In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
1.2 - Geen vaste
woonplaats
Slide 1 - Tekstslide
Planning
Bronnen van kennis
Soorten samenlevingen Huiswerk bespreken
Quiz
Afsluiting
Slide 2 - Tekstslide
Leerdoelen
Je kunt uitleggen hoe we aan kennis komen over mensen in de prehistorie.
Je kunt met een voorbeeld uitleggen hoe we een beeld krijgen van het verleden.
Welke soorten samenlevingen we onderscheiden
Slide 3 - Tekstslide
Bronnen van kennis
Kennis over jagers-verzamelaars wordt opgedaan door archeologen. Zij onderzoeken grotschilderingen, mummies en gebruiksvoorwerpen.
Maar ook experimentele archeologie: het verleden wordt onderzocht door het na te spelen en te leven zoals jagers-verzamelaars.
Of het bestuderen van mensen die nog steeds leven als jagers-verzamelaars.
Slide 4 - Tekstslide
Beeldvorming (1)
Voor de komst van de homo sapiens, leefden er al andere mensensoorten. In het Duitse Neanderthal werden botten gevonden van een andere soort.
Aanvankelijk was het standpunt dat het misvormde mensen waren.
Maar na nieuwe opgravingen weten we dat Neanderthalers wel degelijk ontwikkeld waren.
Slide 5 - Tekstslide
Beeldvorming (2)
Kruisingstheorie: sapiens en neanderthalers hebben zich met elkaar vermengd.
Vervangingstheorie: andere gewoonten, genetische kloof: sapiens moorden neanderthalers uit. Onderzoek uit 2010: 4% van DNA moderne mens is Neanderthaler DNA: beide theorieën hebben dus plaatsgevonden.
Het beeld over de Neanderthaler is door onderzoek verandert.
Leerdoel 2
Slide 6 - Tekstslide
Soorten samenlevingen
Een samenleving: de manier waarop groepen mensen samenleven.
De jagers-verzamelaars is onderdeel van de tijd van jagers en boeren.
Door de geschiedenis heen kennen we verschillende samenlevingstypen.
Slide 7 - Tekstslide
Samenleving van jagers-verzamelaars
Landbouwsamenleving
Slide 8 - Tekstslide
Landbouwstedelijke samenleving
Industriële samenleving
Slide 9 - Tekstslide
Informatiesamenleving
Slide 10 - Tekstslide
Aantekeningen
Er zijn drie manieren waarop we zaken weten over de prehistorische mens. Kennis die wordt opgedaan door archeologen. Experimentele archeologie: het leven wordt nagespeeld of het bestuderen van mensen die nog steeds leven van jagen-verzamelen.
We maken onderscheid in vier soorten samenlevingstypen: jagers-verzamelaars en de landbouw, landbouwstedelijke samenleving, industriële samenleving en de informatiesamenleving.
Slide 11 - Tekstslide
Huiswerk bespreken
We gaan de huiswerkopdrachten bespreken.
Heb je het antwoord fout? Dan verbeter je het.
1, 3, 4, 6 en 9.
Slide 12 - Tekstslide
Een archeoloog vindt bij een opgraving de volgende voorwerpen: een stenen speerpunt en vuistbijl en een paar gouden munten. Zijn assistent legt alle voorwerpen bij elkaar in het vakje prehistorie.
Doet de assistent dit goed?
A
De assistent doet het goed, want alle voorwerpen zijn geschreven bronnen.
B
De assistent maakt een fout, want alleen de vuistbijl en speerpunt horen in het vakje prehistorie: in de tijd van jager-verzamelaars waren er nog geen gouden munten.
C
De assistent doet het goed, want alle voorwerpen in het vakje prehistorie zijn ongeschreven bronnen.
D
De assistent maakt een fout, want vuistbijl en speerpunt zijn gebruiksvoorwerpen en gouden munten zijn grafgiften.
Slide 13 - Quizvraag
Een leerling uit de eerste klas schrijft in een werkstuk over jager-verzamelaars de volgende zin op:
In de ijstijd was heel Nederland bedekt met een dikke laag ijs.
Is deze zin goed of fout?
A
Goed
B
Fout
Slide 14 - Quizvraag
Een nomade had een vaste verblijfplaats.
A
Goed
B
Fout
Slide 15 - Quizvraag
We weten welke taal de mensen in de prehistorie spraken.
A
Goed
B
Fout
Slide 16 - Quizvraag
Een pijlpunt is een geschreven bron
A
Goed
B
Fout
Slide 17 - Quizvraag
Het tegenovergestelde van de prehistorie is de historie. Welke bronnen kom je tegen in de historie?
A
Alleen ongeschreven bronnen
B
Alleen geschreven bronnen
C
Beide soorten bronnen
D
Geen bronnen
Slide 18 - Quizvraag
Welke woorden horen bij het woord 'nomade'?
A
vaste plek
rondtrekken
veel spullen
B
hut of grot
boerderij
weinig spullen
C
rondtrekken
veel spullen
hut of grot
D
rondtrekken
hut of grot
weinig spullen
Slide 19 - Quizvraag
Leerdoelen
Aan het einde van deze les kun uitleggen hoe we dingen weten over jagers-verzamelaars.