OWK Cognitivisme

Cognitivisme
Lars Willemse en Mees Arentz
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisHBOStudiejaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Cognitivisme
Lars Willemse en Mees Arentz

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het eind van de les...
- kun je uitleggen wat cognitivisme is volgens Bruner
- Kun je uitleggen wat cognitivisme is volgens Ausubel
- Kun je uitleggen wat de twee cognitieve leerkenmerken zijn

Slide 3 - Tekstslide

Metacognitie
Metacognitie wordt gezien in twee dimensies. Kennis van het eigen cognitief functioneren en het eigen zelfmanagement. De eerste omvat de declaratieve, procedurele en situationele kennis. De tweede hoort bij het plannen, evalueren en het bijstellen van eigen cognitieve processen. Bij metacognitie gaat het erom dat je vragen stelt aan jezelf tijdens het leren. Zo kom je erachter op je voldoende weet voor een toets of examen.

Slide 4 - Tekstslide

Wat is cognitivisme?

Slide 5 - Open vraag

Wat zijn de 3 representatievormen volgens Bruner?

Slide 6 - Open vraag

Wat voegde Ausubel toe aan de theorie van Bruner?

Slide 7 - Open vraag

Wat zijn de twee cognitieve leerkenmerken?

Slide 8 - Open vraag

Vragen?

Slide 9 - Open vraag

                 Oefenvragen

Slide 10 - Tekstslide

Binnen het Behaviorisme kijkt men vooral naar het gedachtenproces achter de respons
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Wat is het doel van het Behaviorisme

………… van gedrag
A
analyseren/ observeren
B
vermijden
C
voorspellen/ controleren
D
versterken

Slide 12 - Quizvraag

Welke van de onderstaande woorden typeren het behaviorisme:
A
controle, instructie, klassikaal, interactie.
B
leergesprek, orde, samenwerken, effectiviteit.
C
klassengesprek, rust, transfer, instructie.
D
controle, klassikaal, leergesprek, instructie.

Slide 13 - Quizvraag

Volgens het Behaviorisme, komt gedrag komt voort uit interne & externe prikkels
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quizvraag

Volgens het Behaviorisme werkt belonen beter dan straffen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quizvraag

Iets anders
Behaviorisme

Slide 16 - Sleepvraag


Reinforcement (positieve versterking werkt beter dan straf) en opdelen kleine stappen (werkt beter dan grote stappen zijn variabelen die onderzocht zijn bij.....
A
Constructivisme
B
Cognitivisme
C
Behaviorisme
D
Constructivisme

Slide 17 - Quizvraag

Het bekendste experiment van Pavlov was met........... en staat voor............
A
docenten....Socialisme
B
honden......Behaviorisme
C
duiven..... Cognitivisme
D
studenten......... constructivisme

Slide 18 - Quizvraag

Het aansluiten bij voorkennis en rekening houden met de fasen van verwerking zijn centrale principes bij het informatieverwerkingsproces. Dit sluit aan bij ..........
A
Behaviorisme
B
Cognitivisme
C
Sociale leertheorie
D
Handelingspsychologie

Slide 19 - Quizvraag

Uit welke leertheorie is het competentiegericht onderwijs ontstaan?
A
Behaviorisme
B
Cognitivisme
C
Handelingspsychologie
D
Constructivisme

Slide 20 - Quizvraag

zone van naaste ontwikkeling
Conditioneren
Een toets maken
Concreet observeerbaar gedrag
Taxonomie van Bloom
Declaratieve kennis
Mensen construeren hun eigen kennis
Atelier
Deze miniles
Behaviorisme
Cognitivisme
Constructivisme

Slide 21 - Sleepvraag

Waar hoort het hondje van Pavlov bij?
A
Klassiek conditioneren
B
Operant conditioneren
C
Modelleren

Slide 22 - Quizvraag