ontleden pv wwg o

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

ontleden 1

werkwoorden

persoonsvorm

werkwoordelijk gezegde

onderwerp

werkwoorden

woorden die een handeling aangeven -> doe woorden

persoonsvorm

infinitief / hele werkwoord

voltooid deelwoord

scheidbaar samengesteld werkwoord

lopen

1. infinitief
2. voltooid deelwoord

gegeten

1. persoonsvorm
2. voltooid deelwoord

deelt uit

1. scheidbaar samengesteld werkwoord
2. voltooid deelwoord

fietst

1. persoonsvorm
2. voltooid deelwoord

welke werkwoorden zie je in deze zinnen?

1. De juf schrijft de regels op het bord.

2. De juf heeft de regels op het bord geschreven.

persoonsvorm ( pv )

welke manieren kun je gebruiken om de persoonsvorm te vinden?

persoonsvorm ( pv )

welke manieren kun je gebruiken om de persoonsvorm te vinden?

tijdsproef

zin vragend maken

(getalproef)

wat is de persoonsvorm?

1. De juf schrijft de regels op het bord.

2. De juf heeft de regels op het bord geschreven.

Zin in zinsdelen verdelen

Wat past er allemaal voor de persoonsvorm? 

1. De juf /schrijft/ de regels nu  voor de leerlingen op het bord.

Hoeveel zinnen kun je maken?

De kok maakte vanavond een toetje voor zijn gasten. 

werkwoordelijk gezegde {    }

Hoe vind je het werkwoordelijk gezegde?

werkwoordelijk gezegde {    }

Hoe vind je het werkwoordelijk gezegde?

persoonsvorm+ alle werkwoorden in de zin

De kok heeft vanavond een toetje voor zijn gasten gemaakt.

onderwerp (    )

Welke vraag stel je om het onderwerp te vinden?

onderwerp (    )

Welke vraag stel je om het onderwerp te vinden?

Wie/wat + werkwoordelijk gezegde

ontleed de volgende zinnen in je schrift. 

De meisjes zijn naar de winkel geweest.

(De meisjes) (zijn) naar de winkel {geweest}.

Sarah heeft gister twintig  banen gezwommen.

(Sarah) (heeft) gister twintig  banen {gezwommen}.

bespreken 16 tm 18 blz 21