Eindexamen Nederlands
Je krijgt altijd vier teksten voorgelegd.
A
juist
B
onjuist
1 / 16
Onderdelen in deze les
Je krijgt altijd vier teksten voorgelegd.
A
juist
B
onjuist
Slide 1 - Quizvraag
Hoeveel tijd krijg je voor dit examen?
A
2 uur
B
2,5 uur
C
3 uur
D
3,5 uur
Slide 2 - Quizvraag
Je mag De Dikke Van Dale in drie delen bij je hebben.
A
juist
B
onjuist
Slide 3 - Quizvraag
Hoe citeer je op de juiste manier?
A
eerste en laatste woord
B
eerste twee en laatste twee woorden
C
eerste drie en laatste drie woorden
D
alleen de regelnummers
Slide 4 - Quizvraag
Vermeld je bij citaten regelnummers?
A
ja
B
nee
Slide 5 - Quizvraag
Woorden uit de vraag die je herhaalt in je antwoord worden meegeteld.
A
juist
B
onjuist
Slide 6 - Quizvraag
Als je per ongeluk een woord/naam verkeerd overschrijft, is dat een spelfout.
A
juist
B
onjuist
Slide 7 - Quizvraag
Een fout die je vaker dan een keer maakt, wordt maar een keer foutgerekend.
A
juist
B
onjuist
Slide 8 - Quizvraag
Foutief hoofdlettergebruik telt niet mee.
A
juist
B
onjuist
Slide 9 - Quizvraag
Interpunctiefouten tellen mee bij de aftrekregeling.
A
juist
B
onjuist
Slide 10 - Quizvraag
Een volledige zin mag met een voegwoord beginnen.
A
juist
B
onjuist
Slide 11 - Quizvraag
Voor een meerkeuzevraag kun je altijd hooguit 1 punt verdienen.
A
juist
B
onjuist
Slide 12 - Quizvraag
Antwoord: slikt
Jouw antwoord: links slikt
Dit antwoord wordt goedgerekend.
Jouw antwoord: links slikt
Dit antwoord wordt goedgerekend.
A
ja
B
nee
Slide 13 - Quizvraag
Wat is de juiste spelling?
A
alinea
B
allinea
C
alinia
D
allinia
Slide 14 - Quizvraag
Uit welke bronnen komen examenteksten over het algemeen?
Slide 15 - Open vraag
Ik krijg steeds meer zin in het examen Nederlands!
Absoluut!
Een beetje...
Niet veel...
Moet ik dit examen écht maken?
