Thema 10: zintuigen

 Zintuigen
Leerjaar 3
Mevrouw Rottier & Mevrouw van Brakel
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

 Zintuigen
Leerjaar 3
Mevrouw Rottier & Mevrouw van Brakel

Slide 1 - Tekstslide

Zintuigen
Een zintuig is een orgaan dat reageert op prikkels uit de omgeving.

De belangrijkste zintuigen liggen in de:
Ogen, oren, neus, tong en huid!

Alle zintuigen samen vormen het zintuigenstelsel.

Slide 2 - Tekstslide

Drempelwaarde & adequate prikkel
Zintuigen geven alleen impulsen af als prikkel sterk genoeg is.
Kleinste prikkel die een impuls veroorzaakt = drempelwaarde

Elk zintuig is gevoelig voor één specifieke prikkel = de adequate prikkel.  vb: oog, licht.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Gewenning en motivatie
Als er langere tijd dezelfde prikkel wordt ontvangen ontstaat gewenning. bv: druk van kleding op je lichaam.

Ook speelt motivatie een rol. Wanneer je met volle focus aan het luisteren bent, is de drempelwaarde lager voor deze prikkel

Slide 6 - Tekstslide

De huid
Met de huid voelen we.
Omdat we meerdere dingen kunnen voelen zitten er in de huid ook meerdere zintuigen.
* Warmtezintuig
* Koudezintuig
* Drukzintuig
* Pijnzintuig
* Tastzintuig

Slide 7 - Tekstslide

Neus
  • In de neusholte zit het reukzintuig
  • geurdeeltjes komen binnen
  • Reukharen worden geprikkeld door geuren
  • Die maken impulsen

Slide 8 - Tekstslide

Reukzintuig
Neusholte --> neusslijmvlies, zintuigcellen met reukharen
Adequate prikkel = Geurstoffen
Als de prikkel sterk genoeg is 
ontstaan er impulsen die door 
gevoelzenuwcellen naar de
 hersenen worden geleid.

Slide 9 - Tekstslide

De neus 
  • Ruiken doe je met het reukzintuig in je neus. Daarin bevinden zich de zintuigcellen
  • Reukzintuig neemt waar
  • Prikkel wordt impuls
  • Impuls via reukzenuw naar hersenen. Gewaar
  • De combinatie van smaak en geur bepaalt dat je weet wat je eet

Slide 10 - Tekstslide

Smaakzintuig
In het oppervlak van de tong zitten groefjes met daarin smaakknopjes. 
In de smaakknopjes zitten zintuigcellen.
Je proeft alleen: zoet, zuur, zout, bitter en umami. Bij de andere smaken heb jij je reukzintuig nodig. 


Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

De ogen - uitwendig
Wimpers; beschermen tegen vuil/licht
Wenkbrauwen; beschermen tegen zweet
Oogspier; oog draaien
pupil; opening in iris/regenboogvlies
harde oogvlies; bescherming
Traanklier; traanvocht beschermd
en reinigt
Traanbuis; voert vocht af naar neusholte

Slide 13 - Tekstslide


Kegeltjes

Veel licht
Kleur
Details
Vooral in de Gele vlek

Staafjes

Weinig licht
Zwart/wit
Geen details
Verspreid op hele netvlies
NIET in de Gele vlek
verschil kegeltjes en staafjes

Slide 14 - Tekstslide

De ogen - inwendig

Slide 15 - Tekstslide

pupilreflex
  • Zintuigcellen netvlies beschermen 

  • Pupil groot = donkere omgeving = lengte spieren trekken samen
  • Pupil klein = lichte omgeving = kringspieren trekken samen


Slide 16 - Tekstslide

 Het netvlies
In het netvlies liggen zintuigcellen die door licht worden geprikkeld.
Hierdoor geven de zintuigcellen impulsen af die door de oogzenuwen naar de hersenen gaan.

Het netvlies bestaat uit 2 lagen: een laag zintuigcellen en een laag zenuwcellen.


Slide 17 - Tekstslide

Bouw van het netvlies​
Het netvlies bestaat uit twee lagen:​

  • Een laag zenuwcellen​
  • Een laag zintuigcellen ​

De zintuigcellen reageren op lichtprikkels.​
In de zintuigcellen ontstaan dan impulsen.​

Er zijn twee soorten zintuigcellen:​
  • Staafjes ​
  • Kegeltjes








Slide 18 - Tekstslide

Gele vlek en blinde vlek
In de gele vlek zitten heel veel kegeltjes (kleuren).
Rondom de gele vlek zitten vooral staafjes (licht).

Op de blinde vlek zitten geen staafjes of kegeltjes --> hier verlaat de oogzenuw het oog

Slide 19 - Tekstslide