herhalen hoofdstuk spieren
1 / 19
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
op de vorige slide zag je een spier.
Hoe heet het onderdeel bij S
Hoe heet het onderdeel bij S
Slide 3 - Open vraag
Welke spier zie je hier
Slide 4 - Open vraag
Wat is de BELANGRIJKSTE brandstof voor de spier
A
zuurstof
B
melkzuur
C
glucose
D
vet
Slide 5 - Quizvraag
Noem 2 antagonisten
Slide 6 - Woordweb
Welke spier zie je ?
A
biceps
B
tricep
C
deltaspier
D
borstspier
Slide 7 - Quizvraag
bij spieratrofie verschrompelt de spier
Waar/niet waar
Waar/niet waar
waar
niet waar
Slide 8 - Poll
biceps
ruggen-strekker
Borst-spier
delta-spier
brede rugspier
Slide 9 - Sleepvraag
Deze fronsrimpel wordt veroorzaakt
A
wenkbrauwrimpelaar
B
slanke neusspier
C
fronsrimpel
D
voorhoofdsrimpel
Slide 10 - Quizvraag
hoe noem je het als een spier samentrekt?
Slide 11 - Open vraag
Als een zenuw een prikkel aan spier afgeeft noem je dat
Slide 12 - Open vraag
hypotonische spier Wat doe je als schoonheidsspecialist?
Slide 13 - Woordweb
als je lichaam glucose niet direct nodig heeft wordt dit bewaard als
A
insuline
B
glucagon
C
glycogeen
D
adrenaline
Slide 14 - Quizvraag
myogelosen zijn
A
slappe spieren
B
verhardingen in spier
C
platte spieren
D
pezen
Slide 15 - Quizvraag
Hoe noem je het begin van een spier
A
origo
B
aanhechting
C
insertio
D
peesblad
Slide 16 - Quizvraag
Welke VORM heeft deze spier ?
Slide 17 - Open vraag
een hypertonische spier heeft
A
verhardingen
B
is gespannen
C
is verslapt
D
is verschrompeld
Slide 18 - Quizvraag
Mondkring
spier
Onderlip
omlaag
trekker
lachspier
Brede
halsspier
Kin
spier
