H1.3/2 Beslissen we met zijn allen, of namens ons allen?

Vandaag (week 39 les 1)
  1. Opening
  2. Leerdoelen
  3. Terugblik
  4. H1.3
  5. Debatstelling
  6. Afsluiten


di
1.3
woe
1.3/1.4
vrij
1.4
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Vandaag (week 39 les 1)
  1. Opening
  2. Leerdoelen
  3. Terugblik
  4. H1.3
  5. Debatstelling
  6. Afsluiten


di
1.3
woe
1.3/1.4
vrij
1.4

Slide 1 - Tekstslide

leerdoelen H1.3
  • Je kunt herkennen in hoeverre het bestuur in een land voldoet aan de formele en informele kenmerken van een democratie.
  • Je kunt uitleggen hoe de volksvertegenwoordiging in Nederland is georganiseerd op nationaal, provinciaal en gemeentelijk niveau. 
  • Je kunt voor- en nadelen van indirecte en directe democratie benoemen en beargumenteren welke vorm van democratie jouw voorkeur heeft.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Welke hoort er niet bij?

A
eenzaamheid
B
baan kwijt
C
vervuiling
D
wooncrisis

Slide 4 - Quizvraag

"Het homohuwelijk moet worden afgeschaft."
A
progressief
B
conservatief

Slide 5 - Quizvraag

Welke hoort er niet bij?

A
vrijheid
B
gelijkheid
C
eigen verantwoordelijkheid
D
deregulering

Slide 6 - Quizvraag

Bij welke ideologie past de waarde rentmeesterschap het beste?
A
liberalisme
B
socialisme
C
confessionalisme

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

Hoe noem je de volksvertegenwoordigers op lokaal niveau?
A
wethouders
B
gemeenteraad
C
gedeputeerden
D
statenleden

Slide 9 - Quizvraag

Hoeveel bestuursniveaus zijn er (schema)?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 10 - Quizvraag

Wie worden gekozen middels getrapte verkiezingen?
A
leden van de provinciale staten
B
leden van de gedeputeerde staten
C
leden van de Eerste Kamer
D
leden van het Europees Parlement

Slide 11 - Quizvraag

Waarom wordt Nederland een 'gedecentraliseerde eenheidsstaat' genoemd?
timer
1:00

Slide 12 - Open vraag

Wat voor type democratie is Nederland?
A
directe
B
indirecte

Slide 13 - Quizvraag

Directe democratie
zelf
Indirecte democratie
via volksvertegenwoordigers

Slide 14 - Tekstslide

Welke twee belangrijke taken hebben de volksvertegenwoordigers?
timer
1:00

Slide 15 - Open vraag

referendum?

Slide 16 - Woordweb

1

Slide 17 - Video

00:55
Waarom is de democratie volgens. sommigen dood met het afschaffen van het correctief raadgevend referendum?

Slide 18 - Open vraag

Waarom kreeg (juist) D66 veel kritiek over het afschaffen van het correctief raadgevend referendum?

Slide 19 - Open vraag

DEBATSTELLING
"Er moet een bindend referendum worden ingevoerd."

Slide 20 - Tekstslide

Correctief bindend referendum?
Grondwetswijziging?

Slide 21 - Tekstslide

Oefenen
§3 Toepassingsopdrachten (7 t/m 10)
vanaf blz. 29. 

Slide 22 - Tekstslide

leerdoelen H1.3
  • Je kunt herkennen in hoeverre het bestuur in een land voldoet aan de formele en informele kenmerken van een democratie.
  • Je kunt uitleggen hoe de volksvertegenwoordiging in Nederland is georganiseerd op nationaal, provinciaal en gemeentelijk niveau. 
  • Je kunt voor- en nadelen van indirecte en directe democratie benoemen en beargumenteren welke vorm van democratie jouw voorkeur heeft.

Slide 23 - Tekstslide