Begrijpend lezen van Nederlandse teksten met functievragen

Doel van de les
Aan het einde van de les kunnen we een Nederlandse tekst met functievragen begrijpen en beantwoorden.
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Doel van de les
Aan het einde van de les kunnen we een Nederlandse tekst met functievragen begrijpen en beantwoorden.

Slide 1 - Tekstslide

Introduceer de doelstelling van de les aan de studenten.
Begrijpend lezen van Nederlandse teksten met functievragen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over het begrijpend lezen van Nederlandse teksten met functievraag?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een functievraag?
Een functievraag is een vraag die je beantwoordt met informatie uit de tekst, maar niet met de letterlijke woorden uit de tekst.

Slide 4 - Tekstslide

Leg uit wat een functievraag is met behulp van voorbeelden.
Hoe vind je het antwoord op een functievraag?
Om het antwoord op een functievraag te vinden, moet je begrijpen wat de vraag vraagt. Daarna zoek je de informatie in de tekst die overeenkomt met de vraag.

Slide 5 - Tekstslide

Leg uit hoe leerlingen het antwoord op een functievraag kunnen vinden en geef enkele oefenvragen.
Welke soorten functievragen zijn er?
Er zijn verschillende soorten functievragen, zoals oorzaak en gevolg, vergelijking, opsomming, probleem en oplossing, en doel en middel.

Slide 6 - Tekstslide

Leg uit welke soorten functievragen er zijn en laat enkele voorbeelden zien.
Hoe kies je het beste antwoord?
Het beste antwoord op een functievraag is het antwoord dat het beste past bij de vraag en de informatie in de tekst.

Slide 7 - Tekstslide

Leg uit hoe leerlingen het beste antwoord op een functievraag kunnen kiezen en geef enkele oefenvragen.
Wat zijn signaalwoorden?
Signaalwoorden zijn woorden in de tekst die aangeven welke soort functievraag er gesteld wordt.

Slide 8 - Tekstslide

Leg uit wat signaalwoorden zijn en geef enkele voorbeelden.
Hoe oefen je met functievragen?
Oefen met functievragen door verschillende Nederlandse teksten met functievragen te lezen en de vragen te beantwoorden.

Slide 9 - Tekstslide

Geef enkele tips over hoe leerlingen kunnen oefenen met functievragen en geef hen enkele teksten om te oefenen.
Samenvatting
Functievragen zijn vragen die je beantwoordt met informatie uit de tekst, maar niet met de letterlijke woorden uit de tekst. Door de vraag te begrijpen en de informatie in de tekst te vinden, kun je het beste antwoord kiezen.

Slide 10 - Tekstslide

Vat de belangrijkste punten van de les samen en beantwoord eventuele vragen van de leerlingen.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 11 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 12 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 13 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.