3k - les 3 Lezen H5 + Lezen H6 + Spelling H6

Welkom
Nederlands
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Nederlands

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik
Verkleinwoorden en afkortingen
Je weet hoe je verkleinwoorden moet schrijven en je kent afkortingen.
Tussenletters
Je leert over tussenletters in samenstellingen.
Lezen H5
Meningen, argumenten en conclusies

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Doelen
Lezen H6
Lay-out van een tekst

Taalverzorging H6
Koppelteken en trema

Taalverzorging H6
Schrijven zonder fouten

Slide 4 - Tekstslide

Lezen H6
Doel: Je leert over de lay-out van een tekst.

Slide 5 - Tekstslide

Lezen H6: Lay-out van een tekst
Een tekst heeft een bepaalde opmaak of lay-out.

De titel, de tussenkopjes, het lettertype, de lettergrootte, het gebruik van kolommen en de tekstkleur bepalen de lay-out.

Bij de opmaak horen ook de afbeeldingen: tekeningen, schema’s, (land)kaartjes, tabellen, grafieken en diagrammen.

Slide 6 - Tekstslide

Lezen H6: Lay-out van een tekst
Een afbeelding kan verschillende functies hebben. Veelgebruikte functies zijn:
• de aandacht van de lezer trekken
• nieuwe informatie aan de tekst toevoegen
• informatie uit de tekst duidelijker maken of benadrukken
• de lezer aansporen om iets te doen

Slide 7 - Tekstslide

Lezen H6: Lay-out van een tekst
De titel, de tussenkopjes, het lettertype, de lettergrootte, het gebruik van kolommen en de tekstkleur bepalen de lay-out.
Bij de opmaak horen ook de afbeeldingen: tekeningen, schema’s, (land)kaartjes, tabellen, grafieken en diagrammen.

Maken: 1, 2 (BLZ 152)
timer
20:00

Slide 8 - Tekstslide

Taalverzorging: Koppelteken en trema

Doel: Je leert over het koppelteken en het trema.

Slide 9 - Tekstslide

Taalverzorging H6
Koppelteken en trema

Je hebt geleerd dat in samenstellingen woorden die samen één begrip vormen, aan elkaar zijn geplakt. 

Ook heb je geleerd dat je soms tussenletters moet gebruiken.

Bijvoorbeeld: doelgroep, plannenmaker, groepsuitje.

Slide 10 - Tekstslide

Koppelteken en trema
Soms komen in een samenstelling twee klinkers naast elkaar te staan die meestal samen één klank vormen.

Om te voorkomen dat het woord verkeerd wordt uitgesproken, gebruik je dan een koppelteken: een liggend streepje.

Bijvoorbeeld: familie-uitje, auto-expert, na-apen, maar knieoperatie, pizzaoven.

Slide 11 - Tekstslide

Koppelteken en trema
Ook in woorden die géén samenstelling zijn, kunnen twee klinkers naast elkaar verwarrend zijn als ze bij verschillende lettergrepen horen. 

Dan gebruik je een trema om te voorkomen dat het woord verkeerd wordt uitgesproken: twee puntjes boven een letter.

Bijvoorbeeld: poëzie, zeeën, geëxperimenteerd, beëindigen, maar beangstigen.

Slide 12 - Tekstslide

Koppelteken en trema H6
De regel is dus: samenstelling ➔ koppelteken, geen samenstelling ➔ trema.

Maken: 1, 2, 3, 3~
timer
20:00

Slide 13 - Tekstslide

Taalverzorging H6
Schrijven zonder fouten


Doel: Je leert schrijven zonder fouten.

Slide 14 - Tekstslide

Schrijven zonder fouten
In sommige gevallen is een foutloze spelling extra belangrijk. 

Bijvoorbeeld als je voor school een verslag of examenopdracht schrijft.

Slide 15 - Tekstslide

Schrijven zonder fouten
Zo zorg je voor zo min mogelijk fouten
• Maak je zinnen niet te lang en gebruik geen ingewikkelde woorden of zinnen.
• Controleer je tekst op slordigheden
• Controleer de werkwoorden
• Gebruik de spellingcontrole van je computer, maar onthoud dat de spellingcontrole niet alle fouten ontdekt en zelf ook weleens fout zit.
• Laat iemand anders je tekst controleren op taal- en spelfouten.

Slide 16 - Tekstslide

Tips
– Heb je geen letters vergeten?
– Beginnen alle namen en zinnen met een hoofdletter?
– Heb je woorden aan elkaar geschreven die aan elkaar moeten?
– Heb je koppeltekens en trema’s gebruikt waar dat moet?
– Staan de leestekens op de goede plaats?

Slide 17 - Tekstslide

Tips
– Welke werkwoorden zijn allemaal persoonsvormen?
– Zijn de persoonsvormen geschreven volgens de regels?
– Zijn de andere werkwoorden juist gespeld?


Slide 18 - Tekstslide

Schrijven zonder fouten
Zo zorg je voor zo min mogelijk fouten
• Maak je zinnen niet te lang en gebruik geen ingewikkelde woorden of zinnen.
• Controleer je tekst op slordigheden
• Controleer de werkwoorden
• Gebruik de spellingcontrole van je computer, maar onthoud dat de spellingcontrole niet alle fouten ontdekt en zelf ook weleens fout zit.
• Laat iemand anders je tekst controleren op taal- en spelfouten.
Maken:  1, 1~, 2~, 3
timer
20:00

Slide 19 - Tekstslide

Huiswerk
Leesboek meenemen
Maken:
Lezen H6: opdracht 5, 5~
Aan elkaar of los H6: 3, 3~
Schrijven zonder fouten H6: 2~, 3 

Slide 20 - Tekstslide