voorzetselvoorwerp

Goedemorgen A2B

Planning van vandaag
- Lekker lezen in je eigen boek

- Herhaling VZV

- Zelf aan de slag
- Voor wie wil: herhaling Naamwoordelijk gezegde

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Goedemorgen A2B

Planning van vandaag
- Lekker lezen in je eigen boek

- Herhaling VZV

- Zelf aan de slag
- Voor wie wil: herhaling Naamwoordelijk gezegde

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen

- Je kunt zinnen volledig ontleden. 

- Je kunt het voorzetselvoorwerp in een zin benoemen.

Slide 2 - Tekstslide

Vul aan met een voorzetsel: informeren.... , twijfelen...., vertrouwen.....

Slide 3 - Open vraag

Kun je zelf een werkwoord bedenken
waar een vast voorzetsel bij hoort?

Slide 4 - Woordweb

Voorzetselvoorwerp 

Een voorzetselvoorwerp (vzv):
- Begint met een voorzetsel (in, op, tijdens, na etc.)
- Het voorzetsel hoort bij een vast werkwoord
- Heeft (vaak) een figuurlijke betekenis




Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Verschil bwb en vzv


Hij wacht op zijn vriendin. -- vzv

Hij wacht op de stoep. -- bwb


Bij een bwb:

- geeft het voorzetsel een precieze plaats of tijd aan

- kun je het vaak vervangen door een ander voorzetsel



Slide 7 - Tekstslide

Voorzetselvoorwerp of bijwoordeljke bepaling?
Wij vertrouwen op uw medewerking.
A
Op uw medewerking = vzv
B
Op uw medewerking = bwb

Slide 8 - Quizvraag

Voorzetselvoorwerp of bijwoordelijke bepaling?
Ik reken op zijn hulp.
A
Op zijn hulp = vzv
B
Op zijn hulp = bwb

Slide 9 - Quizvraag

Voorzetselvoorwerp of bijwoordelijke bepaling?
Wij fietsen door Hardinxveld.
A
door Hardinxveld = vzv
B
door Hardinxveld = bwb

Slide 10 - Quizvraag

Oefenen

Slide 11 - Tekstslide

Lesdoelen

- Je kunt zinnen volledig ontleden. 

- Je kunt het voorzetselvoorwerp in een zin benoemen.

Slide 12 - Tekstslide

Lesdoelen

- Je kunt zinnen volledig ontleden. 

- Je kunt het voorzetselvoorwerp in een zin benoemen.

Slide 13 - Tekstslide

Lesdoelen

- Je kunt zinnen volledig ontleden. 

- Je kunt het voorzetselvoorwerp in een zin benoemen.

Slide 14 - Tekstslide