Paragraaf 2.9 De gesteentenkringloop

2.9 De gesteentekringloop


H2 Endogene en Exogene processen
Domein Aarde
V5
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

2.9 De gesteentekringloop


H2 Endogene en Exogene processen
Domein Aarde
V5

Slide 1 - Tekstslide

Gesteentekringloop
  1. van gebergte tot sediment tot gebergte
  2. van magma tot basalt tot magma

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel
Je kent de drie groepen gesteenten met de bekendste twee voorbeelden uit iedere groep.
Je begrijpt hoe stollingsgesteenten, sedimentgesteenten en metamorfe gesteenten ontstaan.
Je begrijpt hoe de gesteentekringloop werkt als gevolg van de inwerking van endogene en -exogene processen.
Je kunt de ontstaanswijze van gesteenten bepalen aan de hand van de kenmerken van het gesteente.

Slide 3 - Tekstslide

0

Slide 4 - Video

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Gesteente groepen
  1. Stollingsgesteente
  2. Sedimentgesteente
  3. Metamorf gesteente

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Ontstaan
Sedimentgesteente:
  • Sediment wordt afgezet door de rivier
  • Sediment plakt onder druk aan elkaar
  • Druk van bovenliggende sedimentpakketen


Slide 9 - Tekstslide

Uiterlijke kenmerken
Sedimentgesteente:
  • Gelaagd
  • Vaak met fossielen
  • Oorspronkelijke sedimentdeeltjes kunnen zichtbaar zijn

Voorbeeld: 

Slide 10 - Tekstslide

Sedimentgesteente
Sedimentgesteente ontstaat als sediment samengeperst wordt van losse korrels tot een vast gesteente
bv. zandsteen en schalie


Slide 11 - Tekstslide

Ontstaan
Stollingsgesteente:
  • Magma/lava stolt 
  • Basalt buiten de vulkaan
  • Graniet binnen in de aardkorst


Slide 12 - Tekstslide

Uiterlijke kenmerken
Stollingsgesteente:
  • Geen gelaagdheid
  • Geen fossielen
  • Mineralen zijn zichtbaar als aparte kristallen

Voorbeeld: 

Slide 13 - Tekstslide

Gesteentes: Stollingsgesteente
Gesteente is gestold, dus was vloeibaar
--> Endogeen proces!
Voorbeeld: Basalt, Graniet

Slide 14 - Tekstslide

Ontstaan
Metamorf gesteente:
  • Onder hoge druk en/of hoge temperatuur verandert gesteente van samenstelling


Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Uiterlijke kenmerken
Metamorf gesteente:
  • Helemaal gekristalliseerd
  • Geen holtes of barsten
  • Geen fossielen

Voorbeeld: 

Slide 17 - Tekstslide

Klei
Schalie
Schist
Leisteen

Slide 18 - Tekstslide

plantenresten -> veen -> bruinkool -> steenkool

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Stollingsgesteente
Sediments-gesteente
Metamorf gesteente

Slide 22 - Tekstslide

0

Slide 23 - Video

Aan de slag
- Maak de verkorte leerroute van paragraaf 2.9
- Klaar? Maak de hoofdvraag. Die gaan we morgen bespreken

Slide 24 - Tekstslide

In welke drie hoofdgroepen kun je gesteenten indelen?

Slide 25 - Open vraag

Marmer is een metamorf gesteente. Uit welk gesteente is marmer ontstaan?



A
Granier
B
Kalksteen
C
Schalie
D
Zandsteen

Slide 26 - Quizvraag

Graniet en basalt zijn beide heel langzaam afgekoeld.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 27 - Quizvraag

Graniet en basalt zijn beide snel afgekoeld.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 28 - Quizvraag

Graniet is heel langzaam afgekoeld en basalt is snel afgekoeld.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 29 - Quizvraag

Graniet is snel afgekoeld en basalt is heel langzaam afgekoeld.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 30 - Quizvraag

Je ziet hier een metamorf gesteente. Welk gesteente is dit en waarom laat dit gesteente zich makkelijk splijten?

Slide 31 - Open vraag

Schalie is oorspronkelijk ontstaan uit graniet. Beschrijf in drie logische stappen hoe uit graniet uiteindelijk schalie kan ontstaan.

Slide 32 - Open vraag

Welk gesteente hoort er niet bij? Leg uit waarom niet.
schalie – zandsteen – gneis

Slide 33 - Open vraag

Welk gesteente hoort er niet bij? Leg uit waarom niet.
leisteen – marmer – graniet

Slide 34 - Open vraag

Welk gesteente hoort er niet bij? Leg uit waarom niet.


steenkool – marmer – zandsteen

Slide 35 - Open vraag