Levensbeschouwing h2 Hoofdstuk 2

Lijden en dood (1 en 2)
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
LevensbeschouwingMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Lijden en dood (1 en 2)

Slide 1 - Tekstslide

In deze les:
Vandaag:
  • introductie
  • afwisseling bespreken stof, opdrachten en vragen

Leerdoelen:
  • Je kunt uitleggen dat er twee soorten lijden zijn
  • je kunt uitleggen welke redenen er kunnen zijn om voor lijden te kiezen 

Slide 2 - Tekstslide

de dood
De dood behoort tot een van de weinig zekerheden die we hebben in het leven. 
Je denkt er liever niet over na, maar dat maakt het wel praktisch; het kan je helpen om er beter mee om te gaan.

Slide 3 - Tekstslide

Opdracht 
Maak opdracht 3 en verdiepingsopdracht 1

Slide 4 - Tekstslide

Ben je ooit persoonlijk geconfronteerd met ernstig lijden of met de dood?

Slide 5 - Open vraag

Mensen kunnen soms heel slecht omgaan met lijden en sterven. Heb je dat wel eens gezien bij anderen, of bij jezelf?

Slide 6 - Open vraag

Lijden: kies je daarvoor?
Lijden en dood zijn het tegenovergestelde van gelukkig worden. Lijden en dood zijn negatief, gelukkig worden positief. Maar zijn ze wel zo tegengesteld?
Daarvoor is het belangrijk om onderscheid te maken tussen lijden dat je overkomt (en je dus niet zelf voor kiest) en lijden waar je soms voor kiest. 

Slide 7 - Tekstslide

Lijden waarvoor je niet kiest
Hebben we voorbeelden?

Slide 8 - Tekstslide

Opdracht
Maak verdiepingsopdracht 2

Slide 9 - Tekstslide

Lijden waarvoor je kiest
Mensen zoeken soms bewust ervaringen van pijn en lijden op
1. Lijden in de sport. Deze zoeken vaak bewust de pijngrens op. Ze willen zo hun grenzen verleggen om tot goede prestaties te komen.
2. Lijden bij sensationele activiteiten. Je kunt het ook opzoeken voor de spanning. 
3. Een beetje lijden om groter lijden te voorkomen. 
4. Lijden om mooi en aantrekkelijk te zijn

Slide 10 - Tekstslide

Opdracht 
Maak opdracht 7 en 8

Slide 11 - Tekstslide

Kun je de leerdoelen nog reproduceren?

Slide 12 - Open vraag

Lijden en dood (3 en 4)

Slide 13 - Tekstslide

In deze les:
Vandaag:
  • herhaling
  • afwisseling bespreken stof, opdrachten en vragen

Leerdoelen:
  • je kunt uitleggen wanneer lijden zin heeft
  • maar ook wanneer lijden zinloosheid in zich heeft
  • je kunt uitleggen wat het verschil is tussen een natuurlijke en een morele oorzaak

Slide 14 - Tekstslide

Rad van fortuin!!!

Slide 15 - Tekstslide

de zin en zinloosheid van lijden
Van lijden kun je iets leren. En je kunt er iets duidelijk mee krijgen, namelijk dat je leeft. 

Slide 16 - Tekstslide

Opdracht
Maak opdracht 9, 10, 12, 13 en verdiepingsopdracht 3

Slide 17 - Tekstslide

de zin en zinloosheid van lijden
Er bestaat ook lijden dat oneindig veel groter is, waarbij de pijn nooit meer weggaat. Valt daar ook iets positiefs aan te ontdekken?
Aan dat soort lijden kan niet snel iets positiefs worden gevonden, dat lijden is zinloos, je verliest je zin van je bestaan zelfs wellicht. 
Maar toch zie je soms dat mensen ook vreselijk lijden enige zin kunnen geven. 

Slide 18 - Tekstslide

Opdracht 
Maak opdracht 14 en 15

Slide 19 - Tekstslide

natuurlijke en morele oorzaak
Wanneer je iemand verantwoordelijk kunt stellen voor het lijden, hebben we het over een morele oorzaak van het lijden. 
Indien dit niet het geval is, spreken we van een natuurlijke oorzaak. 

Slide 20 - Tekstslide

Opdracht 
Maak opdracht 16 en 17

Slide 21 - Tekstslide

mengvorm van natuurlijk moreel
In de praktijk is het lastig vast te tellen of een oorzaak van het lijden natuurlijk of moreel is. Vaak is het beide. 
Daarbij hangt het er ook vanaf hoe concreet je een geval bekijkt. De vraag is dus: tot hoever gaat de menselijke verantwoordelijkheid?

Slide 22 - Tekstslide

Opdracht
Maak opdracht 19, 20, verdiepingsopdracht 5, 6, 7 en op-pad-opdracht 3

Slide 23 - Tekstslide

Hoe duidelijk zijn de leerdoelen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Poll

Lijden en dood (5)

Slide 25 - Tekstslide

In deze les:
Vandaag:
  • herhaling
  • afwisseling bespreken stof, opdrachten en vragen

Leerdoelen:
  • je kunt uitleggen hoe christenen aankijken tegen lijden en dood
  • Je kunt uitleggen hoe moslims aankijken tegen lijden en dood
  • Je kunt uitleggen hoe hindoes en boeddhisten aankijken tegen lijden en dood
  • Je kunt uitleggen hoe humanisten en atheïsten aankijken tegen lijden en dood

Slide 26 - Tekstslide

Rad van fortuin!!!

Slide 27 - Tekstslide

Waarom is er lijden en dood?
Mensen zijn kwetsbaar. Iedereen moet er ook ooit aan geloven om dood te gaan. We denken er alleen liever niet teveel aan.
Religies brengen vragen over lijden en dood, verdriet en schuld, uitdrukkelijk wel ter sprake. Daarmee wordt er op bovenstaande vraag antwoorden geboden.

Slide 28 - Tekstslide

Stop jij gedachten over lijden en dood diep weg zodat je er geen last meer van hebt?

Slide 29 - Open vraag

Christenen
Christenen geven aan dat de mens een onvolmaakt wezen is, een zondig wezen. We zullen zelf pijn en verdriet ervaren, maar ook een ander pijn en verdriet doen.
Met de mens, bedoelen ze alle mensen. Dat wordt al duidelijk bij het verhaal over Adam en Eva. Op basis van dit verhaal kun je zeggen dat alle mensen nakomelingen zijn van Adam en Eva, en allemaal geboren na de zondeval. Net als hen maken we fouten, brengen vrouwen met moeite kinderen ter wereld, kennen we pijn, eenzaamheid en verdriet en keren uiteindelijk als stof terug in de aarde. 

Slide 30 - Tekstslide

Christenen
Voor christenen is daarmee echter niet alles gezegd. Jezus brengt perspectief en de hoop dat lijden en dood niet het laatste woord vormen. 
Het is opvallend dat het belangrijkste symbool van het christendom iets is wat verwijst naar een wrede executie. 

Over het waarom van het lijden en de dood van Jezus laat Marcus in zijn evangelie geen misverstand bestaan: het lijden zou geen zin hebben. Maar later zullen Jezus zijn volgelingen er toch betekenis aan zijn lijden geven. Zo zou hij herrezen zijn, en verder zou Jezus zijn gestorven voor de fouten van alle mensen. Daardoor zou de relatie tussen de mensen en God zijn hersteld. 

Slide 31 - Tekstslide

Opdracht 
Maak opdracht 22, 23, verdiepingsopdracht 8 en op-pad-opdracht 5

Slide 32 - Tekstslide

Islam
In onze huidige westerse cultuur wordt pijn vooral als iets negatiefs gezien. Sterven is einde van het leven.
Bij moslims ligt dit anders; de dood is voor hen een overgang naar een andere fase. Pijn moet je geduldig tegemoet lopen. 
Voor moslims is lijden lang niet altijd zinloos. Het kan een beproeving zijn, of een straf. Wel kun je pogingen doen om het lijden te verzachten. 
Mohammed en zijn volgelingen haalden veel van hun geloof uit die van de joden en de christenen. Je ziet over een leven na de dood dus veel overeenkomsten.

Hoe beter je in deze wereld leeft, hoe beter het in de volgende wereld met je zal vergaan. 
De Islam nam ook het Bijbelse idee van een einde der tijden over. 

Slide 33 - Tekstslide

Opdracht
Maak opdracht 24 en verdiepingsopdracht 10

Slide 34 - Tekstslide

Hindoes en boeddhisten
Binnen oosterse religies vindt men dat ongeluk en lijden meer bij het aardse bestaan horen dan geluk. Aards geluk is slechts van korte duur en het is nooit perfect; lijden en dood zijn juist overal aanwezig.
Veel hindoes en boeddhisten geloven ook dat de omstandigheden waarin je nu leeft, veroorzaakt worden door foute daden in een vorig leven.  Daarnaast geloven ze in machten die de wezens in de wereld steunen of juist tegenwerken, deze krachten treft men als een soort noodlot. 

Slide 35 - Tekstslide

hindoes
De meeste geloven in een hoofdgod, Shiva of Vishnoe. Hiernaast heb je nog lagere goden die de wereld als een soort speeltuin behandelen. Het zijn die laatste die verantwoordelijk zouden zijn voor veel leed in de wereld. Shiva en Vishnoe zouden het te druk hebben om deze goden tot orde te roepen. 

Wat kunnen mensen aan dit lijden doen?
Je plicht doen, want dan kom je goed terecht. Ook in volgende levens. 
Als velen zich aan hun plicht houden, gaat alles goed. Doen velen dit dus niet, dan is er veel lijden. 

Slide 36 - Tekstslide

hindoes en boeddhisten
Er zijn dus machten werkzaam; dat kunnen de minder belangrijke goden zijn maar ook geesten. Die kunnen in ons lichaam komen en dan bijvoorbeeld ziektes veroorzaken.
Hier kunnen mensen mee omgaan door de lagere goden gunstig te stemmen door middel van offers. Goden willen je dan best helpen. De geesten kunnen door de gebeden van monniken worden uitgedreven. 

Veel goden hebben plaatselijke invloed. 

Slide 37 - Tekstslide

boeddhisten
Hierbinnen kom je de overtuiging tegen dat je anderen kunt helpen door goede daden te verrichten. 

Slide 38 - Tekstslide

Opdracht
Maak opdracht 26 en verdiepingsopdracht 11

Slide 39 - Tekstslide

Humanisten en atheïsten
Lijden en dood zijn van alle tijden. Toch is er de afgelopen eeuwen iets veranderd wat de natuurlijke oorzaken van lijden betreft; door technische en wetenschappelijke ontwikkelingen is de mens tot veel meer in staat. Er ontstaat dan een menselijke verantwoordelijkheid.

In der periode van de Verlichting werd sterk de nadruk gelegd op de redelijkheid van de mens. Sommigen geloofde zelfs dat door wetenschap en techniek zou komen aan al het menselijk lijden. Alle natuurlijke oorzaken zouden namelijk weg kunnen worden gehaald. 
God zou daarbij achterhaald zijn en het geloof zou de vooruitgang tegenhouden, daardoor een lijden an sich. 
Dit geloof in vooruitgang heeft in de afgelopen eeuwen wel wat schade opgelopen. 

Slide 40 - Tekstslide

humanisten en atheïsten
Humanisten leggen de nadruk op waarden als zelfbeschikking, een menswaardig bestaan voor iedereen en solidariteit met anderen. Maar ze zien de mens ook als beperkt wezen. Die beperkingen moet hij zien te overwinnen, hij moet vechten tegen het lijden. Maar dit gevecht is zonder hoop of uitzicht op een overwinning. 

Atheïsten benadrukken dat geloof in een leven na de dood onzin is. De mens moet zijn sterfelijkheid onder ogen zien. Geloof in een hemel zou geestelijke onvolwassenheid zijn. 

Toch kunnen ook mensen die niet religieus zijn en niet geloven in een leven na de dood, zin en betekenis geven aan de dood. Je ervaart het leven dan niet als iets vanzelfsprekends. Dit kan het leven waardevoller maken, je maakt er iets moois van.

Slide 41 - Tekstslide

Opdracht
Maak opdracht 27, 28 en verdiepingsopdracht 12

Slide 42 - Tekstslide

Waar hebben we het over gehad?

Slide 43 - Woordweb

Welke begrippen zijn voor jou nog niet duidelijk?

Slide 44 - Open vraag