In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Economie
4GT
H3§3+4
Geld voor de gemeente
Belasting op inkomsten
Slide 2 - Tekstslide
Leerdoelen §3
Je wilt op goede fietspaden fietsen, naar het zwembad gaan en naar een mooi park om je vrienden te ontmoeten. Een gemeente heeft geld nodig om dit allemaal mogelijk te maken. Een deel van dat geld betalen jouw ouders in de vorm van belastingen. Daarover leer je in deze paragraaf.
Slide 3 - Tekstslide
De gemeente vraagt geld
Uit grote pot van het Rijk
Ook uit gemeentelijke belastingen:
Reinigingsheffing (afval)
Hondenbelasting
OZB
Slide 4 - Tekstslide
OZB
Onroerende Zaak Belasting:
belasting op eigendom van grond, woning, bedrijfspand
Hoogte hangt af van waarde
Huurders betalen geen OZB
Slide 5 - Tekstslide
Waarom betalen huurder geen OZB?
A
Te lage waarde van het pand
B
Grond is vervuild
C
Huurder is geen eigenaar
Slide 6 - Quizvraag
Berekening OZB
In dus afhankelijk van de waarde van het pand of grond!
Die waarde noem je:
WOZ
Waardering Onroerende Zaken
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Video
WOZ
Gemeente bepaalt je WOZ
Elk jaar een nieuwe WOZ-waarde
Tarieven verschillen nogal per gemeente
Slide 9 - Tekstslide
Welke belasting ''vangt'' de gemeente nog meer?
A
Loonbelasting
B
BTW
C
Afvalstoffenheffing
Slide 10 - Quizvraag
Vraag 3 op blz. 92
timer
2:00
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Welke 4 overheden ken je ook alweer??
Slide 13 - Open vraag
Huiswerk voor volgende les
Maken H3§3: 4, 7, 10
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
FF chillen
5 minuutjes
timer
5:00
Slide 16 - Tekstslide
Leerdoelen §4
Als je een niet al te laag inkomen hebt, moet je belasting betalen. Ben je in loondienst, dan betaalt jouw werkgever alvast de loonbelasting en verzekeringspremies voor jou. Dat geld gaat natuurlijk wel van jouw loon af. In deze paragraaf leer je meer over deze belasting. Ook leer je over de mogelijkheid om de betaalde loonheffing terug te krijgen.
Slide 17 - Tekstslide
Hoe was t ook alweer??
Bruto of netto??
Bruto is hoger dan netto
Slide 18 - Tekstslide
Loonheffing
Bestaat uit 2 delen
Welke ook alweer??
Slide 19 - Tekstslide
Loonheffing
Bestaat uit 2 delen
Welke ook alweer??
Loonbelasting én
premies volksverzekering (voor iedereen)
Slide 20 - Tekstslide
Wat is een jaaropgave??
Slide 21 - Open vraag
Wat kan je met een jaaropgave??
Slide 22 - Open vraag
Hoe was t ook alweer??
Teveel betaalt?
Terugvragen!!
Slide 23 - Tekstslide
Hoe wordt belasting berekend??
Met het belastbaar inkomen
Wat verdien ik??
Maak ik winst??
Heb ik huurinkomsten??
Allemaal onderdelen van belastbaar inkomen.
Slide 24 - Tekstslide
Hoe wordt belasting berekend??
Met het belastbaar inkomen
Wat verdien ik??
Maak ik winst??
Heb ik huurinkomsten??
Allemaal onderdelen van belastbaar inkomen.
Slide 25 - Tekstslide
Belastbaar inkomen
Aan het eind van het jaar
Je betaalt inkomstenbelasting vooruit
Slide 26 - Tekstslide
Belastbaar inkomen
Hoe meer je verdient, hoe meer belasting je betaalt (progressief)
Draagkrachtbeginsel
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Video
00:15
Loonheffingskorting maakt je te betalen belasting hoger
A
Juist
B
Onjuist
Slide 29 - Quizvraag
01:10
Waar vraag je korting aan als je meerdere baantje hebt??