4.3 k4
1 / 27
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Als de kinderopvangtoeslag omhoog gaat voor werkende ouders, wat gebeurt er dan met de arbeidsproductiviteit?
A
Stijgt
B
Daalt
Slide 4 - Quizvraag
Tom is door ziekte een halfjaar werkloos. Wat voor uitkering heeft Tom?
A
WW
B
WIA
Slide 5 - Quizvraag
Selda werkt 3 jaar bij de Dirk. Nu wordt zij ontslagen met toestemming van het UWV. Heeft zij recht op een transitievergoeding?
A
ja
B
nee
Slide 6 - Quizvraag
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Wat gebeurt er met de werkgelegenheid als de concurrentiepositie stijgt?
A
Daalt
B
Stijgt
Slide 9 - Quizvraag
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Welke 2 productiesectoren zijn erg kapitaalintensief?
A
Primaire en secundaire sector
B
Tertiaire en quartaire sector
Slide 12 - Quizvraag
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Bij werkloosheid is het aanbod groter/kleiner dan de vraag.
A
groter
B
kleiner
Slide 16 - Quizvraag
Timo is 17 jaar. Hoort hij bij de beroepsbevolking?
A
ja
B
nee
Slide 17 - Quizvraag
Slide 18 - Tekstslide
Linda is werkloos en is 16 jaar. Hoort zij bij de beroepsbevolking?
A
Ja
B
Nee
Slide 19 - Quizvraag
Slide 20 - Tekstslide
Wat is onjuist?
A
Als je in de informele sector werkt dan staat dat geregistreerd bij het UWV.
B
Als je in de formele sector werkt dan staat dat geregistreerd bij het UWV.
C
Grijs werk is het zelfde als informeel werk.
D
Als jij je slaapkamer schoonmaakt verricht jij informeel werk.
Slide 21 - Quizvraag
Slide 22 - Tekstslide
Welke van de 2 begrippen betekent eigenlijk dat er werkloosheid is?
A
Krappe arbeidsmarkt
B
Ruime arbeidsmarkt
Slide 23 - Quizvraag
Als het goed gaat met de economie, waar is er dan eigenlijk spraken van?
A
Krappe arbeidsmarkt
B
Ruime arbeidsmarkt
