8.3 Democratisering - ingekort

8.3 Democratisering 
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

8.3 Democratisering 

Slide 1 - Tekstslide

Nederland is een "Democratie".
Wat is dit?

Slide 2 - Open vraag

Leerdoelen 
Aan het eind van deze les kun jij:
  1. De volgende begrippen uitleggen: Restauratie, grondwet, censuskiesrecht, Liberalen (zie ook 8.3) 
  2. Het belang van 1848 uitleggen voor de democratisering, en 
  3. Aangeven waarom het onjuist is te zeggen dat er in 1848 een volledige democratie was. 

Slide 3 - Tekstslide

Begripsverheldering
Democratie: het volk is de hoogste macht

Indirect of direct?

  • Direct; volk bepaalt direct het beleid van een staat
  • Indirect; het volk kiest vertegenwoordigers die in plaats van hen het beleid en bestuur regelen

Slide 4 - Tekstslide

Onderdaan of burger?
  • Onderdaan: gehoorzamen / iemand anders geeft vorm aan samenleving / autoriteit boven zich

  • Burger: zelf samenleving vormgeven / verantwoordelijkheid ligt bij burger zelf / betrokken bij ‘samen'leving

  • Zijn wij in Nederland burgers of onderdanen?

Slide 5 - Tekstslide

Nederland heeft een rechtsstaat.
Wat is een rechtsstaat?

Slide 6 - Open vraag

Idee en oorsprong van de rechtsstaat

Wat is een rechtsstaat?
Een staat waarin  burgers met grondrechten worden beschermt tegen de macht en willekeur door de overheid
  • Grondwet: basisregels waar iedereen zich aan moet houden

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Rechtsstaat of dictatuur?
Is er bij deze leiders sprake van een rechtstaat? 

  • Ons gevoel zegt van niet, maar waarom?

Slide 10 - Tekstslide

De ontwikkeling van de parlementaire democratie in Nederland
Geschiedenis 

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

In 1812 heeft Napoleon half Europa veroverd. Drie jaar later is het voorbij. 

Slide 14 - Tekstslide

Restauratie in de Nederlanden
  • In 1814-1815 besluiten Europese vorsten om terug te gaan naar de politieke situatie voor de Franse Revolutie
  • Dit noemen we de Restauratie
  • Overal in Europa komen koningen aan de macht, ook in Nederland. 

Slide 15 - Tekstslide

Restauratie in de Nederlanden
  • Nederland werd een monarchie met een grondwet = constitutionele monarchie
  • Maar de koning mocht regeren buiten de grondwet om, door middel van koninklijke besluiten 

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Burgers komen op voor hun rechten
  • De Restauratie is voor veel mensen een doorn in het oog
  • Liberalen willen óók invloed 
  • In 1848, het Revolutiejaar, lukt dit 

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Grondwetswijziging 1848
  • Johan Rudolph Thorbecke herschrijft grondwet: 
  1. NL wordt parlementaire democratie, ministers verantwoordelijk voor beleid van regering 
  2. De koning is onschendbaar (lintjesknipper)
  3. Censuskiesrecht: vermogende mannen die een bepaald percentage belastingen betalen mogen stemmen 
  • In 1917 kregen mannen algemeen geldend kiesrecht, vrouwen in 1919. 

Slide 20 - Tekstslide