of je met absolute of relatieve rechten te maken hebt, moet je jezelf de vraag stellen ten opzichte van wie je deze rechten kunt handhaven.

Slide 10 - Tekstslide

1. Absolute rechten
Rechten die iemand heeft over een goed en die door iedereen gerespecteerd moeten worden. 

Het eigendomsrecht is dus een absoluut recht. 
Voorbeeld: Henk is eigenaar van een auto. Hij mag de auto gebruiken zoals hij dat wil. Hij mag de auto bijv. verkopen of uitlenen. M.a.w. hij heeft de zeggenschap over zijn auto en iedereen om hem heen moet dat respecteren. Anderen mogen de auto niet verkopen, zo maar lenen etc. 

Slide 11 - Tekstslide

2. Relatieve rechten
Rechten die de ene persoon alleen ten opzichte van die andere persoon heeft. 

Relatieve rechten worden ook wel verbintenissen genoemd.

Voorbeeld: Kai heeft zijn opleiding afgerond en zijn studieboeken voor 200 euro aan Merel verkocht. Maar Merel komt haar betalingsverplichting niet na. Kai kan alleen Merel aanspreken om te betalen. Kai heeft namelijk alleen het recht om van Merel geld te ontvangen en niet van iemand anders. 

Slide 12 - Tekstslide

Waar te vinden in de wet?
Waar is het vermogensrecht te vinden in de wet?

Goederenrecht: Boek 3 en 5 van het BW
Verbintenissenrecht: Boek 6 en 7 van het BW

Slide 13 - Tekstslide

Het vermogensrecht regelt alles rondom het vermogen.
A
Juist
B
Niet juist

Slide 14 - Quizvraag

Wat zijn de twee kenmerken van vermogensrechten?

Slide 15 - Open vraag

En welke twee soorten vermogensrechten zijn er?

Slide 16 - Open vraag

Een absoluut recht geldt t.o.v. een persoon.
A
Juist
B
Niet juist

Slide 17 - Quizvraag

Een relatief recht wordt ook wel een verbintenis genoemd.
A
Juist
B
Niet juist

Slide 18 - Quizvraag

Opdrachten/huiswerk:
Maak de opdrachten 3, 4 en 5 (H10, Basisboek Juridisch)

Niet af? Huiswerk!

Slide 19 - Tekstslide

Afsluiting: wat hebben we geleerd?
  • Wat is het vermogensrecht?
  • Wat zijn de kenmerken van het vermogensrecht?
  • Welke twee soorten van het vermogensrecht kennen we?
  • Wat zijn absolute en relatieve rechten?
  • Waar is dat geregeld in de wet?

Vragen?

Slide 20 - Tekstslide