Blok 2: Migratie - 2.2 B/K

Multiculturele samenleving
Deel 2
Migratie
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1,2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Multiculturele samenleving
Deel 2
Migratie

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
  • Lesdoelen & begrippen
  • Vorige les
  • Uitleg migratie naar NL
  • Opdracht Ik vertrek naar NL

Slide 2 - Tekstslide

Blok 2: Migratie

Migratie naar Nederland sinds de WO2

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Je kan 2 effecten noemen van migratie op de samenleving.
  • Je kan de grootste groepen migranten benoemen sinds de jaren 50.
  • Je kan uitleggen waarom bepaalde groepen naar Nederland kwamen.
  • TL/H: Wat zijn de push- en pullfactoren voor deze bepaalde groepen migranten.
Begrippen
- migratie (migrant)
- immigratie (immigrant)
- emigratie (emigrant)
- arbeidsmigratie (arbeidsmigrant) 
- vluchteling
- gezinshereniging
- kettingmigratie

TL/H: 
- pushfactoren
- pullfactoren

Slide 4 - Tekstslide

Welk begrip hoort hierbij;
Iemand die vertrekt uit een gebied of land?
A
Migrant
B
Emigrant
C
Immigrant
D
Vemigrant

Slide 5 - Quizvraag

Welk begrip hoort hierbij;
Iemand die zich vestigt in een gebied of land?
A
Migrant
B
Immigrant
C
Emigrant
D
Vemigrant

Slide 6 - Quizvraag

De gemeente Utrecht bekijkt hoeveel mensen van buiten Europa in Utrecht komen wonen.

Naar welke groep kijkt de gemeente Utrecht?
A
Emigranten
B
Immigranten
C
Migranten
D
Multicultureel

Slide 7 - Quizvraag

Welke kleur op de kaart hoort hierbij;

In de landen met de kleur (..?..) vindt meer emigratie dan immigratie plaats.
A
Blauw
B
Groen
C
Oranje
D
Grijs

Slide 8 - Quizvraag

Laatste vraag!
Iemand die emigreert naar een land en vervolgens weer immigreert naar het land van herkomst noem je een...
A
Arbeidsmigrant
B
Gezinshereniging
C
Remigrant
D
Kettingmigrant

Slide 9 - Quizvraag

Migratie = het verhuizen van de ene woonplaats naar de andere woonplaats

Slide 10 - Tekstslide

Verschillende soorten migratie
Migrant = Iemand die verhuist van de ene woonplaats naar de andere woonplaats.
Emigrant = Iemand die vertrekt uit een gebied of land naar een ander gebied of land. 
Immigrant = Iemand die zich vestigt in een gebied of land vanuit een ander gebied of land. 

Slide 11 - Tekstslide

Pak je spullen
  • Schrift + pen 
  • Mobiel in je tas

Slide 12 - Tekstslide

Immigratie

Immigrant = Iemand die zich vestigt in een gebied of land vanuit een ander gebied of land. 

Slide 13 - Tekstslide

Geschiedenis van immigratie naar Nederland 
1950-2000 vs. aantal immigranten x 1.000
Tijdlijn immigratie NL

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Van arbeidsmigratie naar gezinshereniging

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Slide 20 - Tekstslide

Immigratie in Nederland
Tijdlijn immigratie NL

Slide 21 - Tekstslide

Kettingmigratie
= Migranten sturen informatie naar huis, waardoor er weer nieuwe migranten komen.


Slide 22 - Tekstslide

Spel 30 Seconds

2 teams
3 a 5 rondes
Wie haalt de meeste punten?

Slide 23 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Je kan de betekenis geven van een emigrant, immigrant en remigrant.
  • Je kan uitleggen wat het verschil is tussen emigreren en immigreren.
  • Je kan een voorbeeld geven van een gevolg van emigreren/immigreren voor een samenleving. 
Begrippen
- segregatie
- migratie (migrant)
- immigratie (immigrant)
- emigratie (emigrant)
- arbeidsmigratie (arbeidsmigrant) 
- vluchteling
- gezinshereniging
- kettingmigratie
TL/H: 
- pushfactoren
- pullfactoren

Slide 24 - Tekstslide

Blok 2: Migratie
Wat is migratie?
Welke soorten migratie kennen wij?
Wat zijn oorzaken en gevolgen van migratie?

Slide 25 - Tekstslide