Helpende Plus - Palliatieve zorg

Palliatieve zorg en rouw
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Palliatieve zorg en rouw

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Je selecteert de juiste fase van rouw passend bij een situatie.
  • Je onthoud het verschil tussen curatieve, palliatieve en terminale zorg.
  • Je stelt vast waar jij in het stervensproces alert op moet zijn.
  • Je observeert symptomen in de stervensfase en licht juiste werkwijze toe.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Palliatieve zorg
Zorg die gegeven wordt aan cliënten wanneer er geen genezing van een ziekte meer mogelijk is.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terminale zorg
Palliatieve zorg
Curatieve zorg
De cliënt wordt behandeld en geneest
De cliënt kan niet meer genezen. Levensverwachting is < 3 maanden
De ziekte is ongeneeslijk maar wordt wel behandeld

Slide 5 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer palliatieve zorg?
  • Kanker, wanneer die uitbehandeld is
  • Dementie
  •  COPD
  • Hartfalen 
  • Veel ziektes die chronisch en progressief zijn

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ziektegerichte palliatie
Kenmerken: Behandeling niet meer op genezing gericht

Doelen: Levenskwaliteit en klachtervermindering

Duur: maanden tot jaren

Slide 8 - Tekstslide

1. ziektegerichte palliatie: ziekte wordt nog behandeld zonder dat genezing mogelijk is
2. Symptoomgerichte palliatie: verlichten en onder controle houden van symptomen
3. Stervensfase: kwaliteit van sterven
4. Nazorg voor naasten

DA en huisarts zorgen ervoor dat een patiënt gemarkeerd wordt als zijnde palliatief/terminaal. Bij triage kan er dan gelijk worden verwezen naar betreffende arts
Symptoomgerichte palliatie
Kenmerken: Toename klachten, comfort staat centraal

Doelen: Symptoombestrijding, planning

Duur: weken tot maanden

Slide 9 - Tekstslide

1. ziektegerichte palliatie: ziekte wordt nog behandeld zonder dat genezing mogelijk is
2. Symptoomgerichte palliatie: verlichten en onder controle houden van symptomen
3. Stervensfase: kwaliteit van sterven
4. Nazorg voor naasten

DA en huisarts zorgen ervoor dat een patiënt gemarkeerd wordt als zijnde palliatief/terminaal. Bij triage kan er dan gelijk worden verwezen naar betreffende arts
Terminale fase
Kenmerken: Verwachte levensduur < 3 maanden

Doelen: Comfort, waardig sterven

Duur: dagen tot weken

Slide 10 - Tekstslide

1. ziektegerichte palliatie: ziekte wordt nog behandeld zonder dat genezing mogelijk is
2. Symptoomgerichte palliatie: verlichten en onder controle houden van symptomen
3. Stervensfase: kwaliteit van sterven
4. Nazorg voor naasten

DA en huisarts zorgen ervoor dat een patiënt gemarkeerd wordt als zijnde palliatief/terminaal. Bij triage kan er dan gelijk worden verwezen naar betreffende arts
Nazorg
Kenmerken: Na overlijden

Doelen: Rouwbegeleiding, evaluatie

Duur: enkele weken tot maanden

Slide 11 - Tekstslide

1. ziektegerichte palliatie: ziekte wordt nog behandeld zonder dat genezing mogelijk is
2. Symptoomgerichte palliatie: verlichten en onder controle houden van symptomen
3. Stervensfase: kwaliteit van sterven
4. Nazorg voor naasten

DA en huisarts zorgen ervoor dat een patiënt gemarkeerd wordt als zijnde palliatief/terminaal. Bij triage kan er dan gelijk worden verwezen naar betreffende arts
Aspecten van palliatieve zorg 
  • Kwaliteit van leven van de cliënt. Daar vallen de wensen en behoeften van de cliënt en naasten onder.
  • De omgang met symptomen (symptoommanagement)
  • Afspraken maken en gezamenlijke besluitvorming
  • De wensen, ideeën en beslissingen van de cliënt (autonomie van de cliënt/ vrijheid van de cliënt om zelf beslissingen te nemen)

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Palliatieve en terminale zorg


Verschil:


Terminale zorg
is gericht op de kwaliteit van sterven.
Palliatieve zorg is gericht op de kwaliteit van leven.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verschil tussen palliatieve zorg en terminale zorg
  • Beide zorgvormen worden geboden aan diegenen die niet meer kunnen genezen van hun ziekte en daaraan zullen overlijden
  • Het verschil is dat palliatieve zorg jaren kan duren, terwijl we pas van terminale zorg spreken wanneer het overlijden op korte termijn (3 maanden of minder) wordt verwacht

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Patiënten die goede palliatieve zorg krijgen: 
  • zijn vaak minder somber en angstig
  • hebben minder klachten en problemen
  • ervaren dat hun kwaliteit van leven beter is
  • hoeven minder vaak (plotseling) naar het ziekenhuis 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Palliatieve zorgverleners
In de palliatieve fase krijg men met verschillende zorgverleners te maken. Wie dat precies zijn, hangt af van de persoonlijke situatie. Er is altijd een hoofdbehandelaar en eerste aanspreekpunt bij vragen en probleem. 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • medisch specialist
  • verpleegkundige in het ziekenhuis
  • huisarts
  • wijkverpleegkundige (thuiszorg) of -verzorgende
  • fysiotherapeut
  • ergotherapeut 
  • logopedist
  • diëtist
  • maatschappelijk werker
  • geestelijk verzorger
  • psycholoog
  • apotheker 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stervensfase; wat zie je dan?

Slide 19 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Stervensfase; wat doe je dan?
Lichamelijk: zorg voor comfort, voorkom of behandel een delier, geef wisselligging, nathouden mond, denk aan obstipatie/retentie, pijnstilling (morfine), anti-misselijkheidsmedicatie, eten naar behoefte, zo nodig morfine/zuurstof bij benauwdheid, angstmedicatie (midazolam/dormicum)

Psychisch: bied emotionele ondersteuning, bespreek angsten rondom het sterven

Sociaal: schakel netwerk in, bespreek gewenste plek van overlijden, voorkom ruzie aan sterfbed, zoek manieren tot communicatie

Spiritueel: schakel geestelijke verzorging in, maak levensvragen en angst voor de dood bespreekbaar

Welk aspect wordt vaak vergeten?

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Fasen rouw Kubler - Ross

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

'Het is niet waar, de dokter heeft een fout gemaakt. Ik ben niet ziek.'
A
Ontkenning
B
Boosheid
C
Onderhandelen
D
Depressie

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een jaar na mijn ontslag heb ik nog geen nieuwe baan kunnen vinden. Ik wordt er moedeloos van en zie het soms helemaal niet meer zitten.
A
Ontkenning
B
Boosheid
C
Onderhandelen
D
Depressie

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie denkt mijn baas wel dat hij is, ik ga mijn ontslag aanvechten en bel vandaag nog een advocaat.
A
Ontkenning
B
Boosheid
C
Onderhandelen
D
Depressie

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik ga zorgen dat alles weer goed gaat komen. Vanaf nu ga ik beter voor mezelf zorgen.
A
Ontkenning
B
Boosheid
C
Onderhandelen
D
Depressie

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het is de schuld van de huisarts dat mijn vader niet meer leeft. Als hij eerder had ingegrepen, was het niet zover gekomen.
A
Ontkenning
B
Boosheid
C
Onderhandelen
D
Depressie

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De dood en sterfelijkheid
  • omgaan met het besef dat iemand dood gaat
  • voorkeurshouding voor sterven
  • pijn 
  • angst 
  • verdriet
  • rouwen
  • bewust zijn van je sterfelijkheid
  • zeer persoonlijke ervaring

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat kunnen helpende taken bij palliatieve zorg zijn?

Slide 29 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Lichamelijk
Delier/ onrust, wisselligging, nathouden mond, denk aan obstipatie/retentie, pijn,  angst, eten naar behoefte, zo nodig morfine/zuurstof bij benauwdheid


Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Psychisch: bied emotionele ondersteuning, bespreek angsten rondom het sterven

Sociaal: schakel netwerk in, bespreek gewenste plek van overlijden, voorkom ruzie aan sterfbed, zoek manieren tot communicatie
Spiritueel: schakel geestelijke verzorging in, maak levensvragen en angst voor de dood bespreekbaar

Spiritueel: schakel geestelijke verzorging in, maak levensvragen en angst voor de dood bespreekbaar


Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Palliatieve zorg is gericht op?
A
zo lang mogelijk blijven leven
B
kwaliteit van sterven
C
kwaliteit van leven
D
voorbereiden op een operatie

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Terminale zorg is gericht op
A
zo lang mogelijk blijven leven
B
kwaliteit van sterven
C
kwaliteit van leven
D
stervensbegeleiding

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Palliatieve zorg is multi dimensionale zorg
A
Juist
B
Onjuist

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het doel van palliatieve zorg is in elke fase van ziek zijn gelijk
A
Juist
B
Onjuist

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar denk je aan bij rouw?

Slide 36 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Rouw
Bij dementie voel je verlies. Je verliest ‘vroeger’. Soms gaat het snel, soms gaat het langzaam: maar dementie verandert je leven. Je moet afscheid nemen van hoe het was. Hoe jij zelf was, hoe de ander was. Of hoe jullie samen waren. Je rouwt, zonder begrafenis.

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 39 - Video

Deze slide heeft geen instructies


Complementaire zorg zorgt voor de hele mens: lichaam, geest, gevoelens, gedachten en wensen. Dat noem je een ‘holistische benadering’. 



Complementaire zorg kan helpen bij het verminderen van je klachten zoals:
pijn
misselijkheid
overgeven
angst
vermoeidheid
slaapproblemen
Als deze klachten verminderen, kan dat helpen voor een betere kwaliteit van leven.

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verschil euthanasie en palliatieve sedatie
Euthanasie:
In bijzondere gevallen een patiënt helpen met sterven. 

Palliatieve sedatie: 
Het opzettelijk verlagen van het bewustzijn van een patiënt in de laatste levensfase met als doel ondraaglijk lijden te verlichten. 

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Palliatieve sedatie
Palliatieve sedatie is het bewust verlagen van het bewustzijn van een patiënt om ondraaglijk lijden te verlichten in de laatste levensfase, wanneer andere behandelingen niet effectief zijn.

Belangrijk: het doel is lijden verlichten, niet het leven verkorten


Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Palliatieve sedatie
Palliatieve sedatie wordt overwogen als:
  • Er sprake is van ondraaglijk fysiek of psychisch lijden.
  • Andere manieren om klachten te verlichten niet meer werken.
  • De patiënt zich in de terminale fase bevindt (levensverwachting meestal dagen tot weken).

Veelvoorkomende klachten die leiden tot sedatie:
  • Ernstige pijn die niet volledig verdwijnt met medicatie.
  • Onrust of angst (delier, terminale agitatie).
  • Ernstige benauwdheid.
  • Overmatig braken of andere oncontroleerbare symptomen.


Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 44 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Euthanasie 
Artsen doen dat alleen als een patiënt daar zelf om vraagt. In de euthanasiewet staan alle regels die gelden bij euthanasie.

Bij euthanasie geeft een arts de patiënt een dodelijk medicijn.




Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies