Les 8 - Strafuitsluitingsgronden

Les 8 - Strafuitsluitingsgronden
Keuzedeel Strafrecht
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

Onderdelen in deze les

Les 8 - Strafuitsluitingsgronden
Keuzedeel Strafrecht

Slide 1 - Tekstslide

Strafuitsluitingsgronden
  • Dader vervult alle bestanddelen, maar wordt niet gestraft als er sprake is van strafuitsluitingsgronden;
  • Onder te verdelen in:
       - Rechtvaardigingsgronden: het feit is niet strafbaar, want zijn handelen is te rechtvaardigen!
       - Schulduitsluitingsgronden: de dader is niet strafbaar, want zijn handelen kan hem niet worden verweten!

Slide 2 - Tekstslide

Welke strafuitsluitingsgronden ken je?

Slide 3 - Woordweb


Rechtvaardigingsgronden:
  • Overmacht (bij noodtoestand)
  • Noodweer
  • Wettelijk voorschrift
  • Bevoegd ambtelijk bevel
  • Ontbreken materiële wederrechtelijkheid

Feit is gepleegd, er volgt geen straf, want het feit is te rechtvaardigen

Schulduitsluitingsgronden:
  • Noodweerexces
  • Psychische overmacht
  • Ontoerekeningsvatbaarheid
  • Onbevoegd ambtelijk bevel
  • AVAS (afwezigheid van alle schuld)

Feit is gepleegd, er volgt geen straf, want de dader heeft hieraan geen schuld (=niet te verwijten)

Slide 4 - Tekstslide

Rechtvaardigingsgronden

Slide 5 - Tekstslide

Overmacht in de zin van noodtoestand (art. 40 Sr)
Twee plichten botsen:
Plicht om aan de wet te voldoen, plicht om in een noodgeval te helpen
Bijv. : p.64/65
1) Opticienarrest (1923)
2) Redden van een kind
3) Diefstal voor onderduikers (1945)
Maak opdracht 2: welke twee plichten botsen bij deze situaties?

Slide 6 - Tekstslide

Noodweer, art. 41 lid 1 Sr
Twee voorwaarden:
1) Het feit is een reactie op een onmiddellijke aanval van een ander
2) Dader kiest het minst zware middel voor de verdediging

Maak opdrachten 3-8

Slide 7 - Tekstslide

Noodweer?
Een waargebeurde zaak is de overval op juwelier Goldies op 28 maart 2014, waarbij twee doden vielen.
In de winkel waren op dat moment de eigenaar en zijn vrouw aanwezig. Twee mannen kwamen gewapend met vuurwapens de winkel binnen in een poging deze te overvallen. De eigenaar stond aan de balie en zijn vrouw bevond zich in de ruimte achter de winkel (magazijn).
Er ontstond een schermutseling tussen de twee overvallers en de eigenaar, waarbij door één van de overvallers werd geroepen "'schiet hem neer''. De andere liep naar de ruimte van de vrouw. De vrouw van de eigenaar die een vuurwapen uit de kluis had gehaald, nam dit allemaal waar op de live camerabeelden. 

Slide 8 - Tekstslide

Wat zou jij nu doen als je de vrouw was?

Slide 9 - Open vraag

De reactie van de juweliersvrouw was dus dat ze op de beide overvallers schoot die daaraan overleden. Het vuurwapen was daarbij illegaal. Was zij strafbaar of was hier sprake van noodweer(exces)? Motiveer je antwoord.

Slide 10 - Open vraag

Slide 11 - Video

Wettelijk voorschrift, art. 42 Sr
Twee wettelijke regels botsen met elkaar.
Bijv.:
Wettelijke regel 1: Deurwaarder moet bij een huisontruiming spullen aan straat zetten;
Wettelijke regel 2: Gemeente-APV verbiedt om spullen aan straat te zetten;
De daad is gerechtvaardigd, het feit is niet strafbaar!

Maak opdracht 10!

Slide 12 - Tekstslide

Ambtelijk bevel, art. 43 lid 1 Sr
Een bevoegd gegeven ambtelijk bevel botst met een andere plicht.
Bijv.: Na een verkeersongeluk ontstaat de volgende situatie:
Politieagent beveelt je door een rood stoplicht te rijden.

De daad is gerechtvaardigd, het feit is dus niet strafbaar!

Slide 13 - Tekstslide

Ontbreken materiële wederrechtelijkheid
Een daad moet in strijd met het recht, dus wederrechtelijk zijn.
In de jurisprudentie is daarom deze rechtvaardigingsgrond ontwikkeld.
Veearts arrest uit 1933 (p.32):
Een Veearts overtreedt de wet door gezonde koeien bij besmette koeien te brengen om ze minder ziek te laten worden.
Maak opdracht 14

Slide 14 - Tekstslide

Schulduitsluitingsgronden

Slide 15 - Tekstslide

Noodweerexces, art. 41 lid 2 Sr
Twee voorwaarden:
1) Het feit is een reactie op een onmiddellijke aanval van een ander
2) Door de aanval raakt de dader zo erg geëmotioneerd dat hij een te zwaar middel voor de verdediging kiest

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Is het strafbaar voor de vrouw om een vuurwapen te dragen?
A
Ja
B
Nee

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Video

Mocht de vrouw zich verdedigen tegen de overvaller?
A
Nee, want ze werd niet eens mishandeld
B
Ja, want zij werd aangevallen met een mes
C
Nee, want ze deed dit met een verboden vuurwapen

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Video

Mocht de vrouw zich deze keer zo verdedigen tegen de overvaller?
A
Nee, want ze gebruikt ook hier een verboden vuurwapen
B
Nee, want ook hier wordt ze niet mishandeld
C
Ja, want ze wordt opnieuw aangevallen en ze hebben een mes

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Video

Ontoerekenbaarheid, art. 39 Sr:
Feit wordt niet aan de verdachte toegerekend vanwege het volgende:
1) Gebrekkige ontwikkeling van zijn geestvermogen
2) Ziekelijke stoornis van zijn geestvermogen

Na vaststelling ontoerekenbaarheid kan wel de maatregel tbs / pij worden opgelegd om de samenleving te beschermen!

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Wat vind je van de verhalen van Anis en Pieter? Wat blijft je bij?

Slide 26 - Open vraag

Slide 27 - Tekstslide

Psychische overmacht, art. 40 Sr
Dader is niet strafbaar als:
1) Er zo veel sprake is van druk van buitenaf dat kan worden gezegd dat de wilsvrijheid van de verdachte is aangetast en
2) Van de dader in deze situatie redelijkerwijs niet kan worden verwacht dat hij weerstand biedt aan de druk van de omstandigheden.
Bijv.:
Dader wordt al jaren onderdrukt door agressieve en dominante vader. Als vader hem dwingt drugs rond te brengen doet hij dat.
Dit verweer wordt heel zelden toegekend

Slide 28 - Tekstslide

Onbevoegd gegeven ambtelijk bevel, art. 43 lid 2 Sr
Een onbevoegd gegeven ambtelijk bevel botst met een andere plicht.
Als de dader ervan mocht uitgaan dat het bevel bevoegd was gegeven, is de dader niet strafbaar!

Maak opdracht 13!

Slide 29 - Tekstslide

Avas (afwezigheid van alle schuld)
Een dader moet verwijtbaar hebben gehandeld.
In de jurisprudentie is daarom deze schulduitsluitingsgrond ontwikkeld.
Voorbeeld:
Melk- en water arrest (p.32)

Wordt zelden toegepast.

Slide 30 - Tekstslide

Opdrachten
Opdracht 17
Opdracht 19
Opdracht 20
Opdracht 21
Opdracht 22
Opdracht 23
Opdracht 24 a en b

Slide 31 - Tekstslide