Fictie 13

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Fictie hoofdstuk 4
Doel van de les:
Aan het eind van deze les ken je de volgende begrippen: poëzie/ strofe/ rijmschema/ gepaard rijm/ gekruist rijm/ omarmend rijm\

En aan het eind van de les checken we nog een paar begrippen!

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Rijm in gedichten
Een dichter kan op verschillende manieren woorden in een gedicht laten rijmen. Rijmende woorden die in dezelfde regel staan, noem je binnenrijm. Rijmende woorden aan het eind van regels noem je eindrijm
Als eindrijm een bepaald patroon heeft, noem je dat een rijmschema.

Slide 4 - Tekstslide

Rijmschema
Gepaard rijm: telkens twee regels rijmen op elkaar (a-a-b-b). 
Gekruist rijm: de regels rijmen om en om op elkaar (a-b-a-b). 
Omarmend rijm: regel 1 en 4 rijmen op elkaar, daartussen rijmen regel 2 en 3 op elkaar (a-b-b-a).

Slide 5 - Tekstslide

Lees het gedicht en bedenk welk rijmschema het heeft.

Slide 6 - Tekstslide

Welke soort rijm heeft dit gedicht?
A
Gepaard rijm (aabb)
B
Omarmend rijm (abba)
C
Gekruist rijm (abab)
D
Geen rijm

Slide 7 - Quizvraag

Lees de 3e strofe!

Hoe noem je dit rijmschema?

Slide 8 - Tekstslide

Welke soort rijm heeft de derde strofe?
A
Gepaard rijm (aabb)
B
Omarmend rijm (abba)
C
Gekruist rijm (abab)
D
Geen rijm

Slide 9 - Quizvraag

Hoeveel strofen?

Slide 10 - Open vraag

a
b
b
a
a
b
b
a

Slide 11 - Tekstslide

Hoe noem je dit rijmschema?
a-b-b-a

Slide 12 - Open vraag

Fictie
Weet je het verschil tussen: 

  • In welke tijd speelt het verhaal zich af?
  • Welke tijd verstrijkt er in het verhaal?

Slide 13 - Tekstslide

Noem drie begrippen die je nog weet van deze les.

Slide 14 - Open vraag