Leerjaar 1 4.3 lezen K/G

4.3 Lezen les 1
  • Goedemorgen
  • Jas uit, kauwgom in de prullenbak
  • Werkboek en etui op tafel
  • Lezen uit je leesboek
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

4.3 Lezen les 1
  • Goedemorgen
  • Jas uit, kauwgom in de prullenbak
  • Werkboek en etui op tafel
  • Lezen uit je leesboek

Slide 1 - Tekstslide

Laatste periode
Graag jullie reactie/aanvullingen op deze lessonup
Wat staat er nog op het programma tot de zomervakantie:

- Begrijpend lezen + toets
- Oefenen met grammatica en spelling -> AMN test

Slide 2 - Tekstslide

4.3 lezen
Graag jullie reactie/aanvullingen op deze lessonup
Vandaag: 

- lezen - iedereen heeft een eigen boek of tijdschrift
- opfrissen oude leerdoelen
- opdrachten maken

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
Leerdoelen:


  • De tekstdoelen informeren en amuseren herkennen.
  • Instructies herkennen.
  • Verwijswoorden herkennen.
  • Signaalwoorden herkennen die een tijdsvolgorde aangeven.

4.3 Lezen
Wat gaan we in deze paragraaf leren?

Slide 4 - Tekstslide

Wat weet je nog? 

Slide 5 - Tekstslide

De titel, tussenkopjes, de eerste en laatste alinea lezen zijn voorbeelden van...
A
Nauwkeurig lezen
B
Verkennend lezen

Slide 6 - Quizvraag

"Het flatgebouw is 165 meter hoog."
Dit is een...
A
Mening
B
Feit

Slide 7 - Quizvraag

Maar, echter en integendeel zijn voorbeelden van signaalwoorden met:
A
Een tegenstelling
B
Een opsomming

Slide 8 - Quizvraag

Welke manieren van lezen zijn er?

Slide 9 - Woordweb

Waar of niet waar?
Pak blz 24 erbij uit je werkboek
Opdracht 1:



Slide 10 - Tekstslide

Lees tekst 1 verkennend
Maak daarna opdracht 2

Slide 11 - Tekstslide

We lezen tekst 1 nauwkeurig
Waar verwijzen de onderstreepte woorden naar?
Maken opdracht 3, 4a en opdracht 5 

Slide 12 - Tekstslide

4.3 Lezen les 2
Heb je werkboek 1B bij je?

Slide 13 - Tekstslide

Leerdoelen voor vandaag

- We leren de tekstdoelen informeren en amuseren herkennen
- We oefenen met begrijpend lezen
- Je weet wat verwijswoorden zijn

Slide 14 - Tekstslide

blz. 27

Slide 15 - Tekstslide

Oefenen met  tekstdoelen
Wisbordje erbij! 

Slide 16 - Tekstslide

Wat wil de schrijver bereiken met een informerende tekst?
A
De lezer van iets overtuigen
B
De lezer vermaken
C
De lezer informatie geven
D
De lezer uitleg geven

Slide 17 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van een informatieve tekst?
A
Tekst uit een schoolboek
B
Leesboek
C
Stripverhaal
D
Recept

Slide 18 - Quizvraag

Wat wil de schrijver bereiken met een amuserende tekst?
A
De lezer van iets overtuigen
B
De lezer vermaken
C
De lezer informatie geven
D
De lezer uitleg geven

Slide 19 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van een amuserende tekst?
A
Tekst uit een schoolboek
B
Brief
C
Gebruiksaanwijzing
D
Stripverhaal

Slide 20 - Quizvraag

Is een instructie een informatieve- of een amuserende tekst?
A
Informatieve
B
Amuserende

Slide 21 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van een instructie?
A
Brief
B
Handleiding
C
Boek
D
Nieuwsbericht

Slide 22 - Quizvraag

Verwerkingsopdrachten
Maak:
Opdracht 7 
Opdracht 8

Slide 23 - Tekstslide

Tekst 3
Lees tekst 3 op blz 28

Maak opdracht 9

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Maak opdracht 11 en opdracht 12

Slide 26 - Tekstslide

4.3 Lezen les 3
Startopdracht met verwijswoorden
instructie signaalwoorden
Tekst 5 lezen
opdracht 17, 18, 19, 20

Slide 27 - Tekstslide

Verwijswoorden
Wat zijn verwijswoorden? 

Slide 28 - Tekstslide

Welke woorden zijn voorbeelden van verwijswoorden?
A
Maar/ daarentegen
B
Hij/zij
C
Als eerste/ vervolgens
D
Eerst/ ten slotte

Slide 29 - Quizvraag

Al je wilt weten waar een woord naar verwijst stel je een vraag die begint met wie, wat, waar of welk(e).

Slide 30 - Woordweb

Verwijswoorden
De hond van Jason heeft vrijdag een duur foutje gemaakt. 
Hij heeft een portemonnee met tweeduizend euro opgegeten. 

Wie is hij? 

Slide 31 - Tekstslide

Verwijswoorden
Ik heb een boek gelezen en het was spannend.

Waarnaar verwijst het? 


Slide 32 - Tekstslide

Verwijswoorden
We gingen gisteren naar de camping. We vonden het daar erg leuk. 

Waarnaar verwijst daar? 


Slide 33 - Tekstslide

Verwijswoorden
We starten met opdracht 11 op blz 30


Slide 34 - Tekstslide

Een instructietekst

opdracht 13  op blz. 31

Slide 35 - Tekstslide

Signaalwoorden
Even oefenen! 


Slide 36 - Tekstslide

4.3 Begrijpen lezen les 4
Lesdoel:
- We oefenen met signaalwoorden 
- We oefenen met verkennend en nauwkeurig lezen

Slide 37 - Tekstslide

blz 33

Slide 38 - Tekstslide

Tekst 5 : Goalbal

Slide 39 - Tekstslide

Tekst 5 : Goalbal

Slide 40 - Tekstslide

Tekst 6: Jonge dj's leren draaien op de ADE

Hoe lees je de tekst verkennend? 


Slide 41 - Tekstslide

4.3 Lezen les 5
Goedemiddag! Goed weekend gehad?

Heb je je werkboek 1B mee? Leg hem alvast op tafel. 

Slide 42 - Tekstslide

4.3 Lezen les 5
Wat gaan we doen? 
Nakijken tekst 5 - Goalbal
Lezen tekst 6 -> verkennend en nauwkeurig lezen
leestaak opdracht 22 t/m 26

Slide 43 - Tekstslide