§4.5 Rekenen aan reacties (2)

• Scheikunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

§4.5 Rekenen aan reacties

Planning

- Herhalen

- Leerdoelen

- Molverhouding

- Rekenen met molverhouding

- Oefenen

- Afronding

Welke naam hoort bij welke formule?

fosforzuur

ammoniak

fluor

methaan

chloor

broom

glucose

zuurstof

Hoeveel gram is 4 mol methaan?

CH​4​​

Hoeveel mol is 5 gram ammoniak?

NH​3​​

Leerdoel

- Je kunt de molverhouding uit een reactievergelijking halen.

- Je kunt rekenen met de molverhouding, waarbij je ook weer het rekenschema toepast.

De molverhouding

De verhouding waarin moleculen met elkaar reageren, kun je uit de reactievergelijking halen. Hiervoor heb je een kloppende reactievergelijking nodig!

Molverhouding

Water ontleedt in de niet-ontleedbare stoffen waterstof en stikstof.

De molverhouding is 2 : 2 : 1

2 H​2​​O−>2 H​2​​+O​2​​

Molverhouding

C₆H₁₂O₆ (s) + 6 O₂ (g) --> 6 CO₂ (g) + 6 H₂O (l) 

Voor de verbranding van 1 mol glucose is 6 mol zuurstof nodig, en dat levert 6 mol koolstofdioxide en 6 mol water op.

De molverhouding is 1 : 6 : 6 : 6

Wat is hier de molverhouding?

Oefenen

Samen voorbeeldopgave 7

Oefenen: voorbeeldopgave 7

Stap 1: Geef de reactievergelijking

Stap 2: Reken de gegeven massa om naar mol

Stap 3: Gebruik de molverhouding uit de reactievergelijking

Stap 4: Reken de hoeveelheid mol om naar de juiste grootheid en eenheid.

Oefenen: voorbeeldopgave 7

Oefenen: voorbeeldopgave 7

Oefenen: voorbeeldopgave 7

Oefenen: voorbeeldopgave 7

Oefenen: voorbeeldopgave 7

Berekeningen

Instructie:

- nu maken opdracht 3

- opdrachten 3.4 en 4.5 NOVA  30 t/m 38

Aan de slag

Maak van paragraaf 4.5 de opgaven 30 t/m 38