10.1 stoffen en 10.2 start vertering

1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Evenwichtige voeding
Hoeveelheid:
Plm 10.000kJ per dag.

Afhankelijk van:
Leeftijd, geslacht, inspanning, persoonlijke omstandigheden

Slide 2 - Tekstslide

Evenwichtige voeding
Teveel?

Obesitas: overgewicht met gezondheidsrisico's
BMI= gewicht / (lengte)2

Genetische component (genen die de vetcellen aansturen, die in de hersenen het hongergevoel beïnvloeden)

Slide 3 - Tekstslide

Evenwichtige voeding
Samenstelling:

aanbevolen voedingsstoffen:
ADH = aanbevolen dagelijkse hoeveelheid 

Additieven (extra toevoegingen, niet nodig voor gezondheid): 
ADI = aanvaardbare dagelijkse inname

Slide 4 - Tekstslide

Voedselallergie/ voedselintolerantie
Voedselallergie:
Je immuunsysteem reageert op een bepaald voedingsmiddel (pinda/ koemelk/ eieren)



Slide 5 - Tekstslide

Voedselallergie/ voedselintollerantie
Voedselintolerantie:
Je bent niet in staat een bepaalde voedingsstof af te breken (je mist een enzym) waardoor deze voedingsstof (of het ontbreken van het verteringsproduct) een negatief effect op je lichaam heeft (lactose/ gluten/ pinda/ noten/ schaaldieren/ fructose)


Slide 6 - Tekstslide

Additieven (BINAS 95B)

Naast de nodig voedingsstoffen zit er in voedingsmiddelen ook kleur-, geur en smaakstoffen → additieven

Er is wettelijk bepaald hoeveel een fabrikant mag gebruiken en ze staan vermeld met E-nummers (dat betekent dat ze door de Europese unie zijn goedgekeurd) (zie BINAS 82E). 

De ADI-waarde (Aanvaardbare Dagelijkse Inname) geeft aan hoeveel mensen dagelijks maximaal kunnen eten zonder risico op gezondheidsklachten.
Niet verwarren met ADH (Aanbevolen Dagelijkse Hoeveelheid), advies voor de minimale inname van een voedingsstof.

Slide 7 - Tekstslide

Rekenen met ADI-waarde
In 100 g van een voedingsmiddel zit 3 mg Ethylbutyraat. Hoeveel gram van dit voedingsmiddel zou iemand van 60 kg moeten eten om vergiftigingsverschijnselen te krijgen?

Stap 1: zoek de ADI-waarde van Ethylbutyraat op in BINAS tabel 95B. 
15 mg per kg lichaamsgewicht per dag

Stap 2: Bereken maximale hoeveelheid voor eigen lichaamsgewicht
Bijv. 60 x 15 mg = 900 mg 

Stap 3: Hoeveel van dit voedingsmiddel mag je eten per dag?
900 mg / 3 mg = 300
300 x 100 g = 30.000 g = 30 kg

Slide 8 - Tekstslide

Probeer het zelf!
Als vervanging van suiker wordt vaak aspartaam gebruikt. Een veilige zoetstof zolang het inname onder de ADI-waarde blijft. Cola light bevat 125 mg aspartaam per blikje. Hoeveel blikjes cola mag jij? 

Slide 9 - Tekstslide

Antwoord
Stap 1: zoek de ADI-waarde van Aspartaam op in BINAS tabel 95B. 
40 mg per kg lichaamsgewicht per dag

Stap 2: Bereken maximale hoeveelheid voor eigen lichaamsgewicht (vb 60 kg)
Bijv. 60 x 40 mg = 2400 mg 

Stap 3: Hoeveel van dit voedingsmiddel mag je eten per dag?
2400 mg / 125 mg = 19,2
Maximaal 19 blikjes per dag (wanneer je verder geen andere aspartaam bevattende producten inneemt)

Slide 10 - Tekstslide

Waarom is een evenwichtige voeding belangrijk? 

Gebreksziekte: als je te weinig mineralen/vitamines eet, bijvoorbeeld scheurbuik.
Wat heeft dit te maken met ADH?
Wat is het verschil tussen ADH (BINAS 82A)
en ADI (BINAS 95A)?

Slide 11 - Tekstslide

ADH
Aanbevolen Dagelijkse Hoeveelheid
BINAS 82A

Vitamines
 zie functie en gevolgen tekorten
ADI
Aanvaardbare Dagelijkse Inname
BINAS 95A

Additieven ==> E-nummers
Toegevoegd ter ondersteuning aan voedingsmiddelen 
--> pakjes en zakjes

Slide 12 - Tekstslide

Aan welke vitamine hebben de kinderen een gebrek gehad?

A
Vitamine A1
B
Vitamine C
C
Vitamine B11
D
Vitamine D2/D3

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

Je kunt een vet, eiwit en koolhydraat van elkaar onderscheiden
Bestudeer BINAS 67A t/m 67H.
Weet je wat je ziet? Wat begrijp nog niet?
timer
5:00

Slide 15 - Open vraag

Koolhydraat
Eiwit
Vet

Slide 16 - Sleepvraag

Eiwit
Koolhydraat
Vet

Slide 17 - Sleepvraag

Welke moeten verteerd worden?
Wel:                                                                                    Niet:
Eiwitten
Koolhydraten
Mineralen
Vitamines
Vetten
Water

Slide 18 - Sleepvraag

mineralen 
bouwstoffen
ijzer nodig voor hemoglobine
jodium nodig voor thyroxine 
(= schildklierhormoon)
calcium nodig voor botten


anorganisch

vitamines
bouwstoffen
Co-enzym: nodig om enzymen te laten werken
vitamine D maakt enzymen werkzaam die zorgen voor opname calcium door botten

organisch

Slide 19 - Tekstslide

Mechanische vertering
  • gebit (kauwen)
  • peristaltiek
  • emulgeren

doel: vergroting van oppervlak

Slide 20 - Tekstslide

Gebit- extra;     verslikken? 
Strottenklepje voorkomt voedsel in je luchtpijp

Slide 21 - Tekstslide

Gebit - oppervlaktevergroting

Slide 22 - Tekstslide

Peristaltiek
                                                                                                                    Langs de hele                                                                                                                                    route (slokdarm,                                                                                                                               maag, darmen)                                                                                                                                   zorgen lengte-  en                                                                                                                          kringspieren                                                                                                                                         ervoor dat het  
                                                                                                                  voedsel de goede kant op beweegt, voedingsvezels, helpen hierbij.

Slide 23 - Tekstslide

Emulgeren (gal is emulgator)
EMULGEREN IS NIET VERTEREN!!!!!!

Slide 24 - Tekstslide

Chemische Vertering
m.b.v. spijsverteringsenzymen
doel: verkleinen van moleculen

Je kunt uitleggen waar en met behulp van welke enzymen eiwitten, koolhydraten en vetten worden afgebroken tot aminozuren, monosachariden, glycerol en vetzuren.

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

speekselklier
speeksel
zetmeel, glycogeen

Slide 32 - Tekstslide

Substraat
Product
Enzym
Enzym-substraat complex

Slide 33 - Sleepvraag

Koolhydraat
Vet
Nucleotiden
Glycerol
Eiwit
Monosacchariden
Nucleïnezuren
Aminozuren
Vetzuren

Slide 34 - Sleepvraag

Sleep de enzymen naar het substraat
DNA

maltose 
lipiden

RNA

peptiden
zetmeel 
(amylum)

lipase

amylase

DN-ase

RN-ase

pepsine

maltase

Slide 35 - Sleepvraag