ACT 5 WIE BESLIST WAT?

ACTIVITEIT 5:
WIE BESLIST WAT? 
 

1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
WOLager onderwijs

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

ACTIVITEIT 5:
WIE BESLIST WAT? 
 

Slide 1 - Tekstslide

chromebooks nodig! 
Welke natuurgrens grenst er aan België?

Slide 2 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Azië, Afrika, Europa,
Noord-Amerika,
Zuid-Amerika, Australië zijn....

Slide 3 - Open vraag

continenten/werelddelen
Hoe heet onze koning?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk land zie je hier?
A
Nederland
B
Duitsland
C
België
D
Frankrijk

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de hoofdplaats van België?

Slide 6 - Open vraag

Brussel
Duid de Belgische vlag aan...
A
B

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de naam van onze premier?
A
Alexander de Croo
B
Alexander de Kroe
C
Johan de Ryck
D
Johan de Rijke

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In welke provincie wonen wij?

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke provincie bevindt zich ten oosten van onze provincie?
A
Limburg
B
Oost-Vlaanderen
C
Vlaams-Brabant
D
West-Vlaanderen

Slide 10 - Quizvraag

Oost-Vlaanderen
Wat is de naam van de burgemeester van Ranst?

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk buurland is dit?
A
Groothertogdom Luxemburg
B
Duitsland
C
Nederland
D
Frankrijk

Slide 12 - Quizvraag

Duitsland
Welk buurland is dit?
A
Groothertogdom Luxemburg
B
Duitsland
C
Nederland
D
Frankrijk

Slide 13 - Quizvraag

Frankrijk
Naar welke windrichting wijst het wijzertje van het kompas steeds?
A
oosten
B
noorden
C
zuiden
D
westen

Slide 14 - Quizvraag

noorden
Waar komt de zon steeds op?

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Video

De leerlingen zitten in een kring. Leg uit dat je hun kennis
over België wilt testen. Daag hen uit om alle vragen op te lossen voordat
het liedje is afgerond.
De leerlingen geven een voorwerp door in de kring. Wanneer je de muziek
stopt, stel je de leerling die het voorwerp vastheeft een vraag uit de lijst
hieronder. Zodra iemand de vraag kan beantwoorden, zet je de muziek
weer op.
Vragen en antwoorden
1 Welk lied hoor je? (De Brabançonne)
2 Welke officiële talen spreken ze in België? (Nederlands, Frans en Duits)
3 Hoeveel provincies telt België? (tien)
4 Hoeveel Vlaamse provincies? (vijf)
5 Hoeveel Waalse provincies? (vijf)
6 Hoe heet onze koning? (Filip)
7 Hoe heet onze kroonprinses? (Elisabeth)
8 Wat is de hoofdstad van België? (Brussel)
9 Welke natuurlijke grens heeft België? (de Noordzee)
10 Welke vier buurlanden heeft België? (Nederland, Duitsland, Frankrijk en
Groothertogdom Luxemburg)
11 In welke provincie wonen wij? (eigen antwoord)
12 Hoe heet onze provinciehoofdstad? (eigen antwoord)
13 Wie is onze burgemeester? (eigen antwoord)
                             O dierbaar België
                             O heilig land der vad'ren,
                             Onze ziel en onze kracht zijn u gewijd.
                            Aanvaard ons hart en het bloed van onze ad'ren,
Wees ons doel in arbeid en in strijd.
Bloei o land, in eendracht niet te breken,
Wees immer u zelf en ongeknecht.
Het woord getrouw, dat ge onbevreesd moogt spreken:
Voor Vorst, voor Vrijheid en voor Recht.
Het woord getrouw, dat ge onbevreesd moogt spreken:
Voor Vorst, voor Vrijheid en voor Recht.
Voor Vorst, voor Vrijheid en voor Recht.
Voor Vorst, voor Vrijheid en voor Recht!

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In deze activiteit leren we wat een gouverneur is. We leren ook wie ons land bestuurt en hoe ze dat doen. 

Slide 18 - Tekstslide

Vertel de leerlingen dat ze in dit thema veel zullen samenwerken met
elkaar.
Verdeel de groepen door de leerlingen een provinciecontour uit een doos
te laten trekken. De leerlingen met bij elkaar passende provincies vormen
een groepje.
Zoek de klasgenoot die eenzelfde vorm heeft.
Noteer de groepsindeling.
Wie is de burgemeester van Ranst?
A
B
C
D

Slide 19 - Quizvraag

2 Burgemeester of gouverneur?
Herhaal met de leerlingen wat een burgemeester precies is. 
Wie is Cathy Berx?

Slide 20 - Open vraag

Gouverneur van Antwerpen. 
Wat doet een gouverneur? De baas van de provincie. Die vergadert met de provincieraad. De Provincieraad is de volksvertegenwoordiging van een Belgische provincie. 
p. 12

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

p. 13

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Link

Bekijk het filmfragment.
De leerlingen beantwoorden enkele vragen. Verbeter de antwoorden
klassikaal.
Ga kort in op de verkiezingen, zodat de leerlingen kunnen uitleggen dat
iedereen in ons land de kans krijgt om mee te beslissen wie er bestuurt. De
leerlingen vertellen daarover.
De leerlingen vullen de synthese in. Verbeter klassikaal.
p. 13

Slide 24 - Tekstslide

4 Een vraag voor de burgemeester of de gouverneur
In Wereldkanjers 3 hebben jullie over de gemeente van de school geleerd.
• Wie weet nog welke taken onze burgemeester heeft? (Hij of zij is de
baas van de gemeente: hij of zij beslist samen met de schepenen of er
een nieuwe speeltuin komt, of ze een straat opnieuw gaan aanleggen,
of er een schoolstraat komt … Hij of zij is ook de baas van de politie.)
• Wie herhaalt de taken van de gouverneur nog eens? (Hij of zij zorgt
voor de rust, orde en veiligheid in de provincie. Bij een grote ramp
moet hij of zij alle hulpdiensten samenbrengen (brandweer, politie,
ziekenwagens). De gouverneur controleert of men de wetten goed
uitvoert en of de gemeentes goed werken. De provincie is ook bevoegd
voor provinciale domeinen of provinciale scholen.)
De burgemeester en de gouverneur zorgen dus allebei voor ons. 
p. 13

Slide 25 - Tekstslide

Lees telkens een taak. De leerlingen denken er kort over na. Wie denkt dat
het een taak voor de gouverneur is, gaat op jouw teken rechtstaan. Wie
denkt dat het een taak voor de burgemeester is, blijft zitten. Bespreek
telkens het antwoord.
Welke vragen zouden wij aan de burgemeester of aan de gouverneur
kunnen stellen?
Stuur de leerlingen in de richting van realistische vragen, die bij hun
leefwereld passen. Noteer eventueel korte sleutelwoorden op het bord
(park, speeltuin, schoolstraat, veilige oversteekplaatsen aan de school,
zone 30 …).
Elke groep bedenkt een vraag voor de burgemeester en de gouverneur.

Slide 26 - Tekstslide

5 100 % Belgisch
Vertel de leerlingen dat ze vanaf de volgende activiteit zelf aan de slag
gaan. Ze zullen veel opzoekwerk moeten doen om hun provincie te
kunnen voorstellen op het provinciesalon. Vertel dat je hen al een
voorproefje geeft.
Toon de PowerPointpresentatie met highlights van België. De leerlingen
zien telkens een foto waarvan ze moeten weergeven wat die voorstelt.
De leerlingen krijgen even bedenktijd om het antwoord op te schrijven (op
een kladblad, antwoordblad, wisbordje …). Bij het signaal moeten ze klaar
zijn. Welke groep kende het juiste antwoord?
Hier kun je stilstaan bij deze focusvaardigheid: ‘Ik durf initiatief nemen’.

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies