Theorie week 13 - (foutief) beknopte bijzin

Lesprogramma
  • Lesdoel
  • Voorkennis ophalen
  • Uitleg (foutief) beknopte bijzin
  • Oefenen
  • Zelf aan de slag
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Lesprogramma
  • Lesdoel
  • Voorkennis ophalen
  • Uitleg (foutief) beknopte bijzin
  • Oefenen
  • Zelf aan de slag

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel 
Aan het einde van deze les weet je wat een beknopte bijzin is en kun je het type en de functie van een beknopte bijzin bepalen. 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Startopdracht: In het zinsdeel tussen haakjes staat geen onderwerp. Hoe kun je het onderwerp toch vaststellen?

"[Luid scheldend op zijn coach] liep Max de kleedkamer uit."

Slide 4 - Open vraag

Theorie - deel 1
Van een bijzin kun je een beknopte bijzin maken > verkorte bijzin.

gewone bijzin: Nadat ze de catwalk verlieten, kleedden de modellen zich om voor het volgende onderdeel van de show.

beknopte bijzin: Na de catwalk te hebben verlaten, kleedden de modellen zich om voor het volgende onderdeel van de show.





Slide 5 - Tekstslide

deel 2
  • Onderwerp en persoonsvorm ontbreken in een beknopte bijzin.
  •  Het onderwerp is ‘verzwegen’ --> verzwegen onderwerp kun je afleiden uit de hoofdzin (het is daar het ow, lv of mv).

 Dromend over zijn toekomst (bekn. bz.) viel hij in slaap. 
Verzwegen onderwerp = hij 

Slide 6 - Tekstslide

deel 3
In plaats van de persoonsvorm kan de beknopte bijzin bevatten:

  • een voltooid deelwoord:
 Aangekomen op het vakantieadres meldde mijn vader zich aan de balie.
  • een onvoltooid deelwoord: 
 Naar huis fietsend bedacht Mark zich, keerde om en reed terug.
  •  ‘te + infinitief’: 
 Na zijn kast te hebben leeggehaald vond Tim de shirts die hij zocht.

Slide 7 - Tekstslide

Loerend op haar prooi sloop de oude leeuwin over de savanne
A
beknopte bijzin met voltooid deelwoord
B
beknopte bijzin met onvoltooid deelwoord
C
beknopte bijzin met 'te' + infinitief
D
gewone bijzin

Slide 8 - Quizvraag

Heeft Aline je uitgelegd hoe je snel een fietsband kunt plakken?
A
beknopte bijzin met voltooid deelwoord
B
beknopte bijzin met onvoltooid deelwoord
C
beknopte bijzin met 'te' + infinitief
D
gewone bijzin

Slide 9 - Quizvraag

Na drie verloren finales eindelijk kampioen geworden, dankte de tennisser zijn ouders en staf.
A
beknopte bijzin met voltooid deelwoord
B
beknopte bijzin met onvoltooid deelwoord
C
beknopte bijzin met 'te' + infinitief
D
gewone bijzin

Slide 10 - Quizvraag

Bekijk de volgende beknopte bijzin. Waarom is deze fout? "Na het probleem te hebben besproken, kwam de tram aanrijden."

Slide 11 - Open vraag

Theorie foutieve beknopte bijzin
Je kunt met een beknopte bijzin gemakkelijk een fout maken, wanneer je het verzwegen onderwerp uit het oog verliest.

Na het probleem te hebben besproken, kwam de tram aanrijden.


Slide 12 - Tekstslide

Theorie foutieve beknopte bijzin
Na het probleem te hebben besproken, kwam de tram aanrijden.

Uit de hoofdzin blijkt dat de tram het onderwerp is. Dat moet ook het verzwegen onderwerp in de beknopte bijzin zijn. Dat is in de eerste zin niet het geval: een tram bespreekt geen problemen. Die zin is dus grammaticaal fout.


Slide 13 - Tekstslide

Theorie foutieve beknopte bijzin
Het onderwerp van de beknopte bijzin moet dus hetzelfde zijn als de hoofdzin.

Aangekomen op het vakantieadres meldde mijn vader zich aan de balie.

Deze zin klopt, want het onderwerp van de beknopte bijzin is 'mijn vader' en dat is hetzelfde onderwerp als de hoofdzin.

Slide 14 - Tekstslide

Liggend op zijn badmat las Achmad zijn dagblad.
A
beknopte bijzin
B
foutieve beknopte bijzin

Slide 15 - Quizvraag

Bij school aangekomen, bleken zijn boeken nog thuis te liggen.
A
Beknopte bijzin
B
Foutieve beknopte bijzin

Slide 16 - Quizvraag

Dromend van zijn vriendin liep hij tegen een lantaarnpaal.
A
beknopte bijzin
B
Foutieve beknopte bijzin

Slide 17 - Quizvraag

Kijkend uit het raam, viel plotseling een dakpan naar beneden.
A
beknopte bijzin
B
Foutieve beknopte bijzin

Slide 18 - Quizvraag

Hoe verbeter je een foutieve beknopte bijzin? Er zijn twee manieren:
  • Verander de beknopte bijzin in een gewone bijzin met een persoonsvorm en een onderwerp.
  • Verander de hoofdzin en vul daar het verzwegen onderwerp van de beknopte bijzin in.

Slide 19 - Tekstslide

Verbeter de foutieve beknopte bijzin door deze in een gewone bijzin te veranderen (manier 1).
"Staand op de vuurtoren bood het strand een prachtige aanblik."

Slide 20 - Open vraag

Hoe goed ken jij de theorie over de (foutief) beknopte bijzin?
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Poll

Aan de slag
Aan de slag met de opdrachten van week 13.

Slide 22 - Tekstslide